Werk dienstbetoon en geestelijke zelfredzaamheid
De zegeningen van hard werk en dienstbetoon gaan verder dan alleen stoffelijke hulp.
Metselen op mijn zestiende
Het is van cruciaal belang om in je jeugd hard te leren werken. Hard lichamelijk werk hoort bij het leven. Ik leerde die les al jong toen ik een oproep kreeg voor een kerkelijke bouwzending. Ik was nog maar zestien jaar en ik was net klaar met school. Ik werd in de metselaarsgroep ingedeeld. Het was hard werk, maar ik vond het geweldig.
We werden in groepen ingedeeld en reisden uit Zweden, waar we woonden, naar enkele andere nabijgelegen landen. Op elke locatie regelden we een logeerplek bij een lid van de plaatselijke wijk. Ik werd geraakt door de bereidheid van de goede, sterke leden van de kerk die ons welkom heetten in hun huis en zoveel mogelijk bijdroegen. Zelfs als ze er financieel niet goed voor stonden, wilden ze ons helpen.
De meeste jonge mannen die op die bouwzending werden geroepen, waren ouder, maar ik was zestien. Op mijn negentiende ging ik op een gewone zending. Toen mijn broer en ik onze oproep kregen, zei mijn vader tegen ons: ‘Ook al is het een tijdelijke onderbreking van jullie studie, toch wil ik dat mijn zoons al jong leren om in de kerk te dienen. Als je die ervaring opdoet, vormt dat een fundament voor je houding tegenover het leven.’ In deze tijd is het belangrijk dat jonge mannen gehoor geven aan de oproep om op zending te gaan.
Toen ik de oproep kreeg om op deze zending te gaan, was ik een beetje zenuwachtig, maar ik aarzelde niet om hem te aanvaarden. Er was mij in mijn jeugd geleerd om ‘ja’ te zeggen als mij zou worden gevraagd om het werk van de Heer te doen. Dus was ik eerder enthousiast dan zenuwachtig. Ik vond het fijn om kerkgebouwen voor de kerk te bouwen.
Een getuigenis krijgen en zelfredzaam worden
Ik weet dat we het evangelie lief gaan hebben en er een getuigenis van krijgen als we anderen helpen. Toen ik als jongeman van huis was, leerde ik dat ik verantwoordelijkheid moest aanvaarden voor mijn eigen leven moest — niet alleen in stoffelijk maar ook in geestelijk opzicht. Ik leerde ook hoe ik de ingevingen van de Geest kon herkennen en volgen.
Maar die gevoelens en bekwaamheden ontwikkelde ik niet alleen toen ik op een bouwzending was. Mijn getuigenis en verlangen om te dienen waren daarvóór al ontstaan. Vroeger was ik verlegen en had ik zelfs moeite om iets te zeggen omdat ik verlegen was. Maar door in dienstbetoon op te gaan, werd ik langzamerhand sterker — stap voor stap. Ik kreeg de kans om te leren, te dienen en te groeien in mijn roepingen en opdrachten in de gemeente. Ik was ijverig bezig (zie LV 58:27). Ik leerde dat je in het leven niet eindigt waar je begint. Na het beginpunt volgt een leven vol veranderingen.
Een belofte om ons te helpen
Om zo te veranderen, moeten we altijd bedenken wie we zijn. Wij zijn zoons en dochters van onze hemelse Vader. Sinds onze geboorte hebben we allemaal een belofte gekregen: als we verbonden sluiten en nakomen, en zo goed mogelijk omgaan met onze omstandigheden, talenten en kwaliteiten, keren we eervol naar onze hemelse Vader terug. Dat maakt deel uit van het eeuwige perspectief. We moeten bedenken dat we er niet alleen voor staan. Onze hemelse Vader zal ons de macht en het vermogen geven om onze moeilijkheden onder ogen te zien.
Door wat ik in mijn jonge jaren had meegemaakt, begon ik zelf vertrouwen in de Heer te krijgen. In Leer en Verbonden 121:45 worden we aangemoedigd om ons ‘vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk [te laten] worden.’ Als je in dienst van de Heer staat, zul je zijn Geest en zijn liefde voelen, en zul je begrijpen dat je niet alleen bent, ook al is dit leven een proeftijd. Als je rechtschapen leeft en anderen helpt, krijg je hulp en kun je meer dan je uit eigen kracht zou kunnen.