Het broodgebed
De auteur woont in Utah (VS).
Hoe weet je dat de Heilige Geest tot je spreekt?
‘Stel uw vertrouwen in die Geest die ertoe beweegt goed te doen’ (Leer en Verbonden 11:12).
‘Hoe weet je dat de Heilige Geest tot je spreekt?’ Carver keek op van zijn Schriften.
Papa glimlachte en legde het boek Kom dan en volg Mij neer. ‘De Heilige Geest kan op verschillende manieren tot je spreken. Soms door een gevoel of een idee dat je plots krijgt.’
Carver fronste zijn wenkbrauwen. ‘Maar hoe weet je dat het de Heilige Geest is?’
‘Misschien kunnen we om hulp bidden, zodat we een antwoord vinden’, zei mama.
Een van Carvers zussen sprak het gebed uit. Daarna gingen ze naar school. Carver dacht de hele dag over die vraag na.
Toen hij thuiskwam, rook het huis heerlijk. ‘Brood!’ riep Carver.
‘Inderdaad’, zei mama. ‘Ik heb wat brood gebakken dat we met anderen kunnen delen.’
Carver keek naar zijn zussen. Eva haalde haar neus op. Jane keek verbaasd. ‘Bedoel je dat we er zelf niet van mogen eten?’ vroeg Jane.
‘We wilden leren luisteren naar de Heilige Geest’, zei papa. ‘Daarom heeft mama dit bedacht.’
Ieder van hen zou hun hemelse Vader in gebed vragen wie die dag wat extra liefde nodig had. Dan zouden ze die persoon wat brood geven.
Carver knielde neer naast zijn bed. Hij wilde de Heilige Geest horen, maar hoe klonk de Heilige Geest? Hij haalde diep adem en deed zijn ogen dicht.
‘Hemelse Vader, wie heeft er vandaag brood nodig?’
Carver zette zijn oren open voor de Heilige Geest, maar hij hoorde niets. Toen herinnerde hij zich ineens dat hij na school langs het huis van zuster Smith was gelopen. Ze zwaaide altijd naar hem. Misschien vond zij brood lekker. Perfect!
Mama gaf iedereen een kaartje waarop ze iets konden zetten voor de mensen die ze gingen bezoeken. Carver schreef: ‘Beste zuster Smith, ik heb gebeden om te vragen aan wie ik dit brood moest geven. Ik wachtte op een ingeving en … POEF! Ineens dacht ik aan u. Liefs, Carver.’
Toen mama de auto bij het huis van zuster Smith parkeerde, pakte Carver zijn brood en liep naar de voordeur. Hij was zenuwachtig. En als zuster Smith geen brood lustte? Misschien had hij geen ingeving van de Heilige Geest gekregen, maar het idee zelf bedacht.
Toen herinnerde Carver zich iets wat mama had gezegd. Ze zei dat je, als het iets goeds of liefs is, je geen zorgen hoeft te maken of het je eigen gedachte is. Het is altijd goed om iets liefs te doen! Carver haalde diep adem en belde aan.
Zuster Smith deed de deur open. ‘Hoi Carver! Wat kan ik voor je doen?’
Carver gaf haar zijn brood. Hij keek naar zijn schoenen, en toen naar zuster Smith. ‘Lust u zelfgebakken brood?’
‘Dat lust ik heel graag!’ Ze glimlachte. ‘Hartelijk bedankt.’
Carver glimlachte ook. ‘Graag gedaan!’ Plots kwamen er meer woorden in zijn gedachten. Hij gaf meteen gehoor aan de ingeving. ‘Onze hemelse Vader weet dat u het heel graag eet. Hij houdt heel veel van u!’
De ogen van zuster Smith begonnen te glimmen. ‘Ik ben blij dat Hij op jou kan rekenen omdat je Hem hoort.’
Carver voelde zich zo licht als een ballon. Hij zwaaide naar zuster Smith en liep terug naar de auto. Nu wist hij zeker dat de Heilige Geest hem had ingefluisterd om het brood aan zuster Smith te geven. Hij keek al uit naar de volgende ingeving van de Heilige Geest!