Blik op een raadsvergadering
Het is zondagochtend en 45 zusters van de wijk Bugambilias in Guadalajara (Mexico) komen in een raadsvergadering bijeen. Na de openingslofzang vraagt ZHV-presidente Yara Ramirez enkele zusters om over de ervaringen van de voorbije les te vertellen.
Nadat de zusters enkele minuten hun ervaring hebben besproken, schrijft zuster Ramirez een enkel woord op het bord en gaat dan terug in de cirkel zitten.
Er staat: ‘Eenheid’.
Op aanwijzing van zuster Ramirez slaan ze Mosiah 18:21 op en lezen ‘[…] met hun harten in eenheid en in liefde jegens elkaar verweven’.
‘Hoe kunnen we als zustershulpvereniging deze Schrifttekst toepassen?’, vraagt ze.
De zusters denken even na. ‘O, de jongeren kunnen niet naar de tempel gaan’, oppert een zuster. ‘Er zijn niet genoeg volwassen zusters om mee te gaan.’
‘Dat wist ik niet’, zegt een andere zuster verbaasd. ‘Als je niet weet dat er een behoefte is,’ vraagt ze, ‘hoe kun je dan helpen?’
‘Dat is de reden waarom we hier zijn’, antwoordt zuster Ramirez. ‘Dat zijn de soort behoeften waar ik in de wijkraad over hoor spreken en waar we met zijn allen aan kunnen bijdragen.’
‘Waarom maken we geen agenda?’, stelt iemand voor. De groep is ineens extra aandachtig. ‘Ik denk dat de tempel voor de jongeren een donderdag per maand heeft ingepland.’
‘Ik kom zelf amper in de tempel’, geeft een jonge moeder toe. ‘Ik ben al een hele tijd niet meer geweest en ik voel me de laatste tijd wat egocentrisch. Ik wil graag gaan en dienen’, zegt ze.
Verschillende zusters knikken instemmend. Ze hebben het ook moeilijk zo vaak te gaan als ze willen.
Een andere jonge moeder stelt voor dat ze om de beurt voor elkaars kinderen babysitten en naar de tempel gaan.
Dan vragen de zusters elkaar waar iedereen woont en wie in de buurt van de jongeren woont. Ze bespreken hoe ze met een beurtrol de jongeren bij hun activiteiten kunnen steunen.
‘We moeten elkaar ook wel beter leren kennen’, zegt er iemand. ‘Wij kunnen activiteiten houden!’
De zusters blijven met opmerkingen en voorstellen komen en nieuwe vragen stellen.
Aan het einde van de vergadering vraagt zuster Ramirez haar secretaresse de notulen samen te vatten. ‘Wat vonden jullie van de vergadering?’, vraagt ze.
Ze antwoorden dat ze zich nu beter bewust zijn van ieders behoeften, dat er nood is aan dienstbetoon en dat ze zich onder vrienden bevonden.
‘Op welke specifieke acties willen we, op basis van wat we vandaag gehoord hebben, ons deze maand als zustershulpvereniging richten?’, vraagt ze.
Ze besluiten samen om die zondag na de kerk een lunch te houden, om voortaan op donderdagavond volleybal te spelen, een agenda te maken voor tempelbezoek en te plannen hoe ze jongeren op hun activiteiten kunnen krijgen.
‘We hebben vandaag eenheid ervaren’, besluit zuster Ramirez en ze spoort alle zusters aan om te bedenken hoe ze deze week anderen kunnen dienen. ‘De Heilige Geest blijft ons influisteringen geven als we individueel of als zustershulpvereniging handelen. Ik moedig jullie aan volgende zondag over jullie ervaringen te vertellen.’