Geloof, hoop en naastenliefde: verweven deugden

Ouderling Chi Hong (Sam) Wong

van de Zeventig

Als we geloof, hoop en liefde in ons dagelijks leven met elkaar verweven, worden we ware volgelingen van Jezus Christus.

Hoewel het boek Moroni, met zijn tien hoofdstukken, in het Boek van Mormon relatief klein is, bevat het veel prachtige raad. Moroni en Mormon onderwijzen allebei in waardevolle beginselen van het evangelie. Als Moroni de kroniek van het Boek van Mormon afwerkt die zijn vader heeft gemaakt, denkt hij herhaaldelijk aan de leringen van zijn vader over het verband tussen geloof, hoop en liefde. Het is duidelijk dat Mormon en Moroni het belang van die drie beginselen willen benadrukken.

Bij mijn eerdere studie van het Boek van Mormon beschouwde ik deze drie beginselen als blokken die je opstapelt. Geloof kwam eerst, dan hoop en dan naastenliefde. Het leek een logische voortgang. Als ons geloof groeit, gaan we meer studeren en kennis vergaren en zo passen we het beginsel hoop toe. Geloof en hoop samen vormen ons en leiden ons op de paden waarop de Heiland liep, en zo beginnen we de eigenschappen van naastenliefde te omarmen.

Ik heb de laatste tijd bij mijn studie echter een ander begrip gekregen van geloof, hoop en naastenliefde. Ik zie ze nu meer als deugden die met elkaar verweven zijn en die ieder een essentiële rol spelen bij het ontwikkelen en definiëren van ons getuigenis.

Onze dochter vindt het leuk om van in elkaar gedraaide ballons dieren en voorwerpen te maken. Toen ik een keer toekeek, bedacht ik hoe een touw wordt gemaakt door meerdere strengen in elkaar te draaien. Daardoor kon ik mij van mijn nieuwe inzicht over geloof, hoop en naastenliefde een beeld vormen van strengen die tezamen een stevig touw vormen.

Geloof: ‘[Gij] zult macht hebben’

Geloof in onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus is niet alleen fundamenteel voor het verkrijgen van het eeuwige leven maar ook voor ons leven op aarde. ‘En Christus heeft gezegd: Indien gij geloof in Mij hebt, zult gij macht hebben om alles te doen wat Ik raadzaam acht’ (Moroni 7:33). Ik heb die macht van geloof al vaak gebruikt. En ik heb op geloof gebouwd om moeilijke tijden te doorstaan.

Toen ik aan de Brigham Young University–Hawaii studeerde, bevond ik me in een nieuwe omgeving en Engels was niet mijn moedertaal. Het was moeilijk en ik wist dat ik hulp bij mijn studie nodig had, wilde ik mijn beurs behouden. Zonder die beurs kon ik mijn studie daar niet vervolgen. Daarnaast had ik mezelf beloofd dat ik niet op zondag zou studeren.

Toen ik op een dag in de Leer en Verbonden zat te lezen, raakte ik onverwacht van een vers onder de indruk. Ik las in afdeling 109:7 en kwam bij dit gedeelte: ‘Zoekt kennis, ja, door studie en ook door geloof.’ Die tekst werd de sleutel tot mijn universitair succes. Door zes dagen per week geloof te oefenen en ijverig te studeren werd ik bij mijn studie gezegend. Sommige medestudenten vroegen zich af hoe ik zulke goede resultaten kon hebben zonder op zondag te studeren, zoals zij. Ik ontdekte dat je door met geloof te studeren veel moeilijkheden kunt overwinnen.

Ik had een soortgelijke ervaring toen ik met mijn carrière in zaken bezig was. Ik kreeg een fantastische baan aangeboden, maar moest waarschijnlijk ook op zondag werken. Ik had beloofd dat ik niet op de sabbatdag zou werken. Uiteindelijk moest ik het aanbod afslaan. Ik kon geen water bij de wijn doen waar het mijn belofte om de sabbatdag te heiligen betrof. Net zoals bij mijn besluit tijdens mijn studie werd ik later gezegend met veel andere zakelijke kansen waarvoor ik geen compromis hoefde te sluiten en waarbij ik mijn zondagen aan de Heer kon toewijden.

Als we ons denkbeeldige touw maken dat ons met goddelijke zegeningen verbindt, laten we dan beginnen met een sterke streng geloof.

Hoop: ‘Tot het eeuwige leven […] worden opgewekt’

Wij hopen op van alles: dat we carrière zullen maken, dat het onze kinderen goed zal gaan, dat we goed in de kerk zullen dienen, dat we gezond zullen blijven, dat we zullen hebben wat we nodig hebben om ons gezin te onderhouden. Maar waar komt de hoogste vorm van hoop vandaan en waartoe kan zij ons leiden?

Mormon zei: ‘Ik wil spreken tot u die tot de kerk behoort, die de vredige volgelingen van Christus zijt en die voldoende hoop hebt verkregen waardoor gij tot de rust des Heren kunt ingaan’ (Moroni 7:3).

Toen Mormon zijn uitnodiging om ware volgelingen van Christus te worden vervolgde, kwam hij weer terug op hoop en vroeg: ‘En waar zult gij op hopen?’ Hij beantwoordde die belangrijke vraag: ‘Zie, ik zeg u dat gij door de verzoening van Christus en de kracht van zijn opstanding zult hopen tot het eeuwige leven te worden opgewekt, en wel wegens uw geloof in Hem volgens de belofte’ (Moroni 7:41).

Die hoop is anders dan gewone hoop. Die goddelijke hoop ontstaat door de verzoening van Jezus Christus. Het is eeuwige hoop. Zonder zulke hoop zouden we iedere week naar de kerk gaan zonder te weten dat al die heerlijke zegeningen binnen ons bereik zijn. Door Christus kan onze hoop ons terugbrengen naar onze hemelse Vader en het eeuwige leven.

President Henry B. Eyring zei onlangs in een conferentietoespraak: ‘[De Vader] gaf zijn Zoon toestemming om ons, door zijn zoenoffer, de hoop te bieden die ons troost, hoe moeilijk het pad terug naar ons thuis bij Hem ook is.’¹ Door hoop kunnen wij de zegeningen en kansen zien die ons wachten als we getrouw aan het evangelie van Jezus Christus blijven en Hem met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze sterkte dienen.

Laten we met dat inzicht de volgende streng aan ons touw toevoegen, namelijk naastenliefde.

Naastenliefde: aan ware volgelingen geschonken

De derde streng om ons touw te versterken is naastenliefde. We ontwikkelen de gave van naastenliefde door onze oprechte pogingen om op de Heiland te lijken. Niettemin wordt deze gave pas in zijn volheid door God aan ons geschonken als we er oprecht in gebed om vragen. Als we Hem die ons het leven gaf, volgen, ontdekken we de ware betekenis van naastenliefde, die ‘de reine liefde van Christus’ (Moroni 7:47) is.

Zoals Mormon ons leert: ‘Bidt tot de Vader met alle kracht van uw hart dat gij met die liefde — die Hij heeft geschonken aan allen die ware volgelingen zijn van zijn Zoon Jezus Christus — vervuld zult zijn, opdat gij zonen van God zult worden’ (Moroni 7:48). Als vreedzame volgelingen hebben we misschien voldoende hoop verkregen, maar om van naastenliefde vervuld te worden, moeten we ware volgelingen worden. Als we ware volgelingen zijn, willen we op Hem lijken, en dat is het doel van het leven.

Door de reine liefde van Christus in ons hart te planten, kunnen we de goddelijke eigenschap naastenliefde makkelijker omarmen — om onze naasten en God te dienen. ‘Indien een mens zachtmoedig en nederig van hart is en door de macht van de Heilige Geest belijdt dat Jezus de Christus is, moet hij wel naastenliefde hebben; want als hij geen naastenliefde heeft, is hij niets; daarom moet hij wel naastenliefde hebben’ (Moroni 7:44).

We hebben nu drie essentiële strengen touw. Laten we eens kijken hoe ze samenwerken.

Ze werken alle drie samen

‘Daarom moet er geloof zijn; en indien er geloof moet zijn, moet er ook hoop zijn; en indien er hoop moet zijn, moet er ook naastenliefde zijn.

‘En tenzij gij naastenliefde hebt, kunt gij geenszins behouden worden in het koninkrijk Gods; evenmin kunt gij behouden worden in het koninkrijk Gods indien gij geen geloof hebt; evenmin indien gij geen hoop hebt’ (Moroni 10:20–21).

Als ik ze combineer zijn geloof, hoop en naastenliefde geen blokken meer voor mij. In plaats daarvan zijn ze met elkaar verweven. We bouwen niet eerst geloof en hebben daarna hoop, of ontwikkelen naastenliefde nadat we hoop hebben gekregen. Ze werken allemaal samen. En als ze met elkaar verweven raken, dragen ze gezamenlijk bij aan de vorming van ons karakter en ons getuigenis.