Vergaderingen op de tweede en derde zondag

Op de tweede en derde zondag van elke maand bestuderen de MP-quorums en de ZHV de leringen van de levende profeten, apostelen, en andere kerkleiders in de laatst gehouden algemene conferentie. Elke boodschap van de laatst gehouden conferentie kan besproken worden.

In de meeste gevallen zal het quorumpresidium, de groepsleiding of het ZHV-presidium een te bestuderen conferentieboodschap uitkiezen op basis van de behoeften van de leden, hoewel de bisschop of ringpresident input kan geven. Leiders kunnen een boodschap uitkiezen die verband houdt met het onderwerp dat in de raadsvergadering op de eerste zondag is besproken. Of ze kunnen voor een andere boodschap kiezen, op basis van de ontvangen inspiratie. Leiders en leerkrachten moedigen de leden aan de uitgekozen boodschappen van te voren te lezen, zodat ze op zinnige wijze aan de bespreking kunnen deelnemen. De geopperde leeractiviteiten hierna, die op de beginselen in Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland zijn gebaseerd, zijn erop gericht de leden leermomenten met de conferentieboodschappen te geven.

Sharon Eubank, ‘Ontsteek uw licht’

Vraag uw quorum- of ZHV-klas te overdenken hoe hun leven ten goede is beïnvloed door een rechtschapen, getrouwe vrouw. U kunt hun vragen of ze willen vertellen hoe die vrouw een of meer van de eigenschappen van een rechtschapen vrouw weerspiegelt, die zuster Eubank in haar boodschap noemt. Hoe kunnen we volgens zuster Eubank ‘een aanzienlijke invloed hebben op de groei van de kerk in de laatste dagen, zowel in ledental als in geestelijke instelling’?

Neill F. Marriott, ‘In God verblijven en de kloof dichten’

Deze boodschap kan leden helpen die afstand tussen henzelf en hun hemelse Vader, of anderen in hun omgeving, voelen. Hoe zou u de klas kunnen leren wat een kloof is? Misschien kunt u foto’s laten zien van verschillende soorten kloven. Hoe definieert zuster Marriott een kloof? Wat zouden de oorzaken kunnen zijn van een kloof of breuk in onze relatie met God en anderen? Vraag de leden in de toespraak van zuster Marriott te zoeken naar ideeën waarmee we de breuken in ons leven kunnen dichten. Geef de leden de tijd om op te schrijven wat de Geest hen ingeeft te doen om dichter bij God en anderen te komen.

Joy D. Jones, ‘Van onschatbare waarde’

Welke zegeningen krijgen we als we onze goddelijke identiteit begrijpen? Laat uw quorum- of ZHV-klas samen de verhalen in de toespraak van zuster Jones over Mariama, Renu en Taiana doornemen en deze vraag beantwoorden. Welke raad geeft zuster Jones ons om ‘onze goddelijke identiteit in gedachten te houden en te omarmen’? Vraag de leden een Schrifttekst of een citaat in de boodschap van zuster Jones op te zoeken die hen inzicht geeft in de waarde die God aan hen hecht. Vraag ze een van die teksten of citaten door te geven aan iemand die wel een herinnering aan haar of zijn goddelijke waarde kan gebruiken.

Dieter F. Uchtdorf, ‘Drie zussen’

Eén manier om de boodschap van president Uchtdorf door te nemen is de quorum- of ZHV-klas in groepjes op te splitsen. U kunt elk groepje het verhaal van een van de drie zussen in president Uchtdorfs boodschap laten lezen. Elk groepje zou een brief aan die zus met een samenvatting van zijn raad kunnen schrijven en die daarna met de andere groepen kunnen bespreken. Wat kunnen we doen om meer als de derde zus te zijn? Hoe kunnen we van ons quorum of onze ZHV een ‘veilig thuis’ maken voor hen die het moeilijk hebben?

Dieter F. Uchtdorf, ‘Verlangen naar huis’

Hoe kunt u de klas duidelijk maken dat God gebruik van hen maakt om anderen tot zegen te zijn? U kunt ze vragen de paragraaf ‘God zal u gebruiken’ in de president Uchtdorfs boodschap door te nemen. Laat ze zoeken naar de beloften aan hen die, ondanks hun zwakheden, in Gods koninkrijk dienen. Het lezen van deze boodschap zorgt er misschien voor dat de klas zich ervaringen herinnert, waarin God hen gebruikt heeft om anderen tot zegen te zijn – of waarin Hij anderen heeft gebruikt om hen tot zegen te zijn. Geef de leden de tijd om te overdenken waartoe zij zich, door deze bespreking, geïnspireerd voelen om te doen.

Bonnie L. Oscarson, ‘In behoeften voorzien’

Eén manier om een bespreking van de boodschap van zuster Oscarson te beginnen, is iedereen een blaadje te geven, waarop bovenaan ‘Wie heeft vandaag mijn hulp nodig?’ staat. Uw ZHV- of quorumklas kan die vraag een paar minuten overdenken en de antwoorden op die vraag vervolgens opschrijven. Daarna kunnen ze in de boodschap van zuster Oscarson naar ideeën zoeken waarmee ze de mensen op hun lijstje kunnen dienen. Of willen ze er onder inspiratie nog namen aan toevoegen. Misschien kunnen een paar van hen vertellen wat ze hebben geleerd.

Dallin H. Oaks, ‘Het plan en de proclamatie’

Wat gaat uw quorum-, groep- of ZHV-klas doen met ouderling Oaks’ verzoek om thuis, in de samenleving en in de kerk de gezinsproclamatie te onderwijzen en na te leven? Geef ze de kans hun ideeën met de anderen te bespreken. Ook kan het helpen om in de boodschap te zoeken naar een paar leerstellige verklaringen uit de proclamatie. Hoe kunnen die verklaringen ons helpen om ons tegen de ‘huidige aanvallen op het gezin’ te verweren? In paragraaf IV van ouderling Oaks’ toespraak staan een paar van die verklaringen.

D. Todd Christofferson, “Het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is”

Hier volgen een paar vragen die ZHV-zusters of quorumleden kunnen hebben na het lezen van de boodschap van ouderling Christofferson: Wat is heiligheid? Hoe kunnen we onszelf heiligen? Hoe kan deelnemen aan het avondmaal ons daarbij helpen? De leden kunnen zinsneden uit de boodschap van ouderling Christofferson gebruiken om deze vragen te beantwoorden. Hoe kunnen we elkaar als ‘medeheiligen’ bijstaan in onze inspanningen om onszelf te heiligen?

Jeffrey R. Holland, ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’

Een paar deelnemers aan uw les hebben misschien het gevoel dat ze tekortschieten in het naleven van de leringen van de Heiland. Wat zegt ouderling Holland in zijn boodschap dat troost en bemoediging kan schenken aan wie dat gevoel hebben? U kunt de ZHV-zusters of quorumleden vragen om iets uit deze boodschap te halen dat ze kunnen doorgeven aan iemand die het gevoel heeft dat hij of zij niet ‘goed genoeg ’ is. Of staat er iets in de boodschap dat hen ertoe brengt om ‘meer liefde en bewondering voor [Christus]’ [en] een groter verlangen om zoals Hij te zijn’ te voelen?

Gary E. Stevenson, ‘Geestelijke verduistering’

Heeft iemand in uw quorum- of ZHV-klas wel eens een zonsverduistering meegemaakt? Zo ja, dan kunt u hem of haar vragen de vergelijking uit te leggen die ouderling Stevenson met ‘geestelijke verduistering’ maakt. Welke obstakels kunnen ‘de grootsheid, helderheid en warmte van het licht van Jezus Christus en zijn evangelie belemmeren’? Hoe kunnen de sociale media ons afleiden van ‘de schoonheid, de warmte en het hemelse licht van het evangelie’? Hoe zetten we een ‘evangeliebril’ op die ons tegen geestelijke blindheid beschermt? Wat leren wij uit de vergelijking van ouderling Stevenson over het in stand houden van een evangelieperspectief?

Quentin L. Cook, ‘Het eeuwig alledaagse’

De boodschap van ouderling Cook herinnert ons eraan dat het belangrijk is om in verschillende opzichten nederig te zijn. Eén manier om te bespreken wat hij onderwijst, is de klas in twee groepen te verdelen. Vraag de ene groep te zoeken naar suggesties in de boodschap van ouderling Cook waarmee we nederigheid ontwikkelen, en de andere groep naar manieren waarop mensen hoogmoedig zijn. Vraag elke groep hun bevindingen met de andere groep te bespreken. De leden kunnen ook met elkaar bespreken hoe zij meer ‘dagelijkse nederigheid’ kunnen tonen. Ze kunnen ook overwegen hoe die nederigheid hen kan helpen om zich voor te bereiden op God ontmoeten.

Ronald A. Rasband, ‘Volgens Gods plan’

Om een discussie over ouderling Rasbands boodschap op gang te brengen, kunt u een paar deelnemers aan de les van tevoren vragen of ze een naaipatroon, een blauwdruk of een recept mee kunnen brengen en bespreken waarom die handig zijn. Welke voorbeelden of leringen uit de ouderling Rasbands boodschap inspireren leden om Gods plan in hun leven te zien? Misschien kan de klas voorbeelden waaruit blijkt dat de Heer leiding aan hun leven gaf. Wat hebben ze gedaan om God te laten zien dat ze zijn leiding ‘waarderen’? Waarom is het belangrijk om Gods ‘plan’ te herkennen?

Russell M. Nelson, ‘Hoe zou ons leven er zonder het Boek van Mormon uitzien?’

President Nelson vroeg de leden over drie vragen na te denken: (1) ‘Hoe zou uw leven er zonder het Boek van Mormon uitzien?’ (2) ‘Wat zou u niet weten? (3) ‘Wat zou u niet hebben? Vraag quorum, groep of ZHV deze vragen te overdenken. Vraag ze daarna te vertellen hoe ze deze vragen zouden beantwoorden. Wat lezen ze in deze boodschap dat hen inspireert om meer waarde aan het Boek van Mormon dan ‘diamanten of robijnen’ te hechten?

Dale G. Renlund, ‘Het priesterschap en de verzoeningsmacht van de Heiland’

Hoe kunt u uw quorum- of ZHV-klas duidelijk maken hoe het priesterschap de zegeningen van Jezus’ verzoening binnen hun bereik brengt? U kunt deze twee kopjes op het bord zetten: ‘Waarom we de verzoening van Jezus Christus nodig hebben’ en ‘Hoe het priesterschap de zegeningen van de verzoening bij ons “aflevert”’. Vraag de deelnemers aan de les in de boodschap van ouderling Russell op zoek te gaan naar zinsneden die ze onder een van de kopjes kunnen zetten. Hoe vervult het priesterschap en zijn verordeningen de plannen die onze hemelse Vader met zijn kinderen heeft.

Dieter F. Uchtdorf, ‘Dragers van hemels licht’

Vraag de klas om in president Uchtdorfs boodschap na te gaan hoe de aan- of afwezigheid van goddelijk licht hun leven kan beïnvloeden. U kunt de klas vragen de Schriftteksten te bestuderen waarnaar president Uchtdorf verwijst en de waarheden vast te stellen die verband houden met geestelijk licht. Wat leren we uit de metafoor over de zonsverduistering over de rol van keuzevrijheid bij geestelijk licht zoeken. Wat kunnen we doen om het goddelijke licht van Jezus Christus met anderen te delen, vooral met onze familie en met ‘onze jeugd die naar licht zoekt’?

Henry B. Eyring, ‘De Heer leidt zijn kerk’

Vraag uw quorum- of ZHV-klas situaties te noemen waarin zij geloof dienden te oefenen dat hun roeping, of die van iemand anders, van God kwam. Hoe oefenden zij hun geloof? Hoe zijn zij erachter gekomen dat de roeping van God afkomstig was? Vraag de klas om in president Eyrings boodschap na te gaan welke waarheden hij uit persoonlijke ervaring leerde, die ons kunnen helpen om vertrouwen in onszelf en geduld met onszelf te hebben, en met anderen die de Heer geroepen heeft.

Jean B. Bingham, ‘Opdat uw blijdschap volkomen zal worden’

De boodschap van zuster Bingham kan uw ZHV- of quorumklas inzicht geven in hoe ze, door tot Christus te komen, blijdschap kunnen hebben, ondanks de problemen die ze op hun pad vinden. Eén manier om haar boodschap te bespreken, is een pad op het bord te tekenen dat naar het woord blijdschap leidt. Vraag een paar deelnemers aan de les op het pad een suggestie uit zuster Binghams boodschap te schrijven die tot ware blijdschap leidt. Moedig de deelnemers aan te overwegen hoe ze de raad van zuster Bingham in praktijk kunnen brengen. Vraag verschillende deelnemers hun gedachten weer te geven.

David A. Bednar, ‘Grote en kostbare beloften’

U kunt platen op het bord hangen die de sabbat, de tempel en ons thuis voorstellen, aan de hand waarvan uw ZHV- of quorumklas de boodschap van ouderling Bednar kunnen bespreken. Vraag de leden de corresponderende paragrafen in de boodschap van ouderling Bednar te lezen. Laat ze daarna op het bord schrijven hoe de sabbat, de tempel en ons thuis ons in staat stellen om ons op Gods beloften te concentreren. Welke zaken in ons leven kunnen onze aandacht van deze beloften afwenden? Welke stappen kunnen we nemen om er zeker van te zijn dat we ze niet vergeten?

Henry B. Eyring, ‘Vrees niet om het goede te doen’

President Eyrings boodschap kan uw klas de moed en het geloof geven om het goede in de wereld te doen. U kunt enkele deelnemers aan de les vragen de voorbeelden in de boodschap over getrouwe mensen kort na te vertellen. Wat leren we uit deze voorbeelden over hoe we anderen kunnen dienen? Kunnen we uit deze voorbeelden ook ideeën halen waarop we als quorum of ZHV kunnen dienen?

Een andere manier om deze boodschap te bespreken is de zegeningen door te nemen die president Eyring ervoer, doordat hij de raad van president Thomas S. Monson opvolgde om het Boek van Mormon te bestuderen. Welke zegeningen hebben we gekregen door het Boek van Mormon te bestuderen?

M. Russell Ballard, ‘De tocht gaat verder!’

Ter inleiding van de bespreking van ouderling Ballards boodschap kunt u vragen of er iemand is die naar een bestemming op weg was, maar doorkreeg dat hij of zij de verkeerde kan opging. Hoe houden dergelijke voorbeelden verband met onze persoonlijke ‘tocht’ naar onze hemelse Vader terug? De klas kan dan op zoek gaan naar de raad en waarschuwingen die ouderling Ballard geeft, om vast te stellen of we in ons leven de juiste richting volgen. Geef de klas de tijd om hun eigen pad te overdenken. Laat ze daarna manieren bespreken waarmee we anderen kunnen helpen en bemoedigen op hun ‘tocht’ naar hun hemelse Vader terug.

Neil L. Andersen, ‘De stem van de Heer’

Wellicht kan uw ZHV- of quorumklas vertellen welke conferentieboodschappen in het bijzonder betekenisvol voor hen waren. Waarom waren juist die boodschappen betekenisvol? Wat zegt ouderling Andersen over het belang van de conferentieboodschappen en hoe die nauwgezet worden voorbereid? Hoe zou deze kennis van invloed kunnen zijn op hoe wij de boodschappen bestuderen en in acht nemen? Overweeg een lijst op te stellen van zaken die ons, bij wijze van uitnodiging, op de laatst gehouden conferentie gevraagd zijn. Wat doen we om daar gehoor aan te geven?