2018
Michael Isaac uit Bydgoszcz (Polen)
Oktober 2018


Geloofsportret

Michael Isaac

Bydgoszcz (Polen)

‘Uit ziekte kan veel goeds voortkomen’, zegt Michael, die aan een nierziekte lijdt. Omdat hij door zijn ziekte dankbaarder voor het evangelie is geworden, zo zegt hij, ‘is het een goede beproeving’.

Leslie Nilsson, fotograaf

Michael Isaac

Ik ben in 1942 in Ethiopië geboren en ging in 1965 in Polen studeren. In 1991 ontmoette ik de zendelingen en liet me dopen. Ik was drieënhalf jaar gemeentepresident. Ik was 12 jaar raadgever in het zendingspresidium. Ik werd weer gemeentepresident en daarna districtspresident. Toen werd ik ziek, ik kreeg nierfalen.

Nu kan ik nog maar een paar dingen in de kerk doen. Ik probeer er op zondag te zijn.

Eerst was ik boos.

‘Waarom ik?’ bad ik. ‘Ik heb u gediend, Heer.’ Maar na een tijdje ging ik het snappen. In de Schriften staat: ‘Wie geloof in Mij heeft om genezen te worden, en niet tot de dood is bestemd, zal genezen’ (LV 42:48).

Volgens dit vers zullen wij genezen worden als het nog niet onze tijd is.

De leden van de kerk blijven voor me bidden, maar mijn gezondheid gaat steeds verder achteruit. Ze denken dat hun gebeden niet verhoord worden, maar ze worden juist wel verhoord. Doordat ze voor me bidden, worden zij betere mensen en voel ik de liefde die zij mij geven.

Zelfs al was ik nog gezond, hoeveel tijd zou ik dan op mijn leeftijd nog hebben? Toch ligt er nog veel voor mij in het verschiet.

Ik pak graag de Schriften om daarin helden te vinden die me helpen. Toen ik gezond was en kon dienen, volgde ik graag Nephi, maar nu moet ik vaak aan Job denken. Hij was een goed mens, maar ook hem werd lijden niet bespaard. Er is altijd hoop in het evangelie.

Als ik in een stad als Bydgoszcz de burgemeester wil bezoeken, kan dat niet, omdat ik daar niet belangrijk genoeg voor ben. Maar door het evangelie staat de deur naar God altijd open. Daarom houd ik zo van mijn kerk.

Ik heb de kerk. Ik kan door gebed, door vasten, door alles wat we doen, God bereiken. Wat heb ik dan nog meer nodig?

Soms houd ik mezelf voor: ‘Misschien ben ik daarom wel ziek: zodat ik ga snappen hoe groots het is waar ik bij mag horen, hoe geweldig dit werk is.’

Ik zie hoe verdrietig mijn vrouw Renata is omdat ik ziek ben. Dat vind ik erg, maar verdriet is een bijproduct van liefde. Als ze niet van me hield, zou ze ook niet verdrietig zijn. Door liefde voel je dat je niet alleen bent en dat er mensen zijn die om je geven.

Doodgaan betekent niets. Iedereen gaat een keer dood. Waar het om gaat, is hoe we tegen de dood aankijken. Ik weet dat God leeft. Hij houdt van ons allemaal, ook van mij. Zo zie ik het.

Michael sitting with his wife

Voor zijn vrouw Renata is Michaels ziekte een zware beproeving. ‘Ik zie hoe verdrietig mijn vrouw is omdat ik ziek ben’, zegt hij. ‘Maar verdriet is een bijproduct van liefde. Door liefde voel je dat je er niet alleen voor staat en dat er mensen zijn die om je geven.’

Michael talking to a man at church

Ondanks de beperkingen door zijn ziekte vindt Michael nog steeds manieren om de mensen om hem heen te dienen en op te beuren.

Michael sitting at church

Michael vindt hoop en leiding in de Schriften. Toen hij nog gezond was en kon dienen, had hij grote bewondering voor Nephi. ‘Maar nu moet ik vaak aan Job denken’, zegt hij. ‘Hij was een goed mens, maar ook hem werd lijden niet bespaard.’