Licht uitstralen in Tsjechië

Samengesteld door Sharon Goodrich, kerktijdschriften

Wij zijn jeugdwerkkinderen in Tsjechië. Zo stralen wij licht uit in ons land.

Ik ben eens mijn lievelingshandschoen kwijtgeraakt. Ik was heel verdrietig. Mijn moeder en ik deden een gebed, maar konden hem nergens vinden. Ik probeerde geloof te hebben. Een week later vond mijn broertje mijn handschoen op straat! God beantwoordt onze gebeden. Ik hou van Hem en ik weet dat Hij leeft.

Andre W. (9)

Mijn vriendinnen op school zijn geen lid van de kerk. Ze respecteren mijn normen wel. Ik zei eens dat we moesten bidden en dat vonden ze goed! Ik was erg blij.

Ivana A. (11)

Mijn vriendinnen en ik wilden naar beneden. Toen we bij de lift kwamen, kreeg ik een onrustig gevoel. Ik vroeg mijn vriendinnen de lift niet te gebruiken. Ze deden het toch. Ik nam de trap. Toen ik beneden was, zag ik mijn vriendinnen nergens. De lift zat vast! Het duurde een poosje voordat ze eruit kwamen. Ik was blij dat er niets ergs was gebeurd. Ik voelde me ook goed dat ik naar de Heilige Geest had geluisterd.

Amalie N. (10)

De lucht begon donker te worden aan het strand. De wind zorgde voor gigantische golven! Het ging onweren en hagelen. Iedereen zocht snel een plek om te schuilen. We zijn door de storm niet gewond geraakt. Onderweg naar huis zagen we drie regenbogen. We weten dat God ons geholpen en beschermd heeft.

Jakub B. (10)

Ik heb een vriendin op school met wie niemand anders bevriend wil zijn. Andere kinderen begonnen gemene dingen tegen haar te zeggen. Daardoor voelde ze zich lelijk. Ik vertelde het aan de leerkracht en vroeg mijn vriendin om met mij te spelen. Daar werd ze blij van!

Ludmila V. (8)

Ik was boos op mijn moeder omdat ik niet in bad en naar bed wilde. De volgende dag had ik spijt van mijn verkeerde keuze. Mama zei dat we kunnen bidden en onze hemelse Vader om vergeving kunnen vragen. We knielden in gebed. Ik voelde me beter. Ik heb geleerd dat we ons kunnen bekeren en dankzij Jezus Christus vergeving kunnen krijgen.

Samuel H. (5)

Ik heb mijn getuigenis gegeven in de kerk. Daar was moed voor nodig! Sindsdien heb ik de Geest gevoeld.

Eliska K. (11)

Toen mijn cavia ziek was, bad ik voor haar. Ik ben mijn hemelse Vader dankbaar dat Hij ons helpt.

Aneta P. (10)