Rufus beschermen
Estelle nam een laatste hap van mama’s heerlijke enchilada’s en schoof haar tuinstoel naar achteren. Het was een warme zomeravond; perfect om buiten te eten. En perfect om te spelen! Ze kon niet wachten om met haar hond, Rufus, te gaan spelen.
Maar eerst moest ze de tafel afruimen. Ze stapelde de borden hoog op. Ze wist dat de stapel te hard wiebelde. Maar ze wilde niet vaak heen en weer lopen.
Estelle hield de borden in een hand en deed met de andere hand voorzichtig de deur open. Maar de borden begonnen weg te glijden. Pats! Precies voor de deur kletterden twee borden op de grond. Papa kwam snel kijken wat er was gebeurd en ging een bezem halen. Toen zag Estelle Rufus. Hij trippelde naar de deur.
‘Rufus! Niet op de gebroken borden gaan staan!’ Ze rende om de tafel heen en sprong voor hem. ‘Nee! Rufus, blijf!’
Maar Rufus bleef niet staan. Hij probeerde langs haar heen te komen. Estelle boog voorover en hield hem met haar handen tegen.
‘Rufus, ik probeer je te beschermen’, zei ze. ‘De scherven zijn scherp. Ze zullen in je poten snijden.’
Toen kreeg Estelle een idee. ‘Waar is je bal? Zullen we met je bal spelen?’ Rufus ging op zoek naar zijn bal. Nu was hij veilig!
Toen ze met papa de scherven opveegde, dacht Estelle erover na waarom ze Rufus had tegengehouden. Als hij op de scherven was gestapt, had hij zich kunnen bezeren. Hij zou dan geen leuke dingen kunnen doen, zoals met de bal spelen.
Papa zei altijd dat onze hemelse Vader geboden geeft zodat we gelukkig en veilig zijn. Maar soms zag Estelle de geboden meer als regels waardoor ze niet kon doen wat ze wilde.
Estelle keek naar de scherven. Misschien zegt onze hemelse Vader nee tegen sommige dingen omdat Hij mij ook wil beschermen, dacht ze.
Rufus rende naar Estelle en legde de bal bij haar voeten neer. Ze aaide over zijn oren. Toen gooide ze de bal en lachte terwijl Rufus er achteraan rende.
Rufus was veilig. En hij was gelukkig! Estelle wilde de geboden van onze hemelse Vader blijven naleven, zodat zij ook veilig en gelukkig kon blijven.