Vier woorden tot leidraad
Naar een toespraak gehouden tijdens een haardvuuravond aan de Brigham Young University op 16 januari 1973.
Als je vastbesloten bent om God te dienen en zijn geboden te onderhouden, zal Hij je leiden als je luistert, leert, werkt en liefhebt.
Ik wil je vertellen over enkele van mijn voornemens. Hopelijk kies jij dan ook om dat te doen. Ten eerste zal ik luisteren. Ten tweede zal ik leren. Ten derde zal ik werken. En ten vierde zal ik liefhebben. Deze vier woorden kunnen je lot bepalen.
Luisteren
Ik hoop dat je naar je moeder en vader luistert, die elke ochtend en avond op hun knieën voor jou bidden, die onze hemelse Vader vragen om over je te waken en om je bij je keuzes te leiden, dat je je als het ware voorzichtig zult gedragen. Ik geloof dat we onze ouders eren als we hen erkenning geven voor het feit dat ze bezorgd om jou en mij zijn. Dan krijgen de woorden die van de berg Sinaï weerklonken een persoonlijke betekenis: ‘Eer uw vader en uw moeder’ (Exodus 20:12).
Ik vertrouw erop dat je luistert naar de woorden van de profeten. Ik hoop ook dat we naar de influisteringen van de Heilige Geest zullen luisteren. Ik beloof dat je door de Heilige Geest geleid wordt als je op de Heilige Geest bent afgestemd, als je in je hart naar rechtschapenheid verlangt en als je gedrag dat verlangen ook weerspiegelt.
Ik hoop dat ik altijd naar de influisteringen van de Heilige Geest zal luisteren, dat jij en ik dagelijks de kans krijgen om gehoor te geven aan die ingevingen en de rechtstreekse invloed van onze hemelse Vader. Daarom beloof ik om te luisteren.
Leren
Ten tweede zal ik leren. Het volstaat niet om alleen maar te luisteren en niet te leren. Ik beloof plechtig om meer uit de Schriften te leren. Hopelijk heb jij ook dat voorrecht. Zou het niet fantastisch zijn als we deze raad van de Heer ter harte konden nemen: ‘Put woorden van wijsheid uit de beste boeken; zoekt kennis, ja, door studie en ook door geloof’ (LV 88:118). Laten we uit de standaardwerken leren, maar laten we ook leren van de kerkleiders en andere om ons heen.
Ik geloof bijvoorbeeld dat ik geduld kan leren oefenen door het leven van onze Heer en Heiland, Jezus Christus, beter te bestuderen. Kun je je indenken hoe teleurgesteld Hij moet zijn geweest toen Hij, in de wetenschap dat Hij de sleutels tot het eeuwige leven had, en dat Hij de manier had waarop jij en ik toegang kunnen krijgen tot het celestiale koninkrijk van God, zijn evangelie aan de mensen in het midden des tijds bracht en zag dat zij Hem en zijn boodschap verwierpen? Maar toch gaf Hij blijk van geduld. Hij aanvaardde zijn verantwoordelijkheid, zelfs in de hof van Getsemane en aan het kruis. Ik hoop de Heer mij geduld leert.
Ik dring er bij je op aan om die eed ook af te leggen: ik zal leren.
Werken
Ten derde zal ik werken. Het volstaat niet om te wensen, te dromen of te beloven. Wij moeten iets doen. De Heer heeft gezegd: ‘Hij die zijn sikkel met zijn macht inslaat, […] legt een voorraad aan, zodat hij niet verloren gaat’ (LV 4:4; cursivering toegevoegd). Nephi zei: ‘Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden’ (1 Nephi 3:7). Jakobus vatte die les als volgt samen: ‘Weest daders des woords en niet alleen hoorders; dan zoudt gij uzelf misleiden’ (Jakobus 1:22).
Afgelopen zomer had ik bijvoorbeeld een weekend vrij. Toch gaf de Geest mij in dat ik een taak moest uitvoeren. Ik vloog naar Californië. Toen ik ging zitten, was de stoel naast mij leeg. Maar uiteindelijk ging er een knappe jongedame op die stoel zitten. Ik zag dat ze een boek aan het lezen was. Ik kon het niet laten om een vluchtige blik op de titel te werpen. Het was geschreven door een lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Ik zei tegen haar: ‘O, u bent mormoon.’
Ze antwoordde: ‘O nee, hoe komt u daar bij?’
Ik antwoordde: ‘Nou, u leest een boek dat is geschreven door een vooraanstaand lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’
Ze zei: ‘U meent het. Ik heb het gekregen van een vriendin, maar verder weet ik er niet veel van. Ik ben er echter wel benieuwd naar geworden.’
Ik vroeg me af: Zal ik de stap wagen en meer over de kerk zeggen? De woorden van Petrus kwamen in me op: ‘[Wees] altijd bereid’ (1 Petrus 3:15). En ik wist dat dit het moment was om mijn getuigenis te geven. Daarna kreeg ik de kans om haar vragen over de kerk te beantwoorden — intelligente vragen die opborrelden uit een hart dat op zoek was naar de waarheid. Ik vroeg of ik twee zendelingen bij haar langs mocht sturen. Ik vroeg of ze onze gemeente voor jongvolwassenen in San Francisco wilde bezoeken. Dat wilde ze allemaal. Toen ik weer thuis was, schreef ik naar de ringpresident en gaf hem haar gegevens door. Kun je je voorstellen hoe blij ik was toen ik later een telefoontje kreeg van de ringpresident om me te vertellen dat ze net lid van de kerk was geworden? Dat maakte mij heel erg blij.
Ik besef dat ik de plicht heb om te werken.
Liefhebben
En nu mijn laatste belofte: ik zal liefhebben. Herinner je je welk antwoord de Heiland de wetgeleerde gaf die Hem vroeg: ‘Meester, wat is het grote gebod in de wet?’
Hij antwoordde: ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Matteüs 22:36–39).
De Engelse toneelschrijver William Shakespeare heeft geschreven: ‘Hij slechts heeft lief, die ’t toont in woord en daad.’1 Hoe kunnen jij en ik onze liefde voor God en onze medemens tonen? Door gehoorzaam te zijn aan Gods geboden en de raadgevingen van zijn dienstknechten. Wij hebben het voorrecht om tiende te mogen betalen, de wet van kuisheid te mogen gehoorzamen, in elk facet van ons leven het woord van onze hemelse Vader te mogen gehoorzamen.
Onze hemelse Vader kan onze liefde voor Hem waarderen vanwege onze inzet om Hem en onze medemens te dienen.
De keuze is aan jou
Vier eden: Ik zal luisteren, ik zal leren, ik zal werken en ik zal liefhebben. Houden wij ons aan die beloften, dan kunnen we leiding ontvangen van onze hemelse Vader en kunnen we ware vreugde hebben.
De keuze is aan jou en aan mij om te onthouden dat onze keuzes, onze beslissingen, ons lot bepalen. Als je vastbesloten bent om God te dienen en zijn geboden te onderhouden, zal Hij je leiden als je luistert, leert, werkt en liefhebt.