2013
Voortgaan
augustus 2013


Voortgaan

Steven Scott Stokes (North Carolina, VS)

Net voordat ik afstudeerde aan de hogeschool, vroegen mijn vrouw en ik ons twee dingen af: wanneer moeten we aan kinderen beginnen, en waar gaan we na onze studie wonen? We praatten vaak en lang over deze moeilijke kwesties, maar hadden nog geen enkele conclusie getrokken.

Op een bepaalde zondag sloeg ons gesprek om in een woordenstrijd, wat uiteindelijk tot ruzie leidde. Op dat moment ging de deurbel. We waren verbaasd toen we onze huisonderwijzers voor de deur zagen staan.

We lieten ze binnen en luisterden naar hun boodschap. Een van de huisonderwijzers begon te vertellen over Mozes en de kinderen van Israël die uit Egypte vluchtten. Toen de Israëlieten aan de kust van de Rode Zee kwamen, konden ze niet verder. En de Egyptenaren kwamen snel dichterbij. In de Schriften staat dat de Israëlieten ‘zeer bevreesd’ werden (Exodus 14:10). Toen Mozes om leiding bad, antwoordde de Heer: ‘Wat roept gij zo luid tot Mij? Zeg tot de Israëlieten, dat zij opbreken’ (Exodus 14:15).

Zodra onze huisonderwijzers die tekst hadden gelezen, smolten onze frustratie en angst weg. Mijn vrouw en ik beseften dat we ons aan de kust van de Rode Zee zaten af te vragen wat we moesten doen, maar dat we voort moesten gaan om ‘de verlossing des Heren [te] zien’ (Exodus 14:13).

In ons geval betekende voortgaan een verstandige beslissing nemen, hard werken en de Heer vertrouwen. We moesten stoppen met onze woordenstrijd en in geloof handelen. Toen we de leiding van de Heer volgden, scheidden de wateren zich voor ons en konden we er ongedeerd tussendoor lopen. Wij zijn dankbaar voor de zegeningen die we ontvingen door in geloof voort te gaan, en voor huisonderwijzers die ons inspireerden om de eerste stap te zetten.