Het footydilemma
Sam wilde footy spelen, maar hij wilde ook de sabbat heiligen.
Sam zag de rode bal op hem af vliegen. Hij ving hem zoals hij met papa had geoefend. Het was zijn eerste training en het eerste jaar dat hij in een echt team speelde.
Aan het eind van de training zwaaide Sam naar zijn teamgenoten.
‘Tot volgende week!’ zei een van hen.
Sam stapte in mama’s auto om naar huis te gaan.
‘Ik kwam er net achter dat de wedstrijden van je footyteam op zondag vallen’, zei mama. ‘Wat moeten we volgens jou doen?’
Sam was stil. Als hij op zondag naar de kerk ging, zou hij niet met zijn team footy kunnen spelen. Maar als hij naar de wedstrijden ging, kon hij waarschijnlijk niet naar de kerk. Hij wilde het allebei graag! ‘Kunnen we naar de wedstrijden die vóór de kerk worden gespeeld?’ vroeg hij.
‘Het is een uur rijden naar de kerk. En we hebben tijd nodig om ons klaar te maken’, zei mama.
Sam wist dat mama gelijk had. Hij had een zusje en een broertje. Het duurde altijd lang om iedereen voor de kerk klaar te maken.
‘Maar het belangrijkste is dat we op zondag dingen willen doen die ons aan Jezus Christus en onze hemelse Vader doen denken’, zei mama. Na een minuut zei ze: ‘Misschien kun je op donderdag naar de training en op zondag naar de kerk gaan.’
Sam keek uit het raam. Hij ging op zondag graag naar de kerk en leerde graag over Jezus. Hij wist dat de sabbat heiligen een manier was om als Jezus Christus te worden. Maar hij vond het jammer dat hij de wedstrijden zou missen.
Hij wist niet wat hij moest doen. Toen kreeg hij een idee.
‘Laten we erover bidden’, zei Sam. ‘Ik bid wel terwijl je blijft rijden.’ Hij vouwde zijn handen en deed zijn ogen dicht. Het voelde een beetje vreemd om in de auto te bidden. Maar hij wist dat hij overal kon bidden. In zijn gebed legde hij de situatie aan zijn hemelse Vader uit.
‘Help me alstublieft om de juiste keuze te maken’, zei hij. Hij eindigde met ‘Amen’. Mama zei ook ‘Amen’.
Sam voelde zich warm vanbinnen. Hij wist wat hij moest doen.
‘Wat denk je?’ vroeg mama.
‘Ik wil op donderdag naar de training en op zondag naar de kerk gaan.’ Sam glimlachte. ‘Ik weet hoe belangrijk zondagen zijn.’
‘Dat klinkt als een geweldig plan’, zei mama.
Die week ging Sam op donderdag naar de training. Op zondag ging hij naar de kerk. Hij kwam meer over Jezus te weten. Sam was blij dat hij zowel naar de kerk als naar zijn footytrainingen kon gaan, ook al kon hij daardoor niet aan de wedstrijden meedoen. Het voelde goed om de sabbatdag heilig te houden.