Geroepen om te dienen
John W. F. Volker, een jonge Nederlandse bekeerling die in Ogden (Utah) woonde, vernam op 8 oktober 1882 toen hij van een ritje met zijn rijtuig terugkwam dat hij op zending naar Nederland geroepen was. Er reisden op hetzelfde moment nog 52 andere zendelingen af naar Europa, maar er waren er slechts twee – Volker en Peter J. Lammers – aan Nederland toegewezen. Zij zouden de enige zendelingen van de kerk in het land zijn.
Hoewel de kerkleden lastig werden gevallen, en soms zelfs bedreigd, bemerkte Volker dat dit de leden er niet van weerhield om aan het werk deel te nemen. ‘De heiligen hier in Holland’, schreef hij, ‘doen er alles aan om het evangelie te verbreiden.’ Zes leden waren scheepskapitein en reisden voor zaken vaak het hele land door. Die leden namen op verzoek van Lammers brochures mee, die ze overal verspreidden waar ze ook heengingen. Volker huurde in Heerenveen een zaal en belegde twee grote bijeenkomsten. Plaatselijke leden verspreidden meer dan negenhonderd strooibiljetten om de bijeenkomsten onder de aandacht te brengen. De bijeenkomsten werden goed bezocht. Volker en Lammers gaven beide keren ‘een sterk getuigenis van dit werk en dat Joseph Smith een profeet van God was’.
Volker keerde in 1883 naar Ogden terug. Daar werd hij mede-eigenaar van een winkel in boeken en kantoorbenodigdheden, huwde met Edith Parker en maakte zich op voor een gerieflijk leven. John en Edith droomden allebei in de avond van 15 september 1885 dat John weldra weer op zending naar Nederland geroepen zou worden. ‘Ik nam de roeping met dankbaarheid jegens mijn hemelse Vader aan’, schreef Volker nadat de formele roeping was gekomen. ‘Toch voelde ik mij zwak […] om zulk een werk te doen.’
Toen hij in Nederland aankwam, trof hij de gemeenten van de kerk ‘in een verstrooide toestand’ aan. Volker wist niet goed waar hij moest beginnen en bad om leiding. Hij scheef: ‘Ik probeerde eerst de situatie voor de heiligen zo goed mogelijk te verbeteren.’ Hij vertaalde een paar brochures in het Nederlands en verspreidde die onder de leden, ‘zodat zij bijeenkomsten konden houden […] en tot getrouwheid aangemoedigd konden worden.’
Volker had het zo druk met het lenigen van de behoeften van de plaatselijke kerkleden, dat er weinig tijd voor evangelisatie overbleef. Hij klopte eerst om hulp aan bij de Europese Zending en riep vervolgens plaatselijke leden als zendeling. Hij begon ze ook van een nieuw leermiddel te voorzien: een Nederlandse vertaling van het Boek van Mormon. Zodra hij een gedeelte voltooid had, stuurde Volker exemplaren van het manuscript naar gemeenten in heel Nederland. Het aantal bekeerlingen in Nederland nam na 1890, toen de Nederlandse vertaling van het Boek van Mormon was voltooid en er meer zendelingen kwamen, sterk toe.