Huisbezoekboodschap
Welzijnszorg
Bestudeer dit materiaal met een gebed in uw hart en bespreek het naar behoefte met de zusters die u bezoekt. Gebruik de vragen om de zusters te sterken en de ZHV actief deel uit te laten maken van uw eigen leven. Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.
De doelen van de kerkelijke welzijnszorg zijn de leden te helpen om zelfredzaam te worden, voor de armen en behoeftigen te zorgen, en diensten te verlenen. Welzijnszorg staat centraal in het werk van de ZHV. President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd:
‘De Heer heeft vanaf het begin gezorgd dat zijn discipelen hulp kunnen verlenen. Hij laat zijn kinderen hun tijd, middelen en zichzelf toewijden om samen met Hem anderen van dienst te zijn. […]
‘Hij heeft ons uitgenodigd en opgedragen om aan zijn werk deel te nemen en mensen in nood te helpen. Wij sluiten een verbond om dat te doen in de wateren van de doop en in de heilige tempels van God. Wij hernieuwen dat verbond op zondag wanneer we aan het avondmaal deelnemen.’1
Plaatselijke leidinggevenden helpen onder leiding van de bisschop of gemeentepresident mee aan geestelijke en materiële welzijnszorg. Dienstbetoon begint vaak met huisbezoeksters die ernaar streven om door inspiratie te weten te komen hoe ze in de behoeften van de zusters die ze bezoeken kunnen voorzien.
Uit de Schriften
Lucas 10:25–37; Jakobus 1:27; Mosiah 4:26; 18:8–11; Leer en Verbonden 104:18
Onze geschiedenis
Op 9 juni 1842 gaf de profeet Joseph Smith de zusters in de ZHV de opdracht om ‘de armen te helpen’ en ‘zielen te redden’2 Deze doelen staan nog steeds centraal in de ZHV en worden in ons motto aangehaald: ‘De liefde vergaat nimmermeer’ (1 Korintiërs 13:8).
Onze vijfde algemeen ZHV-presidente, Emmeline B. Wells, bracht in 1913 met haar raadgeefsters dit motto uit als een herinnering aan onze fundamentele beginselen: ‘Wij verklaren dat het ons doel is […] om vast [te] houden aan de geïnspireerde leringen van de profeet Joseph Smith, toen hij het plan openbaarde waardoor de vrouwen, op aanwijzing van de priesterschap, konden worden ondergebracht in een geschikte organisatie om de zieken te verzorgen, de behoeftigen te helpen, de bejaarden te vertroosten, de onvoorzichtigen te waarschuwen en de wezen te steunen.’3
Tegenwoordig bereikt de ZHV de hele wereld en betonen zusters anderen naastenliefde, de reine liefde van Christus (zie Moroni 7:46–47).