Video: ‘U bent de vrouwen die hij voorzag’
In 1979 lag president Spencer W. Kimball tijdens een algemene vrouwenbijeenkomst in het ziekenhuis en vroeg hij zijn vrouw, Camilla, om zijn toespraak voor te lezen.
Zuster Camilla Kimball: ‘Een groot gedeelte van de groei die de kerk in de laatste dagen doormaakt, komt door de vele goede vrouwen die in groten getale lid van de kerk worden (omdat ze vaak geestelijk zijn ingesteld). Dit zal gebeuren omdat de vrouwen van de kerk rechtschapen en welbespraakt door het leven gaan en omdat zij – in positieve zin – als anders gezien worden dan de vrouwen van de wereld.’1
President Russell M. Nelson: ‘Geliefde zusters, u bent onze cruciale partner in deze eindtijd. De tijd die president Kimball voorzag, is nu aangebroken. U bent de vrouwen die hij voorzag! Uw deugd, licht, liefde, kennis, moed, karakter, geloof en rechtschapen levenswandel zullen goede vrouwen uit de wereld, met hun gezinsleden, in ongekende aantallen lid van de kerk doen worden!
‘Wij […] hebben uw kracht, uw bekering, uw overtuiging, uw leidinggevende kwaliteiten, uw wijsheid en uw stem nodig. Het koninkrijk van God is niet en kan niet compleet zijn zonder vrouwen die heilige verbonden sluiten en vervolgens nakomen, vrouwen die met de macht en het gezag van God kunnen spreken! […]
‘Wat uw roeping ook is, wat uw omstandigheden ook zijn, wij hebben uw indrukken, uw inzichten en uw inspiratie nodig. Wij hebben uw stem en inbreng nodig in onze wijk- en ringraden. Wij hebben de inbreng van iedere getrouwde zuster nodig als “een bijdragende en volledige partner” terwijl u eensgezind met uw man uw gezin bestuurt. Gehuwd of ongehuwd, als zusters bezit u kenmerkende capaciteiten en een bijzondere intuïtie die u als gaven van God ontvangen hebt. Wij broeders kunnen [niet diezelfde] unieke invloed uitoefenen.
‘Wij weten dat het hoogtepunt van de hele schepping de schepping van de vrouw was! Wij hebben uw kracht nodig!
‘[Ik] dank u, lieve zusters, en zegen u dat u uw volle wasdom zult bereiken en aan het doel van uw schepping zult beantwoorden, terwijl we zij aan zij in dit heilige werk voortgaan. Samen zullen wij de wereld mede op de wederkomst van de Heer voorbereiden.’2