Een lang en gelukkig leven creëren
De auteur woont in Voronezj (Rusland).
Ik had gebeden dat ik mijn eeuwige metgezel mocht vinden, maar ik verwachtte niet dat ze naast me in de trein op weg naar de tempel zou zitten!
Ik was tien jaar lid van de kerk toen mij bevestigd werd dat ik een partner moest gaan zoeken. Ik begreep de leer van het eeuwig huwelijk en ik had vurig gebeden voor zo’n huwelijk en voor de kans om een gezin te stichten. Ik wist niet hoe ik een vrouw in de kerk in Samara (Rusland), waar ik woonde, zou vinden, maar vertrouwde erop dat de Heer me zou helpen (zie 1 Nephi 3:7).
In 2009 was ik uitgenodigd voor een aantal conferenties voor alleenstaanden die in tien steden in het zendingsgebied Samara (Rusland) werden gehouden. Ik hoopte dat ik mijn eeuwige partner daar zou ontmoeten.
Ik genoot van de conferenties, die in veel opzichten opbouwend waren, maar de maanden gingen voorbij en ik ging nog steeds met niemand uit.
Ik begon me zorgen te maken en vroeg de Heer om hulp. De Heer waarschuwde me dat ik verleid zou kunnen worden om een vrouw buiten de kerk te zoeken.
Ik wist dat de profeten ons hadden geleerd dat we een tempelhuwelijk moesten nastreven en ik wist dat we onmogelijk een volheid van vreugde konden ervaren als mijn partner en ik niet één waren in het volgen van de Heiland. Ik bleef bidden dat ik geestelijk sterk genoeg zou zijn om dergelijke verleidingen te weerstaan en de hulp van de Heer in het volgen van zijn plan voor mij mocht ontvangen.
Intussen bereidde ik mij voor op mijn gebruikelijke reis naar de Helsinkitempel (Finland), waar ik een week zou zijn.
In de trein kwam ik nog drie reizigers tegen, onder wie een vrouw die Marija heette en vrijgezel bleek te zijn. Ze was zowel lichamelijk als geestelijk betoverend en ik vroeg me af waarom ik niet eerder zulke vrouwen had ontmoet. Ik dacht aan de eerdere waarschuwing dat ik verleid zou kunnen worden om een vrouw buiten de kerk te zoeken.
Wees sterk, dacht ik. Houd je aan je principes. Je vindt nog een waardige, geweldige zuster in de kerk.
Omdat ik toch op zijn minst een goede zendeling wilde zijn en haar misschien over het evangelie kon vertellen, en omdat ik inspiratie nodig had, pakte ik mijn Boek van Mormon om daarin te lezen, en vroeg me af of ze dat zou zien. Tot mijn verrassing riep Marija uit: ‘Ik denk dat ik weet waar jij heengaat!’
Ik keek op en zag dat zij een boek- van-mormon in de hand hield. Zij was ook lid van de kerk en eveneens op weg naar de tempel.
De volgende ochtend vervolgden we onze reis naar Helsinki met de bus. Ik hoorde dat Marija uit Voronezj, een stad in het zendingsgebied Moskou-West (Rusland) kwam. Ik mocht haar direct heel graag en bad vurig om leiding. Daarop ervoer ik een heel goed gevoel in mijn hart.
‘Heer, we hebben maar één week in de tempel’, bad ik. ‘Help ons alstublieft om elkaar in die tijd beter te leren kennen.’
En zo gebeurde het. Tussen de tempeldiensten door wandelden we samen, aten samen, gingen naar de winkel en praatten. Aan het eind van de week gingen we naar huis — Marija naar Voronezj en ik naar Samara. Maar we gingen bij elkaar op bezoek om elkaar beter te leren kennen en op 14 september 2010 trouwden we in de zojuist ingewijde Kievtempel (Oekraïne).
Marija en ik wonen nu in Voronezj en zijn gelukkig. We begrijpen dat sprookjes eindigen met de uitdrukking ‘en ze leefden nog lang en gelukkig.’ In het echte leven creëren we ons eigen geluk, doordat we onze trouw aan de Heer voortdurend bewijzen door onze tempelverbonden na te leven, ons best te doen in ons huwelijk en te proberen om op Jezus Christus te lijken.
Wij zijn dankbaar voor onze wonderbare ontmoeting en hopen dat ons verhaal anderen die naar hun eeuwige metgezel op zoek zijn, hoop en kracht zal schenken. Voor anderen zal het anders lopen dan voor ons, maar Marija en ik weten dat de Heer onze oprechte gebeden hoort, ongeacht de moeilijkheden. Hij heeft ieder van ons lief en is begaan met het lot van een ieder van ons. Als wij het toelaten, zal Hij ons op ons pad leiden en zorgen dat alle dingen voor ons welzijn zullen samenwerken (zie Leer en Verbonden 90:24).