Algemene conferentie
Uw goddelijke aard en eeuwige bestemming
Algemene aprilconferentie 2022


14:9

Uw goddelijke aard en eeuwige bestemming

Ik vraag u om Jezus Christus tot het middelpunt van uw leven te maken en de fundamentele waarheden in het jongevrouwenthema in gedachten te houden.

Lieve zusters, fijn dat u er bent. Het is me een eer om aan deze vrouwenbijeenkomst van de algemene conferentie deel te nemen. Ik mag nu en dan ook jongevrouwenklassen bijwonen. Maar zoals u ziet, ben ik zeker niet jong en ook geen vrouw! Ik merk echter dat ik me minder ongemakkelijk voel als ik het jongevrouwenthema samen met de jongevrouwen kan opzeggen. De diepzinnige leer in het jongevrouwenthema1 is belangrijk voor jongevrouwen, maar verder op iedereen van toepassing, ook op wie geen jongevrouw is.

Het jongevrouwenthema begint zo: ‘Ik ben een geliefde dochter van hemelse Ouders, met een goddelijke aard en een eeuwige bestemming.’2 Hierin staan vier belangrijke feiten. Ten eerste, u bent een geliefde dochter. Niets wat u doet of laat kan dat veranderen. God houdt van u omdat u zijn geestdochter bent. Zijn liefde voelen we misschien niet altijd, maar ze is er wel altijd. Gods liefde is volmaakt.3 Ons vermogen om die liefde te voelen is dat niet.

De Geest speelt een essentiële rol in het overbrengen van Gods liefde aan ons.4 Maar de invloed van de Heilige Geest kan gehinderd worden ‘door sterke emoties zoals boosheid, haat [of] angst, [wat] lijkt op het willen proeven van een zoete druif terwijl u een Spaanse peper eet. [De ene smaak] overheerst de andere volledig.’5 Gedrag waardoor we de Heilige Geest verdrijven, waaronder zonde,6 maakt het moeilijk om Gods liefde voor ons op te merken.

Onze ontvankelijkheid voor Gods liefde kan bovendien afstompen door moeilijke omstandigheden en bijvoorbeeld lichamelijke of psychische aandoeningen. In al die gevallen is de raad van vertrouwde leidinggevenden of professionals vaak welkom. We kunnen ook proberen ontvankelijker te worden voor Gods liefde door ons af te vragen: is mijn liefde voor God wel constant, of houd ik van Hem op goede dagen, maar minder op slechte dagen?

Het tweede feit is dat we hemelse Ouders, een Vader en een Moeder, hebben.7 De geopenbaarde leer over onze hemelse Moeder is een kenmerkend geloofspunt onder heiligen der laatste dagen. President Dallin H. Oaks heeft het belang hiervan beklemtoond: ‘Onze theologie begint met hemelse Ouders. Het is onze hoogste ambitie om als Zij te worden.’8

Er is heel weinig over onze Moeder in de hemel geopenbaard, maar wat we wél weten, staat als evangelieverhandeling in de app Evangeliebibliotheek.9 Lees die maar, dan weet u alles wat ik erover weet. Ik zou graag meer willen weten. U hebt ook vast nog wel vragen waarop u antwoorden wilt. Streven naar meer inzicht is een belangrijk onderdeel van onze geestelijke ontwikkeling, maar wees alstublieft voorzichtig. Verstandelijke redenering kan openbaring niet vervangen.

Speculatie leidt niet tot meer geestelijke kennis, maar kan misleiding tot gevolg hebben of ons afleiden van wat er wél geopenbaard is.10 De Heiland leerde zijn discipelen bijvoorbeeld: ‘[Bid] altijd tot de Vader […] in mijn naam.’11 We volgen dat patroon en aanbidden onze hemelse Vader in de naam van Jezus Christus. We bidden niet tot onze hemelse Moeder.12

Vanaf het begin zijn door God geroepen profeten gemachtigd om namens Hem te spreken. Maar ze verkondigen geen zelfbedachte leer13 of iets wat niet geopenbaard is. Let op de woorden van de oudtestamentische profeet Bileam, die men wilde omkopen om de Israëlieten ten gunste van Moab te vervloeken. Bileam zei toen: ‘Al zou [de koning van Moab] mij zijn huis vol zilver en goud geven, ik ben niet in staat het bevel van de Heere, mijn God, te overtreden om iets te doen, klein of groot.’14 Dat geldt evenzeer voor hedendaagse profeten. Openbaring van God eisen, is zowel arrogant als onproductief. We doen er beter aan om te wachten tot de Heer zijn waarheden wenst te openbaren door de middelen die Hij heeft ingesteld.15

Het derde feit in de eerste alinea van het jongevrouwenthema is dat we ‘een goddelijke aard’ hebben. Die maakt deel uit van wie we zijn. Deze geestelijke ‘genen’ hebben we van onze hemelse Ouders meegekregen zonder daar zelf iets voor te hoeven doen.16 Die identiteit staat voorop, hoe we ons verder ook wensen te identificeren. Het besef van dit diepzinnige gegeven is belangrijk voor iedereen, maar vooral voor mensen uit groepen die van oudsher gemarginaliseerd, onderdrukt of onderworpen zijn geweest. Bedenk dat uw belangrijkste identiteit met uw goddelijke aard als kind van God samenhangt.

Het vierde feit is dat we een ‘eeuwige bestemming’ hebben. Die bestemming wordt ons niet opgedrongen. Na de dood krijgen we waarvoor we in aanmerking komen en zullen we alleen ‘datgene […] genieten wat [w]ij bereid zijn te ontvangen’.17 Besef dus dat onze eeuwige bestemming van onze keuzes afhangt. Daarvoor zullen we heilige verbonden moeten sluiten en nakomen. Dit verbondspad is de manier waarop we tot Christus komen. Het is gegrondvest op absolute waarheid en eeuwige, onveranderlijke wetten. We kunnen niet ons eigen pad creëren en Gods beloofde resultaten verwachten. Zijn zegeningen verwachten terwijl we de eeuwige wetten niet naleven waarop ze zijn gegrond,18 is misplaatst. Dat is zoiets als een hete kachel menen te kunnen aanraken en ‘besluiten’ je er niet aan te branden.

U weet wellicht dat ik vroeger patiënten met hartfalen behandelde. De beste resultaten werden bereikt door een vaste, beproefde behandeling te volgen. Sommige patiënten stelden tegen beter weten in een ander behandelplan voor. Ze zeiden: ‘Ik wil niet zo veel medicijnen.’ Of: ‘Ik wil niet zo veel vervolgonderzoeken ondergaan.’ Uiteraard stond het de patiënten vrij om zelf beslissingen te nemen. Maar als ze van een optimaal behandelplan afweken, waren de resultaten daar ook naar. Patiënten met hartfalen kunnen geen ondermaatse aanpak kiezen en dan hun cardioloog de belabberde resultaten verwijten.

Dat geldt ook voor ons. Het voorgeschreven pad van onze hemelse Vader leidt tot de beste eeuwige resultaten. We zijn vrij om te kiezen, maar we kunnen niet de gevolgen kiezen als we het geopenbaarde pad niet willen volgen.19 De Heer heeft gezegd: ‘Hetgeen een wet schendt en zich niet aan de wet houdt, maar zichzelf tot wet wil worden, […] kan niet door de wet worden geheiligd, noch door barmhartigheid, gerechtigheid, of het oordeel.’20 We kunnen niet van de koers van onze hemelse Vader afwijken en Hem dan de belabberde resultaten verwijten.

De tweede alinea in het jongevrouwenthema luidt: ‘Als discipel van Jezus Christus streef ik ernaar om zoals Hij te worden. Ik streef naar persoonlijke openbaring en handel ernaar, en ik dien anderen in zijn heilige naam.’ We ontwikkelen een getuigenis van Jezus Christus door in geloof te handelen.21 We kunnen dankzij de gave van de Geest ‘weten dat Jezus Christus de Zoon van God is, en dat Hij gekruisigd is voor de zonden van de wereld’. Of we kunnen de gave ontvangen om te geloven in de woorden van hen die het weten,22 tot we het zelf weten. We kunnen de leringen van de Heiland volgen en anderen helpen tot Hem te komen. Zo dragen wij aan zijn werk bij.23

Het jongevrouwenthema gaat verder: ‘Ik zal te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen als getuige van God staan.’ Alle leden van de kerk zijn nodig als getuige van God.24 Apostelen en zeventigers zijn echter als bijzondere getuigen van de naam van Christus geroepen.25 Stel u een voetbalwedstrijd voor waarin alleen de keeper het doel probeert af te schermen. Zonder de hulp van de andere teamspelers kan de keeper het doel niet goed verdedigen en zal het team altijd verliezen. Zo is iedereen ook nodig in het team van de Heer.26

De laatste alinea van het jongevrouwenthema begint als volgt: ‘In mijn streven om voor verhoging in aanmerking te komen, koester ik de gave van bekering en probeer ik elke dag vooruit te gaan.’ Dankzij het zoenoffer van de Heiland kunnen wij ons bekeren, van onze fouten leren en er niet door veroordeeld worden. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Te veel mensen beschouwen bekering als een straf. […] Maar dat gevoel komt van Satan. Hij probeert te voorkomen dat we op Jezus Christus vertrouwen die met open armen klaarstaat en ons maar al te graag wil genezen, vergeven, reinigen, sterken en heiligen.’27

Als we ons oprecht bekeren, blijft er geen geestelijk litteken achter – wat we ook gedaan hebben, hoe ernstig het ook was of hoe vaak we ook in herhaling zijn vervallen.28 Zo dikwijls als wij ons met een oprechte bedoeling bekeren en vergeving zoeken, kunnen wij vergeving ontvangen.29 Wat een geweldig geschenk van onze Heiland, Jezus Christus!30 De Heilige Geest kan ons laten weten dat we vergeven zijn. Dan voelen we vreugde en gemoedsrust,31 is onze schuld weggevaagd,32 en worden we niet meer door onze zonde gekweld.33

Maar zelfs na oprechte bekering kunnen we struikelen. Struikelen wil niet zeggen dat de bekering ontoereikend was, maar kan gewoon met onze menselijke zwakheid te maken hebben. Hoe vertroostend is het om te weten dat ‘de Heer een onderscheid maakt tussen zwakheid en opstandigheid’. We moeten er niet aan twijfelen dat de Heer ons met onze zwakheden kan helpen, want ‘Hij is altijd barmhartig als Hij het over zwakheden heeft.’34

Het jongevrouwenthema sluit als volgt af: ‘Met geloof zal ik mijn gezin versterken, heilige verbonden sluiten en nakomen, en de verordeningen en zegeningen van de heilige tempel ontvangen.’ Het gezin versterken houdt misschien in dat u de eerste schakel in een keten van getrouwheid smeedt, een erfgoed van geloof voortzet of het herstelt.35 Hoe dan ook, kracht komt voort uit geloof in Jezus Christus en het sluiten van heilige verbonden.

In de tempel leren we wie we zijn en waar we vandaan zijn gekomen. De Romeinse filosoof Cicero heeft gezegd: ‘Als je niet weet wat er vóór je geboorte is gebeurd, blijf je altijd kind.’36 Hij doelde uiteraard op de wereldgeschiedenis, maar zijn scherpzinnige observatie kan breder worden getrokken. We blijven altijd kind als het eeuwige perspectief dat we in de tempel leren aan ons voorbijgaat. Daar groeien we op in de Heer, ontvangen we een volheid van de Heilige Geest,37 en worden we een toegewijdere discipel van de Heiland.38 Komen wij onze verbonden na, dan vloeit Gods macht ons toe.39

Ik vraag u om Jezus Christus tot het middelpunt van uw leven te maken en de fundamentele waarheden in het jongevrouwenthema in gedachten te houden. Als u ervoor openstaat, zal de Heilige Geest u leiden. Onze hemelse Vader wil graag dat u als zijn erfgename alles ontvangt wat Hij heeft.40 Meer kan Hij u niet bieden. Meer kan Hij u niet beloven. Hij houdt meer van u dan u beseft, en heeft uw geluk in dit leven en hierna voor ogen. In de naam van Jezus Christus. Amen.