Standvastig in de storm
Als de storm om u heen woedt, kunt u standvastig blijven omdat u op de rots van uw geloof in Jezus Christus staat.
Geliefde broeders en zusters, de raad en bemoediging van Gods geïnspireerde dienstknechten zijn ons vandaag tot zegen geweest. We weten allemaal, waar we ons ook bevinden, dat we in steeds zwaardere tijden leven. Ik bid dat mijn woorden u zullen helpen om met vrede in uw hart standvastig te blijven in de stormen die u moet trotseren.1
We moeten allereerst beseffen dat we allemaal een geliefd kind van God zijn en dat Hij geïnspireerde dienstknechten heeft. Die dienstknechten van God hebben de tijd waarin we leven voorzien. De apostel Paulus schreef aan Timotheüs: ‘En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken.’2
Iedereen die ogen heeft om de tekenen van de tijden te zien en oren om de woorden van de profeten te horen, weet dat dit waar is. Het grootste gevaar komt van de krachten van het kwaad. Die krachten nemen toe. Daarom wordt het alleen maar moeilijker, en niet makkelijker, om de verbonden na te komen die we moeten sluiten om het evangelie van Jezus Christus na te leven.
Voor diegenen onder ons die zich zorgen maken over zichzelf en hun dierbaren, schuilt er hoop in de belofte van de Heer over een toevluchtsoord voor de naderende stormen.
Ik geef u een woordje uitleg over dat oord. Het is herhaaldelijk door hedendaagse profeten beschreven. In het Boek van Mormon, bijvoorbeeld, legde een geïnspireerde, liefdevolle vader zijn zonen uit hoe ze zichzelf konden sterken, zodat ze in de naderende stormen standvastig zouden blijven: ‘En nu, mijn zonen, bedenk, bedenk, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon van God, dat jullie je fundament moeten bouwen; zodat, wanneer de duivel zijn krachtige winden zendt, ja, zijn pijlen in de wervelwind, ja, wanneer al zijn hagel en zijn hevige storm jullie zullen striemen, die geen macht over jullie zullen hebben om jullie neer te sleuren in de afgrond van ellende en eindeloos wee, wegens de rots waarop jullie zijn gebouwd, die een vast fundament is; en als de mensen [daarop] bouwen, kunnen zij niet vallen.’3
De ellende en het eindeloze wee waarover hij sprak, zijn de vreselijke gevolgen van zonden waarvan we ons niet volledig bekeren. De aanzwellende stormen zijn de verleidingen en de toenemende aanvallen van Satan. Het is nog nooit belangrijker geweest dan nu om te weten hoe we op dat vaste fundament kunnen bouwen. Wat mij betreft is er geen betere plek om naar die kennis te zoeken dan in de laatste toespraak van koning Benjamin in het Boek van Mormon.
Koning Benjamins profetische woorden zijn op ons van toepassing. Hij wist uit eigen ervaring hoe gruwelijk oorlog is. Hij had zijn volk op het slagveld verdedigd, vertrouwend op Gods kracht. Hij had een duidelijk beeld van de verschrikkelijke krachten die Lucifer op Gods kinderen zou loslaten om ons te verleiden, overrompelen en ontmoedigen.
Hij vroeg zijn volk en ons om op de enige veilige rots te bouwen, namelijk de Heiland. Hij legde uit dat het ons vrij staat te kiezen tussen goed en kwaad en dat we de gevolgen van onze keuzen niet kunnen ontlopen. Hij sprak openhartig en scherp omdat hij wist wat voor verdriet mensen zouden ondervinden als ze niet naar zijn waarschuwingen luisterden.
Hij beschrijft met de volgende woorden de gevolgen van onze keuze om de ingevingen van de Geest te volgen of de kwade boodschappen van Satan, die ons wil verleiden en vernietigen:
‘Want zie, er is een wee uitgesproken over hem wie het belieft die [kwade] geest te gehoorzamen; want indien het hem belieft die te gehoorzamen, en hij in zijn zonden blijft en erin sterft, drinkt hij tot verdoemenis van zijn eigen ziel; want hij ontvangt als loon een eeuwigdurende straf, daar hij tegen zijn eigen weten in de wet van God heeft overtreden. […]
‘Daarom, indien die mens zich niet bekeert, maar een vijand van God blijft en als zodanig sterft, schudden de eisen van de goddelijke gerechtigheid zijn onsterfelijke ziel wakker tot een levendig besef van zijn eigen schuld, hetgeen hem doet terugdeinzen voor de tegenwoordigheid van de Heer en zijn boezem vervult van schuld en pijn en smart, hetgeen als een onuitblusbaar vuur is, waarvan de vlam voor eeuwig en altijd opstijgt.’
Koning Benjamin vervolgde: ‘O, al u oude mannen, en ook u, jonge mannen, en u, kleine kinderen die mijn woorden kunnen begrijpen – want ik heb duidelijk tot u gesproken, opdat u zou kunnen begrijpen – ik bid dat u zich bewust zult worden van de vreselijke toestand van hen die tot overtreding zijn vervallen.’4
Door die krachtige waarschuwing om ons te bekeren, stel ik me voor hoe het na dit leven zal zijn als wij onvermijdelijk voor de Heiland zullen staan. Met heel ons hart hopen we dat we dan niet zullen terugdeinzen, maar naar Hem opkijken, Hem zien glimlachen en horen zeggen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar; […] ga in.’5
Koning Benjamin maakt duidelijk dat we die hoop kunnen koesteren als we in dit leven leren hoe we ons karakter door de verzoening van Jezus Christus kunnen veranderen. Dat is de enige manier om op het vaste fundament te bouwen en in de naderende stormen van verleiding en beproeving overeind te blijven. Koning Benjamin beschrijft die verandering van karakter met een prachtige, ontroerende metafoor, die duizenden jaren door profeten en zelfs door de Heer is gebruikt. Namelijk: we moeten als een kind worden – als een klein kind.
Sommigen vinden dat niet makkelijk te aanvaarden. De meesten onder ons willen sterk zijn. We stellen als een kind zijn misschien gelijk aan zwak zijn. De meeste ouders kijken uit naar de dag waarop hun kinderen zich minder kinderachtig gedragen. Maar koning Benjamin, die net zo goed als ieder ander mens begreep wat het inhoudt om sterk en moedig te zijn, maakt duidelijk dat het niet kinderachtig is om als een kind te zijn. Het betekent dat we zoals de Heiland zijn, die zijn Vader om kracht bad zodat Hij in staat zou zijn om diens wil te doen en verzoening voor de zonden van al Gods kinderen te brengen, en dat vervolgens deed. We moeten veranderen en als een kind worden, zodat we de benodigde kracht opdoen om in zware tijden standvastig te blijven en vrede te vinden.
Koning Benjamin beschrijft hoe die verandering plaatsvindt: ‘Want de natuurlijke mens is een vijand van God, en is dat vanaf de val van Adam geweest, en zal dat voor eeuwig en altijd zijn, tenzij hij zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens aflegt en een heilige wordt door de verzoening van Christus, de Heer, en wordt als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt hem op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt.’6
We maken die verandering door als we met God verbonden sluiten, en die hernieuwen. Daardoor ontvangen we de kracht van de verzoening van Christus die een verandering in ons hart teweegbrengt. We voelen die telkens als we aan het avondmaal deelnemen, een tempelverordening voor een overleden voorouder verrichten, van de Heiland getuigen of als discipel van Christus voor iemand in nood zorgen.
Door zulke ervaringen worden we na verloop van tijd als een kind in ons vermogen om lief te hebben en te gehoorzamen. Zo gaan we op het vaste fundament staan. Ons geloof in Jezus Christus brengt ons tot bekering en gehoorzaamheid aan zijn geboden. Door die gehoorzaamheid ontvangen we kracht om verleiding te weerstaan en het beloofde gezelschap van de Heilige Geest.
Ons karakter wordt als dat van een klein kind, gehoorzaam aan God en liefdevoller. Door die verandering komen we in aanmerking voor de gaven van de Heilige Geest. Het gezelschap van de Geest troost, leidt en sterkt ons.
Ik weet nu wat koning Benjamin bedoelde toen hij zei dat we als een klein kind voor God kunnen worden. Ik weet uit ervaring dat de Heilige Geest vooral met een zachte stem spreekt, en dat we die het makkelijkste horen als ons hart zachtmoedig en onderworpen is, zoals dat van een kind. Het doeltreffendste gebed is: ‘Ik wil alleen wat U wilt. Laat me alstublieft weten wat dat is. Dan zal ik het doen.’
Als de storm om u heen woedt, kunt u standvastig blijven omdat u op de rots van uw geloof in Jezus Christus staat. Dat geloof leidt tot dagelijkse bekering en het consequent nakomen van verbonden. Dan bent u Hem altijd indachtig. En ondanks de stormen van haat en goddeloosheid bent u standvastig en hoopvol.
Bovendien reikt u anderen dan de hand om ze op de veilige rots te trekken. Geloof in Jezus Christus leidt altijd tot meer hoop en tot naastenliefde, de ware liefde van Christus.
Ik getuig plechtig dat de Heer Jezus Christus u uitnodigt: ‘Kom naar Mij toe.’7 Uit liefde voor u en uw dierbaren nodigt Hij u uit om tot Hem te komen, zodat u in dit leven vrede en in het hiernamaals het eeuwig leven zult hebben. Hij weet precies welke stormen u in deze proeftijd als onderdeel van het plan van geluk zult moeten trotseren.
Ik smeek u om de uitnodiging van de Heiland aan te nemen. Aanvaard zijn hulp als een zachtmoedig, liefdevol kind. Sluit en eer de verbonden die Hij u in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen aanbiedt. Zij zullen u sterken. De Heiland kent de stormen en de toevluchtsoorden op de weg naar ons thuis bij Hem en onze hemelse Vader. Hij weet de weg. Hij is de Weg. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.