2013
Loslopende alpaca’s!
augustus 2013


Loslopende alpaca’s!

Die laatste alpaca verroerde geen vin. Wat moest ik toch doen?

‘Zeg mij toch, Heer, in antwoord op mijn vraag: Wat wilt U dat ik zeg en doe vandaag?’ (‘Zeg mij toch, Heer’, Kinderliedjes , p. 75.)

Afgelopen zomer werkte ik voor mijn buurvrouw. Ze heeft naast haar walnotenboomgaard een grote boerderij met alpaca’s. Alpaca’s lijken op lama’s, maar dan kleiner.

Mijn werk bestond uit dagelijks hun stal schoonmaken. Ik vond het werk wel leuk, ook al was het niet makkelijk.

Op een hete zomerdag verscheen ik toen mijn buurvrouw weg was. Maar dat was geen probleem. Ze had me al verteld dat ik de stallen op elk gewenst moment mocht schoonmaken, zelfs als ze weg was.

Toen ik aan het schoonmaken was, stootte een van de alpaca’s de poort om. Alle veertien alpaca’s ontsnapten binnen een paar seconden en liepen de tuin en de boomgaard in! Ik kon het niet geloven! Ik was helemaal van slag. Hoe kon ik ze ooit zelf bij elkaar halen?

Ik begon ze zo snel mogelijk één voor één bij elkaar te drijven. Een kwartier later klopte mijn hart pijlsnel van al het rennen, maar tenslotte ging de laatste terug de stal in. Pfoei!

Toen ik me omdraaide, zag ik tien meter verderop een zwangere alpaca bij een fruitboom liggen. Oei. Nog eentje te gaan. Ik probeerde haar terug in de stal te jagen, maar ze verroerde geen vin. Ik probeerde haar te trekken met een tuigje en een touw die ik in de garage had gevonden. Maar dat lukte niet. Ze lag daar als een grote stapel bakstenen. Ik zuchtte van frustratie. Wat kon ik nog meer doen?

Toen herinnerde ik me dat ik altijd om hulp kan vragen, waar ik ook ben. Ik knielde neer en bad. Toen ik had gebeden en opkeek, kon ik mijn ogen bijna niet geloven. De alpaca liep uit zichzelf terug naar de stal. Toen ik de poort opendeed, liep ze zo naar binnen.

Op de fiets naar huis glimlachte ik. Ik wist dat mijn hemelse Vader mijn gebed had verhoord.