Onuitstaanbaar onrecht
Jezus Christus begrijpt alle onrecht en heeft de macht om voor een oplossing te zorgen.
In 1994 vond er in het Oost-Afrikaanse land Rwanda een genocide plaats, die deels voortkwam uit diepgewortelde spanningen tussen volksstammen. Naar schatting is daarbij een half miljoen mensen omgekomen.1 Het is opmerkelijk dat de Rwandezen hun verschillen grotendeels hebben bijgelegd,2 hoewel dit trauma zijn weerslag blijft hebben.
Toen mijn vrouw en ik een bezoek aan Rwanda brachten, raakten we in gesprek met een andere reiziger op de luchthaven van Kigali. Hij jammerde dat het oneerlijk was dat er zoveel mensen waren afgeslacht, en vroeg geëmotioneerd: ‘Als God bestaat, waarom heeft Hij er dan niets aan gedaan?’ Voor deze man – en voor velen van ons – kan onmenselijk leed en barbaars onrecht onverenigbaar lijken met de bestaanswerkelijkheid van een lankmoedige, liefdevolle hemelse Vader. Toch bestaat Hij, is Hij lankmoedig en heeft Hij zijn kinderen volmaakt lief. Deze tegenstrijdigheid is zo oud als het leven zelf en kan niet in een notendop of op een bumpersticker worden uitgelegd.
Laten we, om er enige duiding aan te geven, eerst verschillende vormen van onrecht nader beschouwen. Neem een gezin waarin ieder kind wekelijks een geldbedrag krijgt voor de huishoudelijke karweitjes dat het heeft verricht. Zoon Jan koopt er snoep van; dochter Anna besluit te sparen. Na verloop van tijd kan Anna een fiets kopen. Jan vindt het verschrikkelijk onrechtvaardig dat Anna een fiets kan kopen en hij niet. Maar het zijn Jans keuzes die de ongelijkheid creëren, niet de handelwijze van zijn ouders. Anna’s beslissing om zich te beheersen en van snoep af te zien, was in geen enkel opzicht onrechtvaardig tegenover Jan, omdat hij hetzelfde als zijn zus had kunnen doen.
Ook onze beslissingen kunnen langdurig voordelige of nadelige vruchten afwerpen. Vandaar dat de Heer dit in een openbaring zegt: ‘Als iemand in dit leven, door zijn ijver en gehoorzaamheid, meer kennis en intelligentie verkrijgt dan een ander, zal hij daar in die mate voordeel bij hebben in de toekomende wereld.’3 Als anderen door hun ijver voordeel uit hun keuzes halen, kunnen we daar in alle eerlijkheid niet uit afleiden dat we onrechtvaardig zijn behandeld, omdat we voor dezelfde handelwijze hadden kunnen kiezen.
Een ander voorbeeld van onrecht komt uit de kinderjaren van mijn vrouw, Ruth. Ruth hoorde dat haar moeder met haar jongere zusje, Merla, nieuwe schoenen ging kopen. Ruth mopperde: ‘Mam, dat is echt oneerlijk! Merla heeft pas nog nieuwe schoenen gekregen.’
Haar moeder vroeg toen: ‘Ruth, passen jouw schoenen?’
Ruth antwoordde: ‘Eh, ja.’
Haar moeder zei toen: ‘Merla’s schoenen zijn haar te klein geworden.’
Ruth was het ermee eens dat ieder kind in het gezin goed passende schoenen nodig had. Hoewel Ruth graag nieuwe schoenen had gekregen, moest ze haar mening dat ze onrechtvaardig was behandeld, bijstellen toen ze de omstandigheden door de ogen van haar moeder bekeek.
Soms is onrecht niet te verklaren; onverklaarbaar onrecht is onuitstaanbaar. Onrecht ontstaat ook uit een onvolmaakt, aangetast of ziek menselijk lichaam. Het menselijk leven is per definitie onrechtvaardig. Sommige mensen worden in weelde geboren; andere niet. Sommigen hebben liefdevolle ouders; anderen niet. Sommigen leven lang; anderen sterven jong. Enzovoort, enzovoort. Sommige mensen maken pijnlijke fouten, zelfs als ze goed proberen te leven. Sommigen kiezen ervoor onrecht niet aan te pakken, hoewel ze dat wel zouden kunnen doen. Het is verdrietig dat mensen hun van God gekregen keuzevrijheid gebruiken om anderen pijn te doen. Dat zou nooit moeten voorkomen.
Verschillende vormen van onrecht kunnen samen een tsunami van overstelpend onrecht worden. De COVID-19-pandemie treft bijvoorbeeld alle mensen die al met allerlei onderliggende, nadelige factoren te kampen hebben, extra hard. Mijn hart huilt om wie met dergelijk onrecht te maken hebben. Ik verklaar evenwel met heel mijn bloedende hart dat Jezus Christus alle onrecht begrijpt en de macht heeft om voor een oplossing te zorgen. Alles valt in het niet bij de onrechtvaardigheid die Hij heeft ondergaan. Het was niet rechtvaardig dat Hij alle pijn en ellende van alle mensen heeft gevoeld. Het was niet rechtvaardig dat Hij voor mijn zonden en fouten, en voor die van u, heeft geleden. Maar Hij koos ervoor, omdat Hij van ons en van zijn hemelse Vader houdt. Hij begrijpt volkomen waar wij mee te maken hebben.4
In de Bijbel staat dat de Israëlieten in oude tijden klaagden dat God hen onrechtvaardig behandelde. Zijn repliek kwam in de vorm van een vraag: ‘Want kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermt over de zoon van haar schoot?’ Hoewel het onwaarschijnlijk is dat een liefdevolle moeder haar kindje vergeet, verklaarde Jehova in elk geval dat zijn liefde zelfs nog vastberadener was. Hij sprak stellig: ‘Ja, al zouden zij vergeten, toch vergeet Ik u niet. […] Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegraveerd; uw muren heb ik voortdurend voor ogen.’5 Doordat Jezus Christus het oneindige zoenoffer heeft gebracht, weet Hij precies wat er in ons omgaat.6 Hij is Zich altijd van ons en onze omstandigheden bewust.
In dit sterfelijk leven kunnen we ‘vrijmoedig’ tot de Heiland naderen en zijn mededogen, genezing en hulp ontvangen.7 Zelfs als ons lijden onverklaarbaar voor ons is, kan God ons op eenvoudige, gewone en waardevolle manieren zegenen. Als we deze zegeningen leren herkennen, zal ons vertrouwen in God toenemen. In de eeuwigheid zullen onze hemelse Vader en Jezus Christus alle onrecht goedmaken. Begrijpelijkerwijs willen we weten hoe en wanneer. Hoe gaan Ze dat doen? Wanneer gaan Ze dat doen? Zover ik weet hebben Ze het hoe en wanneer niet geopenbaard.8 Wat ik wel weet, is dat Ze het zullen doen.
In onrechtvaardige situaties is het aan ons om erop te vertrouwen dat ‘alles wat onrechtvaardig is aan het leven, door de verzoening van Jezus Christus kan worden rechtgezet’.9 Jezus Christus heeft de wereld overwonnen en heeft daarmee alle onrecht ‘geabsorbeerd’. Dankzij Hem kunnen we in deze wereld zielsrust en goede moed hebben.10 Als we Hem dat toestaan, zal Jezus Christus alle onrecht voor ons welzijn heiligen.11 Hij zal ons niet alleen troosten en het verlorene terugbrengen;12 Hij zal dat onrecht in ons voordeel gebruiken. Als het aankomt op het hoe en wanneer, moeten we, net als Alma, inzien en accepteren dat ‘dat er niet toe [doet]; want God weet al die dingen; en het is mij genoeg te weten dat [het zo is].’13
We kunnen onze vragen over het hoe en wanneer het beste voor later bewaren en ons richten op geloof in Jezus Christus ontwikkelen, want Hij heeft de macht om alles recht te zetten en hunkert ernaar om dat te doen.14 Het is onverstandig en, eerlijk gezegd, kortzichtig als we het hoe of wanneer nu willen weten.15
Behalve geloof in Jezus Christus ontwikkelen, moeten we er ook naar streven zoals Hij te worden. Dan behandelen we anderen met mededogen en proberen we onrecht in te perken, hoe het zich ook voordoet.16 We kunnen proberen zaken in onze eigen invloedssfeer recht te zetten. De Heiland heeft ons zelfs de richtlijn gegeven, ‘gedreven voor een goede zaak werkzaam te zijn en vele dingen uit eigen vrije wil te doen en veel gerechtigheid tot stand te brengen’.17
Advocaat Bryan Stevenson is iemand die onrecht gedreven bestrijdt. Zijn rechtspraktijk in de Verenigde Staten is daar volledig aan gewijd. Hij verdedigt mensen die ten onrechte zijn aangeklaagd, vecht onevenredig zware strafrechtelijke veroordelingen aan, en beschermt de fundamentele mensenrechten. Een paar jaar geleden verdedigde meester Stevenson iemand die ten onrechte van moord was beschuldigd en tot de doodstraf was veroordeeld. Stevenson vroeg de plaatselijke christelijke gemeente de man te steunen, hoewel die man een niet-praktiserend lid was en in de gemeenschap veracht werd vanwege een alom bekende buitenechtelijke relatie.
Omdat hij de gemeente tot de kern van de zaak wilde brengen, sprak meneer Stevenson in de gemeente over de overspelige vrouw die bij Jezus was gebracht. Haar aanklagers wilden haar stenigen, maar Jezus zei: ‘Wie […] zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’18 Haar aanklagers dropen af. Jezus veroordeelde de vrouw niet, maar droeg haar op niet meer te zondigen.19
Daarna zei meneer Stevenson dat zelfingenomenheid, angst en boosheid zelfs christenen ertoe brengen stenen te gooien naar mensen die een misstap hebben begaan. En toen zei hij: ‘Dat kunnen we gewoon niet laten gebeuren’, en hij moedigde de gemeenteleden aan ‘stenenvangers’ te worden.20 Broeders en zusters, geen stenen gooien, is de eerste stap tot anderen mededogend behandelen. De tweede stap is te proberen de stenen op te vangen die door anderen worden gegooid.
Hoe we met voordelen en nadelen omgaan, maakt deel uit van de levenstoets. We worden niet zozeer geoordeeld naar wat we zeggen, maar naar de manier waarop wij de kwetsbaren en benadeelden behandelen.21 Wij heiligen der laatste dagen streven ernaar het voorbeeld van de Heiland te volgen, die rondging om goed te doen.22 We bewijzen onze liefde voor onze medemens, door ons in te zetten voor een menswaardig bestaan voor alle kinderen van onze hemelse Vader.
Met onze eigen voors en tegens in gedachten, is zelfreflectie aan te raden. Toen Jan begreep waarom Anna een fiets kon kopen, was dat een openbaring voor hem. Toen Ruth door de ogen van haar moeder keek en zag dat Merla harder schoenen nodig had, werkte dat verhelderend. En iets vanuit een eeuwig perspectief zien, kan duidelijkheid scheppen. Zo ontwikkelen we meer empathie, begrip en naastenliefde, en gaan we meer op de Heiland lijken.
Ik keer terug naar de vraag van onze medereiziger in Kigali, die het onrecht van de Rwandese genocide betreurde en vroeg: ‘Als God bestaat, waarom heeft Hij er dan niets aan gedaan?’
Zonder af te doen aan al het leed dat de genocide had veroorzaakt, en nadat we hadden erkend dat we zoveel leed onmogelijk konden bevatten, was ons antwoord dat Jezus Christus wel iets aan dat onuitstaanbare onrecht heeft gedaan.23 We legden veel evangelievoorschriften over Jezus Christus en de herstelling van zijn kerk uit.24
Naderhand vroeg deze man met tranen in zijn ogen: ‘U bedoelt dat er iets is wat ik voor mijn dode ouders en oom kan doen?’
We zeiden: ‘Zeer zeker!’ We getuigden vervolgens dat alles wat er onrechtvaardig aan het leven is, dankzij de verzoening van Jezus Christus kan worden rechtgezet, en dat met zijn gezag een familie voor eeuwig kan worden verbonden.
Als we met onrecht worden geconfronteerd, kunnen we ons van God afkeren of we kunnen tot Hem naderen en zijn hulp en steun krijgen. De Nephieten reageerden allen verschillend op de lange oorlog met de Lamanieten. Mormon zag dat ‘velen verhard’ waren, maar dat ‘vele anderen waren verzacht wegens hun ellende, zodat zij zich voor het aangezicht van God verootmoedigden’.25
Laat onrecht u niet verharden of uw geloof in God niet uithollen. Vraag in plaats daarvan God om hulp. Vergroot uw waardering voor en vertrouwen in de Heiland. In plaats van verbitterd te raken, is het verstandiger om u met zijn hulp te verbeteren.26 Sta Hem toe u te helpen volharden, zodat uw ellende kan ‘worden verzwolgen door de vreugde in Christus’.27 Steun Hem in zijn missie ‘om te genezen die gebroken van hart zijn’,28 perk onrecht zoveel mogelijk in en word een stenenvanger.29
Ik getuig dat de Heiland leeft. Hij weet wat onrecht is. De wonden in zijn handpalmen herinneren Hem voortdurend aan u en uw omstandigheden. Hij staat u bij in al uw ellende. Voor wie tot Hem komen, zal een kroon van sieraden de as van smarten vervangen; vreugde en blijdschap zullen kwelling en rouw vervangen; waardering en lofviering zullen ontmoediging en wanhoop vervangen.30 Uw geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus zal beloond worden, meer dan u zich kunt voorstellen. Alle onrecht – vooral onuitstaanbaar onrecht – zal tot uw welzijn worden geheiligd. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.