Van het Eerste Presidium
Je moeilijkheden overwinnen
De moeilijkste periode in mijn jeugd was toen mijn papa doodging. Ik was toen 7 jaar.
Ik had een geweldige mama en lieve oma en opa. Maar ik moest heel veel huilen. Op school lachten mijn klasgenootjes me uit omdat ik niet goed kon schrijven of rekenen. Ik werd ook op de schoolbus door grote kinderen gepest. Ik wou dat ik net als anderen erg goed in iets was ā zoals sporten of zingen.
Na een tijdje begon ik me beter te voelen. Mijn familie hield van me en hielp me. Ik bleef mijn best doen, en langzaamaan ging het beter op school. Ik ontdekte ook waar ik goed in was en deed moeite om er beter in te worden. Onze hemelse Vader hielp me daarbij.
We maken allemaal moeilijke dingen mee. Sommige mensen zijn ziek of hebben een handicap. Sommigen zijn arm en hebben te weinig geld om naar de dokter of naar school te gaan. Sommigen worden gemeen behandeld omdat ze een andere huidskleur hebben of uit een ander land komen.
Hoe kun jij jouw moeilijkheden overwinnen?
-
Vertrouw op je hemelse Vader. Misschien zakt de moed je soms in de schoenen, maar je moet op Hem vertrouwen. Hij houdt van zijn kinderen en belooft ons te zegenen.
-
Geef het niet op. De Heer heeft gezegd dat we allemaal verschillende gaven hebben. We kunnen onze eigen gaven ontdekken. Dan kunnen we ze gebruiken om ons leven te verbeteren en anderen te dienen.
Hoe donker de nacht ook is, ās morgens komt de zon altijd weer op. Dat geldt ook voor ons leven. Als ons pad versperd is, kunnen we een ander pad zoeken. Als iets te moeilijk lijkt, kunnen we het toch blijven proberen en er beter in worden.
Ik beloof dat je hemelse Vader je zal helpen om je moeilijkheden te overwinnen. Hij houdt van je en helpt je om de persoon te worden die Hij wil dat je wordt.