Hoe groot zal dan uw vreugde zijn
Ik nodig u nu uit om met uw ervaring en beproefde getuigenis op zending te gaan.
Geliefde broeders en zusters, ik wil het vandaag hebben over de vergadering van Israël, volgens president Russell M. Nelson ‘het belangrijkste wat er nu op aarde gebeurt. Niets is zo veelomvattend, niets is zo belangrijk, niets is zo majestueus.’1
De vergadering is het ultieme bewijs dat ‘de waarde van zielen groot is in de ogen van God’.2 Zo simpel is het. We vergaderen Gods kinderen in deze laatste dagen zodat er ‘grote zegeningen op hun hoofd [worden] uitgestort’3 en zij de beloften van ‘de rijkdommen van de eeuwigheid’4 kunnen ontvangen. Om Israël te vergaderen, hebben we veel meer zendelingen nodig.5 Vandaag spreek ik tot de doorgewinterde senioren in de kerk die een zending kunnen vervullen. De Heer heeft u nodig. We hebben u nodig in New York en Chicago, Australië en Afrika, Thailand en Mexico, en elke plek die daartussen ligt.
Ik wil u meenemen naar 2015. Ik was toen pas geroepen als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Als apostel hebben we de geweldige taak om zendelingen toe te wijzen aan zendingsgebieden. Ik was als zeventiger bij dat proces betrokken,6 maar als apostel voelde ik het gewicht van deze taak op mijn schouders rusten. Onder gebed wees ik een groot aantal jonge ouderlingen en zusters één voor één aan zendingsgebieden over de hele wereld toe. Toen begon ik met de echtparen. Er stonden er tien op de lijst. Niet zo veel. Ik vroeg mijn collega van de afdeling Zendingswerk verbaasd: ‘Hoeveel hebben we er deze week nodig voor de openstaande aanvragen?’
Hij antwoordde: ‘Driehonderd.’
Dat ontnuchterende moment is me altijd bijgebleven. Tien echtparen voor driehonderd aanvragen.
President Russell M. Nelson heeft echtparen aangemoedigd ‘in gebed [te] gaan en onze hemelse Vader [te] vragen of de tijd rijp is om op zending te gaan’.7 Hij zei: ‘Van alle kwalificaties is het verlangen om te dienen wellicht de belangrijkste.’8
In de Schriften staat: ‘Indien u verlangens hebt om God te dienen, bent u tot het werk geroepen.’9 Dat werk draait om de wet van de oogst. In Johannes lezen we: ‘Opdat zich samen verblijden zowel wie zaait als wie oogst.’10
Ik heb gezien hoe de wet van de oogst in mijn eigen familie is vervuld.
Enkele jaren geleden was ik op familiebezoek. De bisschop vroeg mij de slotspreker in de avondmaalsdienst te zijn.11 Toen ik van het podium liep, kwam er een vrouw samen met haar zeven kinderen naar mij toe. Ze vertelde dat ze zuster Rebecca Guzman heette.
Ze vroeg: ‘Ouderling Rasband, kent u Rulon en Verda Rasband?’
Stralend antwoordde ik: ‘Dat zijn mijn ouders.’
U voelt het vast al aankomen. Met Rebecca’s toestemming, die hier met haar gezin in het Conferentiecentrum aanwezig is, wil ik u het verhaal van haar familie vertellen.12
Mijn ouders, ouderling Rulon en zuster Verda Rasband, waren op zending in het zendingsgebied Fort Lauderdale (Florida, VS).13 Ze gingen langs de deuren en klopten onder goddelijke leiding bij Rebecca aan. Ze luisterde in die tijd als tiener graag naar The Osmonds, met name naar onze vriend Donny, die hier vandaag aanwezig is.14 Ze had naar hun interviews geluisterd en was er zo achter gekomen dat ze lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waren. Ze kon voelen dat er iets bijzonders aan hen was. Omdat ze dacht dat dit misschien met hun geloof te maken had, deed Rebecca twee jaar lang in de schoolbibliotheek onderzoek naar de kerk. Dus toen een vriendelijk echtpaar bij haar aanklopte en zich voorstelde als zendelingen van de kerk, was ze stomverbaasd.
‘Mijn moeder zei dat ik ze moest wegsturen,’ schreef Rebecca later, ‘maar ik voelde dat ik dat niet moest doen. Ik keek ze aan en ik voelde zo veel hartelijkheid en liefde. Die herinnering brengt nog steeds tranen en diepe emoties teweeg.’15
Rebecca liet ze binnen en mijn ouders brachten haar, haar twee zusjes, en, ondanks haar bezwaren, ook haar moeder een boodschap.
Rebecca vertelde mij: ‘Uw ouders konden elke vraag geweldig beantwoorden. Ik zie hun gezicht nog voor me. Het leek alsof ze met licht waren omringd. We gaven uw moeder altijd een knuffel wanneer ze wegging en ze zorgde er altijd voor dat mijn moeder zich op haar gemak en gerespecteerd voelde. Uw vader onderwees altijd met fonkelende ogen over Jezus Christus. Hij probeerde mijn vader altijd bij de lessen te betrekken en wist hem uiteindelijk over de streep te trekken. Mijn vader werkte als kok bij een countryclub. Hij ging voor uw ouders koken en maakte ook uw vaders favoriete limoentaart.’16
Toen ouderling en zuster Rasband Rebecca en haar gezinsleden uitnodigden het Boek van Mormon te lezen, las Rebecca het binnen vijf dagen uit. Ze wilde zich onmiddellijk laten dopen, maar de anderen in het gezin waren er nog niet klaar voor. Na vier maanden stond Rebecca erop dat ze zich mocht laten dopen en lid worden van de ware kerk. Zij zei: ‘Ik wist met heel mijn hart dat het waar was.’17 Op 5 april 1979 werden de 19-jarige Rebecca, haar moeder en twee zusjes door zendelingen gedoopt. Mijn vader was een van de getuigen bij hun doop.
Toen ik Rebecca en haar gezin in de kerk ontmoette, namen we samen een foto. Ik liet de foto aan mijn hoogbejaarde moeder zien, die hem tegen haar hart drukte. Ze zei toen tegen mij: ‘Ronnie, dit is een van de mooiste dagen van mijn leven.’
De reactie van mijn moeder roept een andere vraag voor onze senioren op, namelijk: Wat doet u in deze fase van uw leven? Seniorzendelingen kunnen zoveel doen wat niemand anders kan. U bent een geweldige bron van positieve kracht, u hebt ervaring in de kerk en u bevindt zich in de positie om Gods kinderen aan te moedigen en te redden.
Misschien denkt u: Hoe kan ik mijn kleinkinderen achterlaten? We zullen bijzondere mijlpalen, verjaardagen, vrienden en onze huisdieren moeten missen. Als ik mijn moeder zou hebben gevraagd waarom ze met mijn vader op zending is gegaan, weet ik wat haar antwoord zou zijn geweest: ‘Ik heb kleinkinderen. Ik wil dat ze weten dat wij op zending zijn geweest. We wilden ons nageslacht het goede voorbeeld geven en we zijn zo enorm gezegend.’
Ik heb zendingsgebieden over de hele wereld bezocht. Ik heb het uitstekende werk van ons legioen seniorzendelingen gezien. Het is duidelijk dat zij met vreugde ‘de wil’ en ‘de zaak van de Heer’ doen.18
Voor sommigen, en we hopen duizenden van u, is een voltijdzending in een ander deel van de wereld uiterst geschikt.19 Voor anderen gaat de voorkeur uit naar een servicezending thuis. Sommigen kunnen niet op zending vanwege gezondheidsproblemen of andere omstandigheden. We hebben begrip voor deze omstandigheden en ik hoop dat u zendelingen op andere manieren zult steunen. Volg de raad van de profeet op en vraag in gebed wat de Heer van u verlangt.
Zendingsgebieden over de hele wereld smeken om uw hulp. President Nelson heeft over onze seniorzendelingen gezegd: ‘Zij zijn jong van geest, wijs en bereid om zich in te zetten.’20
Er zijn talloze mogelijkheden in het veld: u kunt dienen in een zendingskantoor of tempel; jonge zendelingen sterken; kleine gemeenten versterken; dienen in een FamilySearch-centrum of op een historische kerklocatie; lesgeven in het instituut, humanitaire hulp verlenen; met de jongvolwassenen werken; en in een loopbaancentrum of op een boerderij van de kerk helpen. Op de website voor seniorzendelingen vindt u informatie over manieren om te dienen, wat het beste bij u zou aansluiten, waar u nodig bent en hoe u zich kunt voorbereiden.21 U kunt ook met uw bisschop of gemeentepresident in gesprek gaan.
Ik heb veel echtparen op zending geroepen en gezien hoe het licht van Christus van hun gelaat straalde.22 Bij thuiskomst geven ze aan dat ze dichter tot de Heer en elkaar zijn gekomen, dat de Geest over hen is uitgestort en dat ze aan iets hebben bijgedragen.23 Wie wil dat nu niet?
Een zending is misschien wel het mooiste hoofdstuk in het leven van een echtpaar. ‘Wij gaan daar waarheen Gij ons zendt’24 is wellicht een geschikte titel. Hoewel u zich misschien op onbekende paden zult bevinden, zult u door de macht van de Geest uw weg vinden.
Mijn ouders en duizenden teruggekeerde zendingsechtparen hebben getuigd van de vreugde van het zendingswerk. De Heer heeft in hedendaagse Schriftuur gezegd: ‘En al ware het zo dat u al uw dagen arbeidde om dit volk bekering toe te roepen, en slechts één ziel tot Mij bracht, hoe groot zal dan uw vreugde met hem zijn in het koninkrijk van mijn Vader!’25
Jesaja beschreef poëtisch wat dienen in het zendingsveld inhoudt. In de Schriften staat dat de akker, oftewel het veld, de wereld is.26 Deze grootse profeet van weleer schreef: ‘Want in blijdschap zult u uittrekken en met vrede voortgeleid worden. De bergen en de heuvels zullen voor uw ogen uitbreken in gejuich en alle bomen van het veld zullen in de handen klappen.’27 De bergen, heuvels, velden en bomen kunnen we vergelijken met zendingspresidenten, bisschoppen, districtsleiders, leden en allen die naar waarheid zoeken, maar ‘niet weten waar die te vinden is’.28 Zij zullen getuigen dat seniorzendelingen veel goeds tot stand brengen met hun getuigenis van onze Heiland en Verlosser Jezus Christus.
Als apostel van de Heer Jezus Christus vraag ik u als zendeling voor de vergadering van Israël werkzaam te zijn of misschien nog een zending te vervullen. We hebben u nodig. We hebben u nodig. We zijn u, senioren, dankbaar voor het leven dat u hebt geleid en het voorbeeld dat u bent geweest voor uw gezin, wijk en ring. Ik nodig u nu uit om met uw ervaring en beproefde getuigenis op zending te gaan. Het is mijn gebed dat er honderden van u op uw oproep zitten te wachten wanneer ik weer echtparen toewijs.
Ik beloof u dat u de liefde van de Heer zult voelen, dat u Hem zult kennen en dat Hij u zal kennen wanneer u dient. ‘Hoe groot zal dan uw vreugde zijn.’29 Uw toegewijde werk voor Jezus Christus zal uw familie, kleinkinderen en achterkleinkinderen inspireren en tot zegen zijn. Vrede en liefde zal hen jarenlang vermeerderd worden.30 Dat beloof ik. In de naam van Jezus Christus. Amen.