Leren op de wijze van de Heer
Uit een toespraak tijdens een seminar voor nieuwe zendingspresidenten op 25 juni 2014.
De Heilige Geest uitnodigen zodat Hij de leraar kan zijn, is een van de kerndoelen van alle onderwijsmodellen van de Heer.
De Heer bespoedigt zijn werk. Daarom moeten wij voortdurend leren, veranderen en met geloof in de Heiland voorwaarts streven.
Een model voor alle dingen
De Heer heeft in juni 1831 in een openbaring aan de profeet Joseph Smith gezegd: ‘Ik [zal] u voor alle dingen een model geven, opdat u niet misleid zult worden; want Satan waart rond in het land, en hij gaat uit om de natiën te misleiden’ (LV 52:14).
Het is interessant dat de Heer ons ‘een’ en niet ‘het’ model voor alle dingen heeft gegeven. Volgens mij wil de Heer door die bewoording zeggen dat er niet slechts één model voor elke situatie is. De wijze van de Heer houdt verschillende modellen in waarmee we uiteenlopende geestelijke doelen kunnen verwezenlijken.
Ons ultieme doel in elke onderwijssituatie is het model of de modellen kiezen en gebruiken die het beste aan onze behoeften tegemoet komen en waarmee we de gewenste resultaten kunnen bereiken.
De Heilige Geest is de leraar
De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid. Hij openbaart, onderwijst, troost, heiligt en brengt ons alle dingen in herinnering (zie Johannes 14:16–17, 26; 3 Nephi 27:20). Ouderling James E. Talmage (1862–1933) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De functie van de Heilige Geest bij zijn bedieningen onder de mensen wordt in de Schrift uitgelegd. Hij is een leraar gezonden door de Vader; en wie recht hebben op zijn onderricht zal Hij alles openbaren wat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de ziel.’1 De Heilige Geest uitnodigen zodat Hij de leraar kan zijn, is een van de kerndoelen van alle onderwijsmodellen van de Heer.
Een leerling die zijn of haar keuzevrijheid gebruikt en in overeenstemming met correcte beginselen handelt, stelt zijn of haar hart open voor de Heilige Geest – en staat dus open voor diens onderwijs, getuigenis en bevestiging. Leren in en door geloof vereist geestelijke, mentale en lichamelijke inspanning en niet slechts passief luisteren. Door de oprechtheid en vastberadenheid in ons door geloof geïnspireerde handelen geven we aan onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus aan dat we bereid zijn te leren en onderricht te ontvangen van de Heilige Geest.
Bedenk eens hoe zendelingen hun onderzoekers helpen om door geloof te leren. Een onderzoeker die geestelijke toezeggingen doet en nakomt, bijvoorbeeld het Boek van Mormon lezen en erover bidden, de geboden onderhouden en naar de kerk gaan, moet geloof oefenen en handelen. Dat beginsel is op alle leden van toepassing; op ouders, leerkrachten en leiders.
Lesgeven, aansporen en uitleggen, hoe belangrijk dat ook is, kunnen een onderzoeker, kind, cursist of lid nooit een getuigenis van het herstelde evangelie bezorgen. Alleen als ze in geloof tot handelen overgaan en zo het pad naar hun hart ontsluiten, kan de Heilige Geest zijn bevestigende invloed doen gelden. Zendelingen, ouders, leerkrachten en leiders moeten uiteraard leren om door de macht van de Geest les te geven. Ze hebben echter ook de even belangrijke taak anderen te helpen om zelf door geloof te leren.
Het soort leren waar ik het over heb, gaat veel verder dan begripsvorming en kennisverwerving. Het soort leren waar ik het over heb, zet ons ertoe aan om tot God te ontwaken (zie Alma 5:7), de natuurlijke mens af te leggen (zie Mosiah 3:19), ons hart te veranderen (zie Mosiah 5:2), en ons tot de Heer te bekeren en nooit afvallig te worden (zie Alma 23:6). Leren door geloof vergt het hart en een gewillige geest (zie LV 64:34), en vindt plaats wanneer de Heilige Geest de kracht van het woord Gods zowel tot als in het hart voert. Leren door geloof kan niet van de leerkracht op de cursist of van de zendeling op de onderzoeker worden overgebracht door een lezing, een demonstratie of een experimentele oefening; het is veeleer de cursist die geloof moet oefenen en moet handelen om zich die kennis zelf eigen te maken.
Een onderwijsmodel
1. Bereid je voor om te leren. Het is goed dat je naar de zondagsschoolles gaat en naar de leerkracht luistert. Maar als je je inzet en voorbereidt; als je vóór de les de opgedragen leerstof leest, overweegt en erover bidt; dan kun je een krachtige uitstorting van de Geest voelen en wordt de Heilige Geest je leraar. Voorbereiding bevordert openbaring.
2. Neem deel om anderen op te bouwen. Ik wil je aandacht op dit vers vestigen: ‘Wijs onder u een leraar aan, en laten niet allen tegelijkertijd spreken; maar laat één tegelijk spreken en laten allen luisteren naar wat hij zegt, opdat wanneer allen gesproken hebben, allen door allen opgebouwd zullen zijn, en opdat eenieder een gelijke gelegenheid zal hebben’ (LV 88:122).
Dit is een van de krachtige onderwijsmodellen van de Heer. Laten we dit vers op een andere manier bekijken. ‘Wijs onder u een leraar aan.’ Wie is de leraar? De Heilige Geest. Kan het zijn dat om de Heilige Geest als leraar te hebben niet allen tegelijkertijd mogen spreken, maar dat we één tegelijk moeten laten spreken en allen moeten laten ‘luisteren naar wat hij zegt, opdat wanneer allen gesproken hebben, allen door allen opgebouwd zullen zijn’? De enige die ons op die manier kan opbouwen is de Heilige Geest.
Door opbouwende interactie ontvangen we openbaring. Nu leren we in de kerk een meer geestelijke, grondige en veeleisende aanpak van onderwijs toe te passen. Gaan we blijven doen wat we altijd gedaan hebben en dezelfde resultaten bereiken? Of gaan we ons bekeren en steeds meer op de wijze van de Heer leren, veranderen en onderwijzen?
3. Nodig uit om in actie te komen. Met deze eenvoudige vraag kun je dat doel bereiken: wat ga je doen met wat je geleerd hebt? Door met openbaring aan de slag te gaan, ontvangen we meer openbaring.
Ik bid dat we de bespoediging van de Heer zullen bijhouden, dat we niet gewoon blijven doen wat we altijd gedaan hebben op de manier waarop we het altijd gedaan hebben.
Ik getuig dat de Heer Jezus Christus echt bestaat. Ik getuig dat Hij leeft. Hij is uit de dood herrezen. Hij staat aan het hoofd van deze kerk en geeft er leiding aan. Hij vraagt ons allen om Hem in zijn bespoediging bij te houden, en de modellen voor onderwijs en vooruitgang toe te passen die Hij heeft ingesteld.