Vriend
Broers voor altijd
Augustus 2024


‘Broers voor altijd’, Vriend, augustus 2024, 14–15.

Broers voor altijd

‘Het is tempeltijd!’ fluisterde Roy terwijl ze naar binnen gingen.

Dit verhaal speelde zich af in Zimbabwe.

Gezin gaat de tempel binnen

‘Ik kijk graag naar de tempel, eens zal ik er ook zijn’, zong Ryan.

Vandaag zal ik er zijn!’ zei Ryans grote broer Roy.

Mama vouwde wat kleren op en stopte ze in een reistas. ‘We vertrekken vandaag, maar het duurt twee dagen voor we in de tempel in Zuid-Afrika zijn’, zei ze.

Ryan en de rest van het gezin hadden er lang naar uitgekeken. En nu was het eindelijk zover! Ze zouden een hele week weg zijn.

‘Mama, vertel ons nog eens over Tawananyasha’, vroeg Roy.

Mama glimlachte naar de jongens. ‘Tawananyasha is jullie grote broer. Hij stierf toen hij 1 jaar was. Maar hij is nog steeds jullie broer, net als Tafadzwa en Tatenda. Papa en ik houden van al onze zonen, van jullie alle vijf.’

Ryan glimlachte terwijl hij aan Tawananyasha dacht. Het was fijn om te weten dat hun ouders van hen allemaal hielden.

‘Daarom gaan we naar de tempel’, zei mama. ‘Om voor eeuwig als gezin aan elkaar verzegeld te worden!’ Ze ritste de reistas dicht. ‘Pak je spullen. Het is tempeltijd!’

Roy hielp Ryan om de reistas naar buiten te dragen. Ook papa hielp mee; hij droeg een doos met eten dat mama voor de reis had klaargemaakt. Tafadzwa en Tatenda droegen hun tassen ook. Al gauw liep het hele gezin naar de kerk. Daar stond een bus op hen te wachten om ze naar de tempel te brengen.

Ryan stapte in en ging naast Roy zitten. Drie andere gezinnen uit hun wijk stapten ook in. Toen iedereen een plaatsje had gevonden, vertrok de bus voor de lange rit naar de tempel.

Ryan en Roy keken uit het raam. Het was regenseizoen, dus alles zag er groen en mooi uit. Ze reden langs velden en kraampjes waar mensen tomaten, bananen en aardappelen verkochten. Ze zagen zelfs apen op de weg! Ryan vroeg zich af welke andere dieren in het hoge gras en de bomen verscholen zaten.

Al gauw werd het donker en reed de bus de nacht in. Het was een lange rit, maar Ryan en Roy klaagden niet. Ryan viel in slaap met de gedachte: het is tempeltijd!

Toen ze in de stad aankwamen, keek iedereen in de bus uit het raam. Wie zou de tempel het eerst zien?

‘Daar!’ zei Roy.

Christusbeeld

Eindelijk was het tijd om de tempel binnen te gaan. ‘Het is tempeltijd!’ fluisterde Roy Ryan toe terwijl ze naar binnen gingen. Ze trokken witte kleren aan. Toen moesten de jongens een tijdje samen met de andere kinderen in de wachtkamer zitten.

Al gauw kwam een lieve tempelwerker de kinderen halen om ze naar hun ouders te brengen. Ze gingen een kamer binnen waar in het midden een zachte tafel stond waar mensen bij knielden. Dat was het altaar.

‘Welkom in de verzegelkamer’, zei de tempelwerker die vooraan stond. ‘Vandaag zal ik met het priesterschap elk gezin voor eeuwig aan elkaar verzegelen.’

Ryan en Roy keken toe hoe de andere drie gezinnen aan elkaar werden verzegeld. Toen was het hun beurt.

Ryan en zijn broers knielden met hun ouders rond het altaar. De verzegelaar vroeg een van hun vrienden om Tawananyasha te vertegenwoordigen. Roy keek naar mama en papa toen hij zijn handen op hun handen legde. De tranen rolden over mama’s wangen, maar ze had ook een brede glimlach op haar gezicht.

Toen de verzegeling voorbij was, gaf Ryan mama een knuffel. ‘Jullie lijken net engelen’, fluisterde ze tegen haar zonen.

‘Het voelt alsof er een engel bij ons is’, fluisterde Roy terug. ‘Ik heb een bijzonder gevoel vanbinnen.’

‘Ik ook’, zei Ryan. Het voelde fantastisch om met zijn eeuwige familie in de tempel te zijn!

Verhaal (pdf)

Illustratie, Rachel Hoffman-Bayles

  • Kinderliedjes, p. 99.