Wees trouw aan God en zijn werk
We moeten allemaal een eigen getuigenis van Jezus Christus ontvangen, onze lusten beteugelen, ons van onze zonden bekeren, en trouw aan God en zijn werk blijven.
In oktober 2021 had ik samen met president M. Russell Ballard en ouderling Jeffrey R. Holland de opdracht om het Verenigd Koninkrijk te bezoeken, waar we alle drie als jonge zendeling hebben gediend. We hadden het voorrecht om les te geven en te getuigen, en opnieuw de kerkgeschiedenis op de Britse eilanden te beleven, waar mijn betovergrootvader Heber C. Kimball en zijn collega’s de eerste zendelingen waren.1
President Russell M. Nelson plaagde ons met deze opdracht en zei dat het ongebruikelijk was dat drie apostelen het gebied bezochten waar zij in hun jeugd op zending waren geweest. Hij begreep dat iedereen zijn oorspronkelijke zendingsgebied graag wil bezoeken. Met een grote glimlach legde hij beknopt uit dat als er nog drie apostelen zijn die meer dan 60 jaar geleden in hetzelfde zendingsgebied hebben gediend, zij ook een soortgelijke opdracht kunnen krijgen.
Ter voorbereiding op die opdracht herlas ik het boek Life of Heber C. Kimball [Het leven van Heber C. Kimball], geschreven door zijn kleinzoon, Orson F. Whitney, die later als apostel is geroepen. Ik had dat boek van mijn lieve moeder gekregen toen ik bijna 7 jaar was. We waren ons toen aan het voorbereiden op de inwijding van het This Is the Place Monument op 24 juli 1947 door president George Albert Smith.2 Ze wilde dat ik meer over mijn voorouder, Heber C. Kimball, zou leren.
Dit boek bevat een diepzinnige uitspraak, toegeschreven aan president Kimball, die ook in onze tijd belangrijk is. Voordat ik die uitspraak voorlees, wil ik graag wat achtergrondinformatie geven.
Toen de profeet Joseph Smith in de gevangenis te Liberty zat, hadden de apostelen Brigham Young en Heber C. Kimball de verantwoordelijkheid om onder verschrikkelijke omstandigheden toezicht te houden op de evacuatie van de heiligen uit Missouri. De evacuatie was grotendeels noodzakelijk vanwege het uitroeiingsbevel van gouverneur Lilburn W. Boggs.3
Bijna 30 jaar later zei Heber C. Kimball als lid van het Eerste Presidium tegen een nieuwe generatie over deze geschiedenis: ‘Laat mij tegen u zeggen dat velen van u alle moeilijkheden, beproevingen en vervolgingen zullen meemaken die u kunt verdragen, en dat u veel kansen zult krijgen om te laten zien dat u trouw aan God en zijn werk bent.’4
Heber zei verder: ‘Om de komende problemen het hoofd te kunnen bieden, moeten we zelf de nodige kennis van de waarheid van dit werk hebben. De problemen zullen zo groot zijn dat de man of vrouw zonder deze persoonlijke kennis of dit getuigenis niet zal standhouden. Als u geen getuigenis hebt, leef dan goed, roep de Heer aan en geef niet op totdat u het hebt. Als u dat niet doet, zult u niet standhouden. […] Er zal een tijd aanbreken dat geen mens op geleend licht kan standhouden. Ieder zal door het licht in zichzelf geleid moeten worden. […] Als u het niet bezit, zult u niet standhouden. Probeer daarom een getuigenis van Jezus te ontwikkelen en houd u daaraan vast, zodat u in tijden van beproeving niet zult wankelen en vallen.’5
We hebben allemaal een eigen getuigenis van Gods werk6 en de cruciale rol van Jezus Christus nodig. In Leer en Verbonden 76 is er sprake van de drie graden van heerlijkheid. De celestiale heerlijkheid wordt met de zon vergeleken. Het terrestriale koninkrijk wordt met de maan vergeleken.7
Het is interessant dat de zon zelf licht geeft, maar dat de maan slechts licht weerspiegelt dat het van de zon ‘leent’. In vers 79 staat over het terrestriale koninkrijk: ‘Dezen zijn het die niet kloekmoedig zijn in het getuigenis van Jezus.’ We kunnen met geleend licht het celestiale koninkrijk niet verwerven en bij God de Vader leven. We hebben ons eigen getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie nodig.
Wij leven in een wereld waar ongerechtigheid welig tiert8 en waar harten zich van God afkeren vanwege de leefregels van de mens.9 Een van de meest overtuigende voorbeelden in de Schriften van het belang dat Heber C. Kimball hecht aan het zoeken naar een getuigenis van Gods werk en van Jezus Christus, is te vinden in Alma’s raad aan zijn drie zonen, Helaman, Shiblon en Corianton.10 Twee van zijn zoons waren trouw aan God en zijn werk gebleven. Maar één zoon had enkele slechte keuzes gemaakt. Het belangrijkste aspect van Alma’s advies is volgens mij dat het een vaderlijk advies voor het welzijn van zijn kinderen was.
Net als Heber C. Kimball was Alma’s eerste zorg dat iedereen een getuigenis van Jezus Christus had en trouw aan God en zijn werk bleef.
In Alma’s opmerkelijke onderricht aan zijn zoon Helaman doet hij een diepzinnige belofte, dat zij die ‘hun vertrouwen in God stellen, zullen worden geschraagd in hun beproevingen en in hun moeilijkheden en in hun benauwingen, en ten laatsten dage zullen worden verhoogd’.11
Hoewel Alma een manifestatie had ontvangen waarbij hij een engel zag, is dat uitzonderlijk. Indrukken van de Heilige Geest zijn gebruikelijker. Dergelijke indrukken van de Heilige Geest kunnen even belangrijk zijn als manifestaties van engelen. President Joseph Fielding Smith heeft gezegd: ‘Indrukken die de Heilige Geest op de ziel nalaat, betekenen veel meer dan een visioen. Als de Geest tot onze geest spreekt, is de indruk op de ziel veel moeilijker uit te wissen.’12
Dit brengt ons bij Alma’s raad aan zijn tweede zoon, Shiblon. Shiblon was rechtschapen, net als zijn broer Helaman. Ik wil graag de nadruk leggen op deze raad in Alma 38:12: ‘Zie ook toe dat je al je hartstochten beteugelt, opdat je met liefde vervuld zult zijn.’
Beteugelen is een interessant woord. Als we paardrijden, gebruiken we een teugel om het paard te leiden. Goede synoniemen zouden kunnen zijn: in goede banen leiden, de baas blijven of in toom houden. In het Oude Testament staat dat we van vreugde juichten toen we hoorden dat we een lichaam zouden krijgen.13 Het lichaam is niet slecht – het is mooi en essentieel – maar sommige heftige gevoelens kunnen ons, als ze niet op de juiste manier gebruikt en in toom gehouden worden, van God en zijn werk scheiden en ons getuigenis negatief beïnvloeden.
Ik wil graag twee van die gevoelens bespreken, namelijk boosheid en lust.14 Het is opmerkelijk dat beide, als we ze ongebreideld of ongecontroleerd laten, veel hartzeer kunnen veroorzaken, de invloed van de Geest verminderen en ons van God en zijn werk afzonderen. De tegenstander grijpt elke kans aan om ons leven met beelden van geweld en onzedelijkheid te vullen.
In sommige gezinnen is het niet ongewoon dat een boze man of vrouw een huwelijkspartner of kind slaat. In juli nam ik deel aan een Brits parlementair forum voor alle partijen in Londen.15 Geweld tegen vrouwen en kinderen werd aangemerkt als een belangrijk wereldwijd probleem. Naast lichamelijk geweld maken anderen zich schuldig aan verbale mishandeling. In de proclamatie over het gezin staat dat wie ‘hun partner of kinderen mishandelen […] op een dag aan God rekenschap moeten afleggen’.16
President Nelson heeft dat gisteren duidelijk benadrukt.17 Neem u alstublieft voor dat u, ongeacht of uw ouders u al dan niet hebben mishandeld, uw huwelijkspartner of kinderen niet lichamelijk, verbaal of emotioneel zult mishandelen.
In onze tijd zijn geschillen en verbale mishandeling in verband met maatschappelijke kwesties enkele van de belangrijkste problemen. In veel gevallen hebben boosheid en grof taalgebruik de plaats ingenomen van rede, overleg en beleefdheid. Velen geven geen gehoor aan de aanmoediging van Petrus, de senior apostel van de Heiland, om naar christelijke eigenschappen als zelfbeheersing, geduld, godsvrucht, broederliefde en naastenliefde te streven.18 Ze hebben ook de christelijke eigenschap nederigheid opgegeven.
Naast het beheersen van boosheid en het bedwingen van andere heftige gevoelens moeten we een kuis leven leiden door onze gedachten, woordkeuze en daden te beheersen. We moeten pornografie vermijden, de gepastheid evalueren van wat we thuis streamen, en elke vorm van zondig gedrag vermijden.
Dat leidt ons naar Alma’s raad aan zijn zoon Corianton. In tegenstelling tot zijn broers Helaman en Shiblon beging Corianton seksuele overtredingen.
Omdat Corianton zich met onzedelijkheid had ingelaten, was het noodzakelijk dat Alma hem over bekering vertelde. Hij moest hem de ernst van zonde bijbrengen en uitleggen hoe hij zich kon bekeren.19
Alma’s preventieve raad was dus om hartstochten te beteugelen, maar zijn raad voor hen die al overtreden hadden, was om zich te bekeren. President Nelson heeft de leden tijdens de algemene aprilconferentie 2019 wijs advies over bekering gegeven. Hij gaf duidelijk aan dat dagelijkse bekering een wezenlijk onderdeel van ons leven is. ‘Bekering is geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces. Bekering is de sleutel tot geluk en gemoedsrust’, zei hij. ‘Dagelijkse bekering leidt tot reinheid, en reinheid leidt tot kracht.’20 Als Corianton had gedaan wat president Nelson adviseerde, zou hij zich hebben bekeerd zodra hij onzuivere gedachten had. Dan zouden er geen grote overtredingen hebben plaatsgevonden.
De raad die Alma tot slot aan zijn zoons gaf, is een van de belangrijkste leerstellingen in de Schriften. En die heeft betrekking op de verzoening van Jezus Christus.
Alma getuigde dat Christus zonde zou wegnemen.21 Zonder de verzoening van de Heiland zou de gerechtigheid als eeuwig beginsel een straf vereisen.22 Dankzij de verzoening van de Heiland kan barmhartigheid de overhand krijgen voor wie zich bekeren, zodat zij in de tegenwoordigheid van God kunnen terugkeren. We doen er goed aan om over deze geweldige leer na te denken.
Niemand kan alleen door zijn of haar goede werken bij God terugkeren; we hebben allemaal het zoenoffer van de Heiland nodig. Wij hebben allemaal gezondigd, en alleen door de verzoening van Jezus Christus kunnen wij genade ontvangen en bij God terugkeren.23
Alma gaf Corianton uitstekende raad, die ook geschikt is voor ons die het bekeringsproces hebben doorgemaakt of zullen doormaken, of onze zonden nu klein zijn of zo ernstig als die van Corianton. In vers 29 van Alma 42 staat: ‘En nu, mijn zoon, wens ik dat je je niet meer door deze dingen laat verontrusten, en je alleen door je zonden laat verontrusten met die onrust die je tot bekering zal verootmoedigen.’
Corianton luisterde naar Alma’s raad, bekeerde zich en diende eervol. Door de verzoening van de Heiland kan iedereen worden genezen.
In Alma’s tijd, in Hebers tijd, en zeker in onze tijd moeten we allemaal een eigen getuigenis van Jezus Christus ontvangen, onze lusten beteugelen, ons van onze zonden bekeren, vrede vinden door de verzoening van Jezus Christus, en trouw aan God en zijn werk blijven.
In een recente toespraak en opnieuw vanmorgen heeft president Russell M. Nelson gezegd: ‘Ik smeek je om je getuigenis van Jezus Christus in eigen hand te nemen. Werk eraan. Maak het deel van jezelf. Verzorg het. Voed het zodat het zal groeien. Dan zullen er wonderen in je leven plaatsvinden.’24
Ik ben dankbaar dat we nu van president Nelson zullen horen. Ik getuig dat president Nelson de profeet van de Heer voor onze tijd is. Ik waardeer en koester de geweldige inspiratie en leiding die we via hem ontvangen.
Als apostel van de Heer Jezus Christus getuig ik met zekerheid van de goddelijkheid van de Heiland en de werkelijkheid van zijn verzoening. In de naam van Jezus Christus. Amen.