Een piano voor Prophet
Dit verhaal vond plaats in Greater Accra (Ghana).
Een jongen die Prophet heet, had twee belangrijke doelen.
‘Muziek is een taal die iedereen kan begrijpen’ (Kinderliedjes, III).
Prophet hield van muziek. Hij hield vooral van de jeugdwerkliedjes en lofzangen van de kerk. Hij neuriede de wijsjes de hele dag door. Hij zag het helemaal voor zich: achter een piano zitten en zijn lievelingsliedjes spelen. Hij zag ook voor zich dat hij andere mensen leerde spelen.
Maar er was wel één probleem. Hij had geen piano.
Op een dag had Prophet een gesprekje met zijn bisschop.
‘Heb je al doelen gesteld voor het programma Kinderen en jongeren?’ vroeg de bisschop.
‘Ja’, zei Prophet. ‘Ik wil piano leren spelen.’
‘Dat is een goed doel’, zei de bisschop.
‘En wanneer ik dat doel haal,’ zei Prophet, ‘heb ik nog een doel. Ik wil dan twintig andere mensen leren spelen.’
‘Je hebt twee goede doelen’, zei de bisschop.
‘En ik heb een probleem’, zei Prophet. ‘Ik heb geen piano.’
‘Laten we maar eens kijken wat we kunnen doen.’
De bisschop vertelde Prophet de volgende zondag in de kerk dat hij een zendingsechtpaar had gevonden om hem les te geven. Ze zouden elektronische keyboards voor hem en anderen meenemen om op te oefenen. Ze wilden veel mensen piano leren spelen.
De bisschop sprak met mensen. Prophet sprak met mensen. Prophets familie sprak met mensen. Al gauw sprak de hele wijk over pianolessen. Anderen ook.
‘Veel vrienden van mij die geen lid zijn, willen ook les krijgen’, vertelde Prophet aan de bisschop.
‘Zij zijn welkom, natuurlijk’, zei de bisschop. ‘De zendelingen zullen je een boek geven en je met de lessen helpen. Zodra je zelf kunt spelen, kun je ze helpen om anderen les te geven.’
‘Dat is mijn tweede doel!’ zei Prophet.
Prophet ging al vlug met de zendelingen oefenen. Hij vond het geweldig om noten te leren lezen en te horen hoe ze samen een lied vormden. Twee van zijn kerkvrienden, Kelvin en Alexander, kregen ook les. Na een maand begonnen de drie jongens al anderen les te geven.
Ze gaven elke dag keyboardles in het kerkgebouw. Eerst waren er zo’n tien leerlingen, toen twintig en daarna wel vijftig!
‘Dit is leuk!’ zei Kelvin op een dag toen de les voorbij was.
‘Ik denk dat onze hemelse Vader blij is omdat we anderen helpen met leren’, zei Alexander.
Prophet knikte. Dankzij zijn doel werden heel veel mensen geholpen.
Maar er was nog iets wat Prophet blij maakte. De andere leerlingen oefenden niet alleen de jeugdwerkliedjes, ze leerden ook nog eens over onze hemelse Vader. Sommigen gaven Prophet aan dat ze meer over de kerk wilden leren.
Er zijn zelfs enkele mensen gedoopt die dankzij de pianolessen met de kerk in aanraking kwamen.
‘Nu zingen we in bijeenkomsten allemaal samen de liederen waar we van houden’, zegt Prophet.