2013
Op zijn eigen tijd en wijze
augustus 2013


Op zijn eigen tijd en wijze

Naar een toespraak voor nieuwe zendingspresidenten, gehouden op 27 juni 2001.

Openbaring bestaat echt en komt op de tijd en wijze van de Heer.

Ouderling Dallin H. Oaks

Nu wil ik een paar beginselen van openbaring bespreken die van toepassing zijn op alle communicatie van de Geest — zowel op degene die onderricht, als op degene die onderricht ontvangt, en op ieder lid van de kerk.

Allereerst moeten we beseffen dat de Heer op zijn eigen tijd en wijze tot ons spreekt door de Geest. Veel mensen begrijpen dit beginsel niet. Ze denken dat ze de Heer kunnen vragen wanneer zij er klaar voor zijn en het hen uitkomt, en dat Hij dan onmiddellijk zal reageren op de manier die zij voorschrijven. Zo gaat het niet met openbaring.

In aanmerking komen voor openbaring

Wij kunnen pas openbaring ontvangen als we toegewijd zijn en zelf al het mogelijke doen met onze eigen inspanningen en inschattingen. Dat betekent dat we moeten dienen en werken.

Dienen en werken is een belangrijke manier om voor openbaring in aanmerking te komen. Tijdens mijn Schriftstudie heb ik gemerkt dat Gods kinderen meestal openbaring kregen toen ze op pad waren, niet toen ze in hun woning zaten te wachten tot de Heer hun zei dat ze de eerste stap moesten zetten.

Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat de openbaring die bekend staat als ‘het Woord en de Wil des Heren aangaande het kamp van Israël’ (LV 136:1), niet aan het Quorum der Twaalf in Nauvoo werd gegeven toen ze hun uittocht uit Nauvoo in die verdrietige tijden na het martelaarschap van de profeet in 1844 kregen, noch kregen ze die op de westelijke oever van de Mississippi River. Ze kregen die openbaring in Winter Quarters (Nebraska), toen de heiligen al een jaar lang onderweg waren op de uiterst zware trek van Nauvoo door Iowa naar de tijdelijke kampen in het westen op de oevers van de Missouri. De openbaring die de heiligen tot leidraad was bij hun trektocht over de vlakten werd op 14 januari 1847 gegeven, toen de heiligen al een derde hadden afgelegd van de afstand naar de bergvalleien.

We krijgen ingevingen van de Geest als we er alles voor gedaan hebben, als we in de zon werken in plaats van in de schaduw uit te rusten en om leiding over de eerste stap bidden. Openbaring komt meestal juist als Gods kinderen op weg zijn.

Dus doen we al het mogelijke en wachten we daarna op de openbaring van de Heer. Die komt op zijn tijd.

Timing en soort

Toen ik ongeveer 35 jaar geleden president van de Brigham Young University was, waren we plannen aan het maken om de president van de Verenigde Staten over te halen te komen spreken. We hadden bepaalde dagen in gedachten die ons goed uitkwamen, en we hadden een aantal zaken bedacht die hij zou moeten zeggen en doen tijdens zijn verblijf. Maar we waren allemaal verstandig genoeg om te beseffen dat als we de hoogste autoriteit in de Verenigde Staten uit zouden nodigen om naar de BYU te komen — en 26.000 mensen toe te spreken — we hem niet onze eisen op konden leggen.

We wisten wél dat als we hem zouden uitnodigen, we in feite zouden moeten zeggen: ‘U bent welkom wanneer het u schikt, en we nodigen u uit te zeggen en te doen wat u wilt. We zullen onze agenda aan uw bezoek aanpassen.’

Als dat de manier is waarop een gemeenschap van 26.000 mensen de hoogste autoriteit van een land moet benaderen, dan is het niet zo vreemd dat één persoon — hoe belangrijk ook — niet in de positie verkeert om de allerhoogste Autoriteit van het universum voor te schrijven wanneer Hij moet komen of wat Hij moet zeggen.

Dit is daadwerkelijk het beginsel dat de Heer in de grote openbaring in afdeling 88 van de Leer en Verbonden aan zijn kinderen openbaarde. De Heer zei: ‘Nadert tot Mij en Ik zal tot u naderen; zoekt Mij naarstig en gij zult Mij vinden; vraagt en gij zult ontvangen; klopt en u zal worden opengedaan’ (vers 63).

Verder heeft de Heer gezegd dat, als ons oog alleen op zijn eer is gericht, ons hele lichaam vervuld zal zijn van licht en we in staat zullen zijn alle dingen te begrijpen. Toen ging zijn gebod verder met deze grote belofte: ‘Daarom, heiligt u, opdat uw gedachten zich alleen op God zullen richten en de dagen zullen komen dat u Hem zult zien; want Hij zal zijn gelaat voor u ontsluieren, en het zal op zijn eigen tijd zijn, en op zijn eigen wijze en naar zijn eigen wil’ (vers 68; cursivering toegevoegd).

Het beginsel in die openbaring geldt voor elke vorm van communicatie met onze hemelse Vader. We kunnen geestelijke zaken niet afdwingen.

In de meeste gevallen is ‘zijn wijze’ niet een donderstem of een verblindend licht, maar wat de Schriften de ‘stille zachte stem’ noemen’ (1 Koningen 19:12; 1 Nephi 17:45; LV 85:6). Sommigen hebben dit beginsel verkeerd begrepen. Daardoor hebben sommigen uitsluitend naar grote manifestaties uitgekeken die in de Schriften genoemd worden, en de ‘stille zachte stem’ die hun gegeven is niet herkend. Het is alsof ze alleen iets willen leren van een luidruchtige leraar en weigeren te luisteren naar zelfs de verstandigste les die hun wordt ingefluisterd.

We moeten beseffen dat de Heer maar zelden hardop spreekt. Zijn boodschappen worden ons bijna altijd ingefluisterd.

Openbaring als verlichting en gemoedsrust

Een van de duidelijkste lessen over hoe de Geest tot ons spreekt, staat in de openbaring die Oliver Cowdery in april 1829 in Harmony (Pennsylvania) ontving. In deze openbaring zegt de Heer tegen hem:

‘Ja, zie, Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen.

‘Welnu, zie, dat is de geest van openbaring’ (LV 8:2–3; cursivering toegevoegd).

Tevens heeft de profeet Joseph Smith de Geest van openbaring ‘zuivere intelligentie’ genoemd, die u ‘onverwachte ideeën [zal] geven.’1 In een andere openbaring herinnerde de Heer Oliver eraan dat hij Hem vragen had gesteld, en zegt Hij: ‘zo dikwijls als gij hebt gevraagd, hebt gij onderricht van mijn Geest ontvangen’ (LV 6:14). Hoe ontving hij dat onderricht? De Heer zegt: ‘Gij weet dat gij Mij hebt gevraagd en Ik uw verstand heb verlicht’ (vers 15; cursivering toegevoegd). De Heer herhaalde deze zelfde les in een openbaring aan Hyrum Smith: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen’ (LV 11:13; cursivering toegevoegd). Deze teksten geven een geweldige beschrijving van de manier waarop de Heer door zijn Geest tot ons spreekt.

De Heer herinnerde Oliver Cowdery verder aan de tijd dat hij gebeden had om ‘de waarheid van deze dingen’ te mogen weten (LV 6:22). En de Heer beschreef hoe Hij dat gebed had beantwoord en Oliver een openbaring had gegeven: ‘Heb Ik u daarover geen vrede in uw gemoed geschonken? Welk groter getuigenis kunt u hebben dan van God?’ (Vers 23; cursivering toegevoegd.)

Uit deze openbaringen kunnen we leren dat God ons onderricht door de macht van zijn Geest, die ons verstand verlicht en ons vrede geeft aangaande de aangelegenheid waarom we bidden.

Openbaring is een gevoel

We kunnen ook uit deze openbaringen leren dat door de Geest onderricht worden een actief proces is. Vaak komt de communicatie van de Heer pas als we alles in ons verstand hebben uitgevorst. Dan krijgen we een bevestiging.

De Heer beschreef dit proces in een andere openbaring die Oliver Cowdery in april 1829 in Harmony (Pennsylvania) ontving. De Heer legde Oliver uit waarom hij niet in staat was geweest het Boek van Mormon te vertalen:

‘Zie, u hebt het niet begrepen; u hebt verondersteld dat Ik het u zou geven, terwijl u niet verder dacht dan alleen Mij te vragen.

‘Maar zie, Ik zeg u dat u het in uw gedachten moet uitvorsen; daarna moet u Mij vragen of het juist is, en indien het juist is, zal Ik uw boezem in u doen branden; bijgevolg zult u voelen dat het juist is’ (LV 9:7–8; cursivering toegevoegd).

Dit is misschien wel een van de belangrijkste en meest verkeerd begrepen leringen in de hele Leer en Verbonden. De leringen van de Geest komen vaak als een gevoel. Dat is uitermate belangrijk, maar toch begrijpen velen niet wat dat betekent. Ik ken mensen die denken dat ze nog nooit een getuigenis van de Heilige Geest hebben ontvangen omdat ze nog nooit hun boezem in zich voelden ‘branden’. De ‘boezem doen branden’ is, naar ik meen, geen calorische warmte die vrijkomt bij verbranding maar een gevoel van rust en sereniteit en goedheid.

Openbaring is niet continu

Openbaring is niet continu. De Heer stelt altijd grenzen aan hoe vaak Hij door zijn Geest tot ons spreekt. Sommigen zijn misleid doordat ze dit niet begrijpen en te vaak een openbaring verwachten.

Ouderling Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over de werkwijze van de Heilige Geest: ‘Ik heb geleerd dat we niet erg vaak sterke, indrukwekkende geestelijke ervaringen ontvangen.’2

Om maar eens een voorbeeld te geven: denk maar eens aan wat er met onze stamouders gebeurde nadat ze uit de Hof van Eden en uit de tegenwoordigheid van de Heer waren verdreven. De Heer had Adam een gebod gegeven dat hij de eerstelingen van zijn kudde aan de Heer moest offeren. Hij gehoorzaamde. Sprak de Heer meteen met hem? In de Schriften staat: ‘En na vele dagen verscheen er een engel des Heren aan Adam’ (Mozes 5:6; cursivering toegevoegd).

William E. Berrett, een van onze beste evangelieleerkrachten, die bestuurder van BYU en de kerkelijke onderwijsinstellingen is geweest, heeft over voortdurende openbaring gezegd: ‘Zij die bidden dat de Geest hen onmiddellijk bij elke kleinigheid moge leiden, stellen zich open voor valse geesten die altijd klaar schijnen te staan om onze smeekbeden te beantwoorden en ons te verwarren. […] Ik ben tot de ontdekking gekomen dat de mensen die het meest verward zijn in de kerk, diegenen zijn die voor alles persoonlijke openbaring zoeken. Ze willen in alles wat zij doen van zonsopgang tot zonsondergang een persoonlijke bevestiging van de Geest ontvangen. Ik zeg dat ze de meest verwarde mensen in de kerk zijn omdat ze soms een antwoord uit de verkeerde bron ontvangen.’3

De profeet Joseph Smith heeft ook zoiets gezegd. Hij adviseerde de heiligen om niet ‘bij de genadetroon’ te smeken om triviale zaken, maar ernstig om de beste gaven te bidden.’4 Dat is een belangrijk beginsel. We bidden voortdurend om leiding, maar we mogen geen voortdurende openbaring verwachten. We verwachten voortdurende openbaring, de voortdurende zekerheid van openbaring als we om leiding vragen in omstandigheden waarin een verstandige, liefdevolle Heer ervoor kiest om ons die te geven.

Openbaring en getuigenis

Mensen kunnen visioenen ontvangen. Mensen kunnen stemmen van de andere kant van de sluier horen. Dat weet ik. Maar dat is uitzonderlijk. En als we een grote en uitzonderlijke ervaring krijgen, spreken we er zelden in het openbaar over omdat de Heer ons dat verboden heeft (zie LV 63:64) en omdat we begrijpen dat de kanalen van openbaring gesloten zullen worden als we die zaken aan de wereld tonen.

De meeste openbaringen die leiders en leden van de kerk ontvangen, komen eerder door de ‘stille zachte stem’ of door een gevoel dan door een visioen of een stem die duidelijk hoorbare woorden spreekt. Ik getuig van de waarachtigheid van dat soort openbaringen. Ik ben ermee vertrouwd geraakt omdat het de wijze is waarop de Heer ons, zelfs dagelijks, leidt in zijn werk.

Omdat zij deze beginselen van openbaring niet begrijpen, stellen sommige mensen de erkenning van hun getuigenis of hun geestelijke vooruitgang uit totdat ze iets wonderbaarlijks meemaken. Ze beseffen niet dat de waardevolle openbaring, waar de meeste mensen een getuigenis door verkrijgen — vooral voor degenen die in de kerk zijn opgegroeid — geen gebeurtenis maar een proces is. Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) heeft opgemerkt: ‘Wedergeboren worden, is een geleidelijk proces, met uitzondering van een paar gebeurtenissen die zo wonderbaarlijk zijn dat ze in de Schriften worden opgetekend. Voor de meeste leden van de kerk geldt dat we geleidelijk aan worden wedergeboren. Naarmate we de geboden onderhouden, krijgen we meer licht, kennis en een groter verlangen naar rechtschapenheid en worden we wedergeboren.’5

We moeten begrijpen dat de Heer op zijn eigen tijd en wijze tot ons spreekt. Dat doet Hij meestal door wat de Schriften de ‘stem van de zachte stilte’ noemen. Vaak moeten we naar ons eigen inzicht handelen en als we over ontoelaatbare grenzen dreigen heen te gaan, zal de Geest ons door zijn waarschuwende ingevingen tegenhouden.

Openbaring is een realiteit. Zij komt op de tijd en wijze van de Heer.

Ik getuig dat dit waar is. We hebben de gave van de Heilige Geest, het recht op de voortdurende nabijheid van de Geest van de Heer die tot ons getuigt van de Vader en de Zoon. Hij leidt ons in waarheid, leert ons alle dingen en brengt ons alle dingen te binnen (zie Johannes 14:26; 16:13).

Noten

  1. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 142.

  2. Boyd K. Packer, That All May Be Edified (1982), p. 337.

  3. William E. Berrett, in: Joseph Fielding McConkie and Robert L. Millet, The Holy Ghost (1989), pp. 29–30.

  4. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith, 141.

  5. Bruce R. McConkie, ‘Jesus Christ and Him Crucified’, in Brigham Young University 1976 Speeches (1977), p. 5.

Uit openbaringen aan Hyrum Smith (afbeelding boven) en Oliver Cowdery kunnen we leren dat God ons onderricht door de macht van zijn Geest, die ons verstand verlicht en ons gemoedsrust geeft aangaande de aangelegenheid waarom we bidden.

De Heer sprak niet meteen met Adam nadat hij het gebod had gehoorzaamd om de eerstelingen van zijn kudden te offeren. In de Schriften staat: ‘En na vele dagen verscheen er een engel des Heren aan Adam’ (Mozes 5:6).