Kom dan en volg Mij

Pasen

Getuigen van de opstanding

Eric B. Murdock

Kerktijdschriften

Nieuwtestamentische getuigenverklaringen over de herrezen Heiland kunnen je helpen om zelf ook een getuigenis van de opstanding te krijgen.

Hij is verrezen, Greg Olsen

Op de zondagochtend na de kruisiging van Jezus Christus ging Maria Magdalena naar het graf waarin zijn lichaam was gelegd. Ze zag dat de grote, zware steen was weggerold en dat het graf leeg was.

Maria dacht dat het lichaam van de Heiland was weggenomen en begon te huilen. Iemand benaderde haar en vroeg: ‘Vrouw, waarom huilt u?’

Maria herkende de man die tot haar sprak niet. Ze dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen.’

‘Maria’, antwoordde de man.

Maria wist meteen wie haar bij naam noemde. Het was de Heiland – verheerlijkt en herrezen! (Zie Johannes 20:15–16.)

Maria was de eerste die de herrezen Christus zag. In de Schriften staat dat anderen er ook getuige van waren dat Hij de dood had overwonnen. Hoe kunnen hun ervaringen jou in je geloof sterken? Hoe kun jij, hoewel je Hem nooit in levenden lijve hebt gezien, ervan getuigen dat de Heiland leeft?

Twee discipelen op weg naar Emmaüs

Weg naar Emmaüs, Greg K. Olsen

Kort na de kruisiging van Christus kregen twee discipelen die naar Emmaüs reisden gezelschap van een vreemdeling. Samen bespraken ze profetieën over de opstanding. Dat gesprek vervulde de treurende discipelen met blijdschap.

Toen ze in Emmaüs aankwamen, vroegen de discipelen of de vreemdeling bij hen wilde verblijven. De vreemdeling zegende het avondeten en deelde het rond. Plotseling herkenden de discipelen de vreemdeling, maar voordat ze iets konden zeggen, was de vreemdeling verdwenen. Ze beseften dat de Heiland al die tijd bij hen was geweest!

‘Was ons hart niet brandend in ons?’ vroegen ze elkaar. De Geest bevestigde dat Jezus werkelijk bij hen was geweest (zie Lukas 24:13–34).

De tien apostelen

Jezus Christus verscheen aan tien van zijn apostelen terwijl ze over de getuigenissen spraken die ze van zijn opstanding hadden gehoord.

‘Vrede zij u’, zei Hij. ‘Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb’ (Lukas 24:36, 39). Iedere apostel zag en raakte de handen en voeten van de Heiland aan, die door de spijkers waren getekend.

De apostel Thomas

De ongelovige Thomas, Carl Heinrich Bloch

Thomas was er niet bij toen de Heiland aan de andere apostelen verscheen. Hij kon niet geloven dat Jezus uit de dood was opgestaan. Hij zei: ‘Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie […], zal ik beslist niet geloven’ (Johannes 20:25).

Acht dagen later verscheen Jezus weer aan de apostelen. Deze keer was Thomas er wel en geloofde hij. Toen zei Jezus: ‘Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven’ (zie Johannes 20:26–29).

Je eigen getuigenis krijgen

Jezus Christus is na zijn opstanding aan anderen verschenen (zie Mattheüs 28:9–10; Handelingen 9:4–8; 1 Korinthe 15:6). Hoewel je Hem misschien niet ziet zoals zij, kun je toch een getuige zijn.

Jezus stelde zijn discipelen deze vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben?’ ‘Sommigen [zeggen]’, antwoordden ze, ‘Johannes de Doper […] of een van de profeten.’

Jezus vroeg toen: ‘Maar u, wie zegt u dat Ik ben?’

Petrus antwoordde: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’

‘Zalig bent u’, zei Jezus tegen Petrus. ‘Want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is’ (Mattheüs 16:13–17).

Jezus stond toen voor Petrus. Petrus had met Hem gewandeld en gesproken. Hij was bij veel van zijn wonderen geweest, maar daardoor had Petrus zijn getuigenis niet gekregen. Jezus wees erop dat het getuigenis van Petrus door onze Vader in de hemel geopenbaard was. Hij zei ook dat dat getuigenis meer zekerheid biedt dan onze ogen kunnen bieden.

Zelfs als je Jezus Christus niet lijfelijk ziet, kun je Hem persoonlijk zoeken en meer over Hem leren. Je kunt je liefde voor Hem tonen door zijn geboden te onderhouden. De Geest kan je ziel raken en je een getuigenis geven. Net als wie de herrezen Heiland hebben gezien, kun je ook opstaan en getuigen dat Hij leeft, ons liefheeft en er voor ons is.

Hij is hier niet, Walter Rane