In partnerschap met de Heer
Volgens het herstelde evangelie van Jezus Christus zijn man en vrouw volwaardige partners, zowel op aarde als in de hemel.
Niet lang na onze trouwdag liet mijn lieve vrouw zich ontvallen dat ze een muziekinstrument wilde leren bespelen. Omdat ik haar wilde plezieren, besloot ik uit liefde een grote verrassing voor mijn schat te ‘orkestreren’. Ik ging naar een muziekwinkel en kocht een piano voor haar. Opgetogen stopte ik het aankoopbewijs in een doosje, deed er een mooie strik om en gaf het aan haar, in de verwachting dat ze haar liefdevolle, attente echtgenoot uitvoerig onder dankbetuigingen zou bedelven.
Toen ze het doosje opendeed en zag wat erin zat, keek ze me liefdevol aan en zei: ‘Schat, je bent geweldig! Maar ik vraag me af of we ons dit geschenk wel kunnen veroorloven.’ Na enig overleg besloten we kort daarna de aankoop te annuleren. We moesten, zoals zoveel jonggehuwden, van een krap budget rondkomen. Door dit voorval zag ik in hoe belangrijk het in een huwelijksrelatie is om gelijkwaardige partners te zijn, en hoe dat beginsel mijn vrouw en mij kon helpen om één van hart en één van zin te zijn.1
Volgens het herstelde evangelie van Jezus Christus zijn man en vrouw volwaardige partners, zowel op aarde als in de hemel. Hoewel vrouw en man specifieke eigenschappen en door God aangewezen taken hebben, vervullen beiden even relevante en essentiële rollen in Gods geluksplan voor zijn kinderen.2 Dat was vanaf het begin duidelijk, want de Heer verklaarde toen al dat ‘het niet goed was dat de mens alleen zou zijn; daarom [zou Hij] een passende hulp voor hem maken’.3
Het plan van de Heer voorzag in een ‘passende hulp’, een metgezellin die, zij aan zij met Adam, deel uitmaakte van een volwaardig partnerschap.4 In feite was Eva een geschenk uit de hemel voor Adam. Met haar goddelijke inborst en geestelijke eigenschappen inspireerde ze Adam om als partners Gods geluksplan voor alle mensen te verwezenlijken.5
Twee basisbeginselen die het samenwerkingsverband tussen man en vrouw verankeren, zijn daarbij van belang. Het eerste beginsel is: ‘Wij zijn allen voor God gelijk.’6 Volgens de leer van het evangelie heft het verschil tussen man en vrouw niet de eeuwige beloften op die God zijn zoons en dochters heeft gedaan. De een maakt in de eeuwigheid niet meer kans op celestiale heerlijkheid dan de ander.7 De Heiland nodigt al Gods kinderen uit ‘om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt’.8 Daarom zijn we, in deze context, allen gelijk voor Hem.
Als huwelijkspartners dit beginsel begrijpen en het zich eigen maken, zullen ze zichzelf niet als president of vicepresident van hun gezin zien. Niemand is superieur of inferieur in de huwelijksrelatie, noch loopt een van de partners voor of achter de ander. Ze staan naast elkaar, als gelijken, goddelijke nakomelingen van God. Ze worden één in gedachte, verlangen en doel met onze hemelse Vader en Jezus Christus,9 en samen leiden en sturen ze hun gezin.
In een huwelijk met gelijkwaardige partners ‘is liefde geen bezit, maar participatie, […] deel van die cocreatie die onze menselijke roeping is’.10 ‘Met wezenlijke participatie smelten man en vrouw samen in de interactieve eenheid van een “eeuwigdurende heerschappij”, die “zonder dwang” en “voor eeuwig en altijd” geestelijk leven aan hen en hun nageslacht laat toevloeien.’11
Het tweede relevante beginsel is de gulden regel, die de Heiland in de Bergrede onderwees: ‘En zoals u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo.’12 Dit beginsel duidt op een houding die uitgaat van verbondenheid, wederkerigheid, eenheid en onderlinge afhankelijkheid, en die is gebaseerd op het tweede grote gebod: ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf.’13 Het smelt samen met andere christelijke eigenschappen zoals lankmoedigheid, mildheid, zachtmoedigheid en menslievendheid.
Van de heilige en eeuwige verbintenis die God tussen onze eerste ouders, Adam en Eva, instelde, leren we hoe we dit beginsel beter kunnen toepassen. Ze werden één vlees14 en voegden zo een dimensie van eenheid toe, die hen in staat stelde in respect, dankbaarheid en liefde met elkaar om te gaan. Ze cijferden zich weg en streefden elkaars welzijn na op hun hemelwaartse tocht.
Diezelfde eigenschappen streven we ook nu in een eensgezind huwelijk na. Een man en vrouw die in de tempel worden verzegeld, treden toe tot de heilige huwelijksorde in het nieuw en eeuwigdurend verbond. Door middel van deze orde van het priesterschap krijgen ze eeuwige zegeningen en goddelijke macht om hun gezinszaken te regelen, mits zij de gesloten verbonden naleven. Vanaf dit punt zijn ze afhankelijk van elkaar en volwaardige partners van de Heer, vooral waar het gaat om de opvoedende en presiderende taken die God hun heeft opgedragen.15 Opvoeden en presideren zijn nauw met elkaar verbonden en overlappende taken. Dat betekent dat moeders en vaders ‘de plicht [hebben] om elkaar als gelijkwaardige partners […] te helpen’16 en dat ze delen in een evenwichtig leiderschap bij hen thuis.
Opvoeden betekent de gezinsleden ‘voeden, onderwijzen en steunen’. Dat is het geval als u hun liefdevol ‘evangeliewaarheden en geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus bijbrengt’. Presideren betekent ‘de gezinsleden terug naar Gods tegenwoordigheid helpen leiden. Dat doet u door vriendelijk, zachtmoedig en met zuivere liefde […] te dienen en te onderwijzen’. Het houdt ook in ‘de gezinsleden regelmatig voor gebed, evangeliestudie en andere aspecten van aanbidding bijeen te roepen. Ouders werken eensgezind’, naar het voorbeeld van Jezus Christus, ‘aan die [twee belangrijke] taken’.17
Het is van belang dat u inziet dat leiderschap in het gezin het patriarchale patroon volgt. Daardoor verschilt het in bepaalde opzichten van de priesterschapsleiding in de kerk.18 Het patriarchale patroon sluit in dat man en vrouw rechtstreeks aan God verantwoording afleggen over de vervulling van hun heilige gezinstaken. Het vereist een volwaardig partnerschap – de bereidheid elk beginsel van rechtschapenheid en verantwoordingsplicht na te leven – dat de partners mogelijkheden biedt om zich binnen een leefomgeving van liefde en wederzijds hulpbetoon te ontwikkelen.19 Die bijzondere taken impliceren geen rangorde en sluiten alle vormen van mishandeling of ongepast gebruik van gezag uit.
Nadat zij de hof van Eden hadden verlaten, illustreerden Adam en Eva prachtig hoe een moeder en vader van elkaar afhankelijk zijn om hun gezin goed op te voeden en te presideren. We lezen in het boek Mozes dat zij samen de aarde in het zweet van hun gezicht bewerkten om hun gezin materieel welzijn te bieden;20 ze brachten kinderen in de wereld;21 riepen samen de naam van de Heer aan en hoorden Hem ‘vanaf de weg naar de hof van Eden’ tot hen spreken.22 Ze aanvaardden de geboden die ze van de Heer kregen en streefden er samen naar die te gehoorzamen.23 Vervolgens ‘maakten zij [deze] dingen bekend aan hun zonen en hun dochters’24 en ‘hielden niet op God aan te roepen’ voor hun behoeften.25
Geliefde broeders en zusters, opvoeden en presideren zijn mogelijkheden, geen strikte afbakeningen. Iemand is misschien verantwoordelijk voor iets, maar hij of zij hoeft niet de enige te zijn die dat doet. Als liefdevolle ouders deze twee belangrijke taken goed begrijpen, zullen ze samen hun best doen om voor het lichamelijk en emotioneel welzijn van hun kinderen te zorgen. Ook maken ze hen bestand tegen de geestelijke gevaren van deze tijd door ze te voeden met het goede woord van de Heer, dat Hij aan zijn profeten heeft geopenbaard.
Hoewel man en vrouw elkaar in de hun door God opgedragen taken steunen, kunnen invaliditeit, overlijden of andere omstandigheden individuele aanpassing noodzakelijk maken.26 Soms heeft een huwelijkspartner de taak om beide rollen te vervullen, hetzij tijdelijk, hetzij blijvend.
Onlangs sprak ik met een zuster en een broeder voor wie dit het geval is. Als alleenstaande ouder hebben zij, binnen hun gezinssfeer en in partnerschap met de Heer, besloten hun leven geheel aan de geestelijke en stoffelijke zorg van hun kinderen toe te wijden. Hoewel echtscheiding hun lot was, zijn ze hun tempelverbonden met de Heer en zijn eeuwige beloften niet uit het oog verloren. Beiden hebben bij alles de hulp van de Heer ingeroepen, omdat ze hun problemen willen oplossen en op het verbondspad willen wandelen. Ze vertrouwen erop dat de Heer voor hen zal zorgen, niet alleen in dit leven, maar ook in de eeuwigheid. Beiden hebben hun kinderen in mildheid, zachtmoedigheid en zuivere liefde opgevoed, zelfs onder moeilijke omstandigheden. Voor zover ik weet, hebben deze twee alleenstaande ouders God niet de schuld gegeven van hun benarde situatie. In plaats daarvan kijken ze met volmaakt stralende hoop en vertrouwen uit naar de zegeningen die de Heer voor hen in petto heeft.27
Broeders en zusters, de Heiland heeft het volmaakte voorbeeld gegeven, dat Hij volkomen één was met het doel en de leer van onze Vader in de hemel. Hij bad dit ten behoeve van zijn discipelen: ‘Opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn […] , opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn.’28
Ik getuig tot u dat wij, vrouwen en mannen die in een eensgezind en gelijkwaardig partnerschap samenwerken en de goddelijke taken in onze huwelijksrelatie vervullen, de eenheid zullen ervaren waarover de Heiland heeft gesproken. Ik beloof u, in de naam van Christus, dat harten ‘in eenheid en in liefde jegens elkaar verweven’ zullen zijn,29 dat we meer vreugde zullen genieten op onze tocht naar het eeuwige leven, en dat ons vermogen om elkaar, en met elkaar, te dienen aanzienlijk zal toenemen.30 Ik getuig van deze ware beginselen in de heilige naam van de Heiland, Jezus Christus. Amen.