Waar twee of drie vergaderd zijn
Als u met de Geest luistert, merkt u dat uw hart verzacht wordt, uw geloof versterkt wordt, en dat uw vermogen om de Heer lief te hebben groter wordt.
Geliefde broeders en zusters, ik heet u welkom op de 186e algemene aprilconferentie van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik verheug mij dat ik bij u kan zijn, en ik heet u hartelijk welkom.
Ik ben dankbaar dat u naar de conferentie bent gekomen om hemelse inspiratie te krijgen en u dichter bij uw hemelse Vader en de Heer Jezus Christus te voelen.
Aan deze bijeenkomst, die zich over de hele wereld uitstrekt, nemen miljoenen discipelen van Jezus Christus deel die onder verbond staan om Hem altijd indachtig te zijn en Hem te dienen. Door het wonder van de hedendaagse techniek worden de tijdsverschillen en de grote afstanden die ons scheiden, tenietgedaan. Wij komen bijeen alsof we allemaal in één grote zaal aanwezig zijn.
Maar belangrijker nog dan onze bijeenkomst is in wiens naam wij bijeenkomen. De Heer heeft beloofd dat Hij dicht bij ieder van ons zou zijn, ongeacht het grote aantal discipelen dat Hij momenteel op aarde heeft. In 1829 zei Hij tegen zijn kleine groepje discipelen: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, […] waar twee of drie […] vergaderd zijn in mijn naam, zie, daar zal Ik in hun midden zijn — aldus ben Ik in uw midden’ (LV 6:32).
De menigte discipelen die in deze conferentie bijeen is, telt nu meer dan een of twee, en dus is de Heer zoals beloofd in ons midden. Daar Hij opgestaan en verheerlijkt is, is Hij niet fysiek aanwezig op elke plek waar heiligen vergaderen. Maar door de macht van de Geest kunnen wij het gevoel hebben dat Hij hier vandaag onder ons is.
Waar en wanneer we de nabijheid van de Heiland voelen, hangt van onszelf af. Hij heeft ons deze instructie gegeven:
‘En voorts, voorwaar, Ik zeg u, mijn vrienden: Ik laat u deze woorden om ze in uw hart te overwegen, tezamen met dit gebod dat Ik u geef, dat gij Mij zult aanroepen terwijl Ik nabij ben —
‘nadert tot Mij en Ik zal tot u naderen; zoekt Mij naarstig en gij zult Mij vinden; vraagt en gij zult ontvangen; klopt en u zal worden opengedaan’ (LV 88:62–63).
Ik ken vandaag ten minste twee luisteraars die deze zegen met heel hun hart wensen. Zij zullen er oprecht naar streven om tijdens deze conferentie dichter tot de Heer te komen. Zij schreven mij — hun brieven arriveerden in dezelfde week op mijn kantoor — en vroegen om dezelfde soort hulp.
Beiden zijn bekeerlingen en hebben eerder een getuigenis ontvangen van de liefde die de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, de Heiland van de wereld, voor ons hebben. Zij wisten dat de profeet Joseph Smith de kerk door rechtstreekse openbaring gesticht heeft en dat de sleutels van het heilig priesterschap hersteld zijn. Beiden voelden een getuigenis dat de sleutels in deze kerk aanwezig zijn. Zij getuigden dat schriftelijk plechtig aan mij.
Maar beiden beklaagden zich dat hun gevoelens van liefde voor de Heer en zijn liefde voor hen afnamen. Beiden wilden heel graag dat ik ze hielp om de vreugde en het gevoel van liefde dat ze bij het toetreden tot Gods koninkrijk hadden gehad, weer terug te krijgen. Beiden spraken de angst uit dat als ze die gevoelens van liefde voor de Heiland en zijn kerk niet helemaal terug zouden krijgen, de beproevingen waar ze voor stonden uiteindelijk hun geloof zouden overwinnen.
Zij zijn niet de enigen die zich daar zorgen over maken, noch is hun beproeving nieuw. De Heiland heeft ons tijdens zijn sterfelijke bediening de gelijkenis van het zaad en de zaaier gegeven. Het zaad was het woord van God. De zaaier was de Heer. Of het zaad overleefde, en hoe goed het groeide, was afhankelijk van de grond waarop het viel. U zult zich vast zijn woorden herinneren:
‘En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten dat op.
‘Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had.
‘En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortel had, verdorde het.
‘Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het.
‘En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig.
‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen’ (Mattheüs 13:4–9).
Nogmaals, het zaad is het woord van God. De aarde is het hart van de persoon die het zaad ontvangt.
Wij hebben allen veel gemeen met de fijne mensen die mij om hulp en geruststelling schreven. Er zijn bij ons allen ooit zaadjes, of het woord van God, in ons hart gezaaid. Voor sommigen was dat in onze jeugd, toen onze ouders ons uitnodigden om ons door iemand met priesterschapsgezag te laten dopen en bevestigen. Anderen zijn onderwezen door dienstknechten die God had geroepen. Ieder had het gevoel dat het zaad goed was, voelde het in zijn hart zwellen, en ondervond vreugde toen het zijn hart en verstand bleek te verruimen.
Wij hebben allemaal een beproeving van ons geloof gehad doordat belangrijke zegeningen ons met vertraging bereikten, door gemene aanvallen van hen die ons geloof wilden vernietigen, verleidingen om zonde te begaan, en zelfzuchtige belangen die onze pogingen om de geestelijke diepgang van ons hart te ontwikkelen en het te verzachten tegenwerkten.
Zij die verdriet hebben om het verlies van die vreugde die ze eens hadden, zijn de gezegenden. Sommigen zien zelf niet in dat hun geloof verwelkt. Satan is sluw. Hij zegt tegen hen die hij ellendig wil maken, dat de vreugde die ze eens voelden kinderachtige zelfmisleiding was.
Vandaag is mijn boodschap aan ons allemaal dat we de komende paar dagen een waardevolle kans krijgen om ons hart te laten verzachten, het zaad te ontvangen en het te verzorgen. Het zaad is het woord van God, en het zal op iedereen worden uitgestort die luistert en kijkt naar het verloop van de conferentie, en die de toespraken leest. De muziek, de toespraken en de getuigenissen zijn opgesteld door dienstknechten van God die bij hun voorbereiding ijverig naar leiding van de Heilige Geest hebben gestreefd. Zij hebben langer en ootmoediger gebeden naarmate de conferentie dichterbij kwam.
Zij hebben gebeden om de macht die zij nodig hebben om u aan te moedigen keuzes te maken die in uw hart grond vruchtbaar zullen maken waarin het goede woord van God kan groeien en vrucht kan dragen. Als u met de Geest luistert, merkt u dat uw hart verzacht wordt, uw geloof versterkt wordt, en dat uw vermogen om de Heer lief te hebben groter wordt.
Uw keus om met vol voornemen des harten te bidden, transformeert uw ervaring tijdens de conferentiebijeenkomsten en in de daaropvolgende dagen en maanden.
Velen van u zijn hier al aan begonnen. Aan het begin van deze bijeenkomst hebt u beter naar het gebed geluisterd; u hebt uw geloof toegevoegd aan de smeekbede dat wij gezegend mogen worden met een uitstorting van de Heilige Geest. Toen u uw stilzwijgende smeekbede in de naam van Jezus Christus daar aan toevoegde, kwam u nader tot Hem. Dit is zijn conferentie. Alleen de Heilige Geest kan de zegeningen brengen die de Heer ons wil geven. Met liefde voor ons heeft Hij ons beloofd dat wij dat kunnen voelen:
‘Wat zij ook spreken wanneer gedreven door de Heilige Geest, zal Schriftuur zijn, zal de wil des Heren zijn, zal de zin des Heren zijn, zal het woord des Heren zijn, zal de stem des Heren zijn, en de macht Gods tot behoudenis.
‘Zie, dit is de belofte des Heren aan u, o gij, mijn dienstknechten.
‘Welnu, houdt moed en vreest niet, want Ik, de Heer, ben met u en zal u bijstaan; en gij zult getuigen van Mij, ja, Jezus Christus, dat Ik de Zoon van de levende God ben, dat Ik was, dat Ik ben en dat Ik komen zal’ (LV 68:4–6).
Telkens als er een dienstknecht van God aan het spreekgestoelte komt, kunt u bidden en uw geloof aan het gebed toevoegen dat de belofte van de Heer in afdeling 50 van de Leer en Verbonden mag worden vervuld:
‘Voorwaar, Ik zeg u: Wie door Mij geordend en uitgezonden is om het woord der waarheid te prediken door de Trooster, in de Geest der waarheid, predikt hij door de Geest der waarheid of op een andere wijze?
‘En indien het op een andere wijze gebeurt, is het niet van God.
‘En voorts, wie het woord der waarheid ontvangt, ontvangt hij het door de Geest der waarheid of op een andere wijze?
‘Indien het op een andere wijze gebeurt, is het niet van God.
‘Daarom, hoe komt het dat gij niet kunt begrijpen en weten dat wie het woord door de Geest der waarheid ontvangt, het ontvangt zoals het door de Geest der waarheid gepredikt wordt?
‘Daarom begrijpen hij die predikt en hij die ontvangt elkaar en beiden worden opgebouwd en verblijden zich tezamen’ (LV 50:17–22).
U kunt bidden als het koor op het punt staat te zingen. De koordirigent, de organisten en de koorleden hebben gebeden, en geoefend met een gebed en geloof in hun hart dat de muziek en de woorden harten zullen verzachten en dat die hun vermogen om het geloof van anderen op te bouwen mogen vergroten. Zij zullen voor de Heer optreden alsof zij voor Hem stonden, wetend dat onze hemelse Vader hen net zo goed hoort als Hij hun persoonlijke gebeden hoort. Samen hebben zij er in liefde aan gewerkt dat de Heiland zijn belofte aan Emma Smith nakomt: ‘Want mijn ziel schept genoegen in het gezang des harten; ja, het gezang der rechtvaardigen is Mij een gebed, en het zal verhoord worden met een zegen op hun hoofd’ (LV 25:12).
Als u niet alleen luistert, maar ook bidt tijdens het zingen, dan wordt uw gebed en worden hun gebeden verhoord met een zegen op uw hoofd en op hun hoofd. U zult de zegen van de liefde en goedkeuring van de Heiland voelen. Allen die zich bij die uiting van lof aansluiten, zullen hun liefde voor Hem voelen toenemen.
U kunt ook bidden als een spreker het eind van zijn of haar boodschap lijkt te naderen. Hij of zij zal de Vader inwendig bidden dat de Heilige Geest hem of haar de woorden van getuigenis zal geven die het hart en de hoop van de luisteraars zullen opbouwen, en hun vastberadenheid zullen vergroten om de Heiland altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden.
Het getuigenis zal geen opzeggen van een boodschap zijn. Het zal een bevestiging zijn van een waarheid die de Geest tot in het hart kan voeren van diegenen die om hulp en goddelijke leiding bidden, en die bidden om de reine liefde van Christus te ontvangen.
De sprekers zal een waar getuigenis worden ingegeven. Al spreken zij weinig woorden, toch zullen die tot in het hart van de ootmoedige luisteraar worden gevoerd die met een honger naar het goede woord van God naar de conferentie is gekomen.
Ik weet uit ervaring hoe het geloof van goede mensen aan het eind van een toespraak tot woorden van de Geest kan leiden. Meer dan eens heeft iemand na mijn getuigenis gezegd: ‘Hoe wist u dat ik die woorden zo hard nodig had?’ Ik heb geleerd om me niet te verbazen als ik me niet kan herinneren dat ik die woorden uitsprak. Ik sprak de woorden van getuigenis uit, maar de Heer was er en gaf me die woorden op dat moment in. De belofte dat de Heer ons de woorden ingeeft op het moment waarop we die nodig hebben, geldt met name voor een getuigenis (zie LV 24:6). Luister aandachtig naar de getuigenissen die deze conferentie gegeven worden — u zult zich dan dichter bij de Heer voelen.
U kunt aanvoelen dat het moment nadert waarop ik de boodschap die ik heb willen overbrengen, met een getuigenis van waarheid afsluit. Uw gebeden zullen ertoe bijdragen dat ik de woorden van getuigenis ontvang om iemand te helpen die antwoord op zijn of haar vragen nodig heeft.
Ik laat u mijn vaste getuigenis dat onze hemelse Vader, de grote Elohim, ieder van ons liefheeft en kent. Onder zijn leiding was zijn Zoon, Jehova, de Schepper. Ik getuig dat Jezus van Nazareth als de Zoon van God geboren is. Hij heeft de zieken genezen, de blinden laten zien en de doden opgewekt. Hij heeft de prijs betaald voor alle zonden van alle kinderen van onze hemelse Vader die in het sterfelijk leven geboren zijn. Hij heeft de banden van de dood voor allen verbroken toen Hij die eerste paaszondag uit het graf verrees. Hij leeft nu, een God — herrezen en heerlijk.
Dit is de enige ware kerk, en Hij is zelf de hoeksteen. Thomas S. Monson is zijn profeet voor de hele wereld. De profeten en apostelen die u tijdens deze conferentie hoort, spreken namens de Heer. Zij zijn dienstknechten van Hem, en zij hebben het gezag om namens Hem op te treden. Hij gaat voor zijn dienstknechten uit de wereld in. Dat weet ik zeker. Daarvan getuig ik in zijn naam, namelijk de heilige naam van Jezus Christus. Amen.