2018
Ouderling Gerrit W. Gong: Heb de Heer lief en vertrouw op Hem
Oktober 2018


Ouderling Gerrit W. Gong: Heb de Heer lief en vertrouw op Hem

Elder and Sister Gong

Toen Gerrit W. Gong net getrouwd en aan de universiteit van Oxford afgestudeerd was, leerde hij door eigen ondervinding dat de Heer ons zal helpen, leiden en versterken, als we Hem liefhebben en vertrouwen.

Gerrit was een Rhodesstudent die aan twee universitaire graden tegelijk werkte, waaronder een doctorstitel. Daarnaast was hij ook lid van de bisschap van de wijk Oxford. Zijn vrouw Susan en hij weten nog welk advies ouderling David B. Haight (1906–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen hun gaf, toen hij hen in de Salt Laketempel aan elkaar verzegelde. ‘Hij zei dat we altijd een roeping moesten hebben’, zegt ouderling Gong. ‘We wisten dat als we op God vertrouwden en ons best deden, Hij ons zou helpen.’

Gerrit en Susan ontvingen ‘goddelijke hulp en tedere barmhartigheden’, zegt hij. Nog altijd lid van de bisschap voltooide Gerrit alle academische vereisten voor een doctorstitel, behalve zijn proefschrift. Hij vroeg de bisschop van de wijk Oxford, Alan Webster, om een priesterschapszegen. In de zegen kreeg Gerrit deze belofte: ‘Blijf alles doen wat je kunt, dan zal de Heer je zegenen.’

Twee wijkleden die ervaren juridisch medewerkers waren, boden aan om te helpen met het uittypen van het manuscript, zodat Gerrit zijn proefschrift binnen een paar maanden af had. Hij behaalde zijn doctoraal en zijn doctorstitel in net iets meer dan drie jaar. Toen hij afstudeerde, kreeg hij een onderzoeksfunctie aan de universiteit. Door zijn ervaring in Oxford groeide zijn vertrouwen in de Heer, een vertrouwen dat tot op de dag van vandaag voortduurt en Gerrit W. Gong zal blijven dragen nu hij lid van het Quorum der Twaalf Apostelen is.

Broden en vissen

‘De Heer is goed en genadig, Hij wil ons zegenen’, zegt ouderling Gong. ‘Als we ons best doen, zal Hij ons in staat stellen om meer te doen dan we anders zouden kunnen. Het is als het vermenigvuldigen van broden en vissen. De Heer werkt met wat we hebben en vermeerdert dat tot iets veel groters dan wat we zelf zouden kunnen.’

Het broden-en-vissenbeginsel geldt ook voor onze opleiding, zegt hij. ‘Zelfs als je geen formele opleiding kunt volgen, gaat het erom of je wilt leren, want leren is eeuwig. Ongeacht onze omstandigheden kunnen we allemaal naar licht en waarheid zoeken. Als we dat doen, zal de Heer ons helpen om die te vinden.’

Verbondsband

In Oxford leerde ouderling Gong nog een ander evangeliebeginsel dat hij de ‘verbondsband’ noemt.

‘Naarmate we dichter tot de Heer naderen, naderen we ook dichter tot elkaar’, zegt hij. ‘In Oxford genoten we net zo veel van onze interactie met de wijk als met de universiteit. Tot op de dag van vandaag komen veel van onze dierbaarste vrienden uit de wijk Oxford.’

Twee van die vrienden zijn Tim en Katherine Witts, die nog weten dat ze samen met de Gongs naar de tempel gingen. ‘Ik herinner me hoe broeder Gong zijn horloge afdeed om ongestoord de dingen van de eeuwigheid te kunnen overpeinzen zonder zich opgejaagd te voelen’, zegt zuster Witts. ‘Door dat simpele gebaar ging ik mij meer op mijn eigen tempelbeleving concentreren.’

De Gongs ontmoeten vaak vrienden die ze dankzij het evangelie kennen. ‘Mensen zeggen dan: “We hebben met u samengewerkt toen u lid van de hoge raad was”, en dat soort dingen’, zegt ouderling Gong. ‘En het is wederzijds. Ik ben dankbaar voor een ringpresident en een wijkraad die mij als jonge bisschop hielpen. We zijn allemaal veel verschuldigd aan onze ouders, schoonouders, buren, zendingspresidenten, zusters en priesterschapsleiders die ons vriendelijk behandelen, ons leiden en ons aansporen om tot Christus te komen.’

Familie-erfgoed

De familiegeschiedenis van ouderling Gong gaat 34 generaties terug naar Eerste Draak Gong, geboren in 837. Ouderling Gongs grootouders zijn van China naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Zijn moeder, Jean, liet zich als tiener in Hawaï (VS) dopen en ging later naar de Brigham Young University in Provo (Utah, VS). Daar woonde ze in bij het gezin van Gerrit de Jong, de eerste decaan van de faculteit voor schone kunsten. ‘De familie De Jong liet me zien hoe een evangeliegezin eruit ziet’, zegt ze.

Na BYU ging Jean naar Stanford University in Palo Alto (Californië, VS), waar ze Walter A. Gong ontmoette. ‘Hij was al christen en zag snel in wat het herstelde evangelie te bieden heeft’, zegt Jean. Hij liet zich dopen en een jaar later trouwden ze in de Salt Laketempel. Beiden gingen ze het onderwijs in. Samen hebben ze meer dan 70 jaar lesgegeven.

‘Papa werd ook patriarch’, zegt ouderling Gong. ‘Omdat de patriarchale zegens bij ons thuis werden gegeven, heerste er in ons huis altijd een diepe eerbied voor Gods liefde voor ieder van zijn kinderen.’

Elder Gong as a baby with his parents

Op 23 december 1953 werd in Redwood City (Californië, VS) het eerste van de drie kinderen van Jean en Walter geboren. ‘Zijn voornaam, Gerrit, is Nederlands, een eerbetoon aan Gerrit de Jong’, vertelt Jean. ‘Zijn tweede naam is Walter, een eerbetoon aan zijn vader. En onze achternaam is Chinees, een eerbetoon aan zijn afkomst.’

Jean zegt dat Gerrit lief voor zijn jongere broertje en zusje, Brian en Marguerite, was. ‘Hij hielp ze graag,’ vertelt ze, ‘zelfs met kleine dingen als voordoen hoe ze hun veters moesten strikken.’ Ze weet nog dat ze op een dag na de kerk thuiskwam en Gerrit en Brian hoorde zeggen dat ze een toespraak in de avondmaalsdienst saai hadden gevonden. ‘Dus ik gaf ze een uitdaging: “Maak dan zelf een betere toespraak.” Ze namen de uitdaging aan en gingen toen beter naar alle toespraken luisteren’, zegt ze.

Als tiener vond Gerrit het heerlijk om met de andere jongemannen in zijn wijk te gaan backpacken en hiken. Wally Salbacka, een van zijn vrienden voor het leven, kan zich één tocht nog goed herinneren. ‘Ik was daar met Gerrit en zijn broer, Brian, en een vriend die geen lid van onze kerk was. Om de een of andere reden gingen we lofzangen zingen. Gerrit zong sopraan, Brian tenor en ik zong de bas. Ik denk dat we wel 10 of 20 lofzangen hebben gezongen, gewoon omdat we het leuk vonden om te zingen. Het was een goede ervaring. Onze vriend die geen lid was, was onder de indruk.’

Broeder Salbacka weet ook nog hoe op het voortgezet onderwijs Gerrit de cheerleaders vroeg om geluidloze cheers voor het schaakteam te doen. ‘Hij wist ze ervan te overtuigen dat morele steun goed is voor iedereen’, vertelt hij. ‘En ja hoor, ze kwamen naar een wedstrijd!’

Elder Gong as a missionary and later with a missionary

Van links naar rechts: Marjorie en Gordon B. Hinckley feliciteren Gerrit en Susan op hun huwelijksreceptie. Als zendeling in Taiwan onderwees ouderling Gong een gezin. Jaren later, als algemeen autoriteit, ontmoette hij de kleinzoon van een van de dochters van dat gezin. In Vietnam maakten ouderling en zuster Gong een muurschildering om kinderen in moeilijke omstandigheden wat plezier te brengen. Leden van de familie Gong en anderen die aan de muurschildering in Vietnam meehielpen.

Na het voortgezet onderwijs ging ouderling Gong naar de Brigham Young University. Van 1973 tot 1975 vervulde hij een zending in het zendingsgebied Taiwan Taipei. Na zijn terugkeer naar BYU behaalde hij in 1977 zijn doctorandus in Aziatische studies.

Verkering en huwelijk

Na zijn zending bood ouderling Gong aan om op zondag haardvuuravonden in het opleidingscentrum voor zendelingen in Provo (Utah, VS) te organiseren. Op deze haardvuuravonden kregen zendelingen die naar Taiwan geroepen waren een voorproefje van de mensen, gebruiken en cultuur daar. Een van de zendelingen was zuster Susan Lindsay uit Taylorsville (Utah, VS), de dochter van Richard P. en Marian B. Lindsay. Broeder Lindsay was lid van het Tweede Quorum der Zeventig. ‘Bij Susan had ik het gevoel dat ik haar altijd al gekend had’, zegt ouderling Gong.

Twee jaar later, een paar maanden nadat Susan na haar zending naar BYU was teruggekomen, was Gerrit in Provo bij zijn familie. Zijn vader doceerde aan de universiteit en Gerrit zou twee weken blijven. Dat werd vier weken. Susan en hij zochten elkaar elke dag op. Toen vertrok Gerrit voor een stage naar Hawaï, waarna hij naar Oxford terug zou gaan.

‘We leerden elkaar kennen vanaf twee verschillende continenten’, beschrijft ouderling Gong. ‘Ik probeerde in Engeland tot studeren te komen en tegelijkertijd zoveel mogelijk over Susan, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, te weten te komen.’

‘We verloofden ons aan de telefoon’, vertelt zuster Gong. ‘Hij was met Thanksgiving weer thuis en de eerste dag dat de tempel in het nieuwe jaar open was, trouwden we.’ Twee weken later vlogen ze naar Engeland om daar samen een nieuw leven op te bouwen.

‘Als mensen trouwen, zeggen ze dat twee families één worden’, zegt ouderling Gong. ‘Dat is letterlijk wat er bij mij gebeurde. Ik voel me net zo goed deel van de familie Lindsay als van de familie Gong.’

Gong wedding photo with the Hinckleys

Een bliksemcarrière

Nadat hij kort aan de faculteit in Oxford had gewerkt, kreeg Gerrit een overheidsfunctie in Washington D.C. (VS). Daar werkte hij in 1984 mee aan de herverkiezingscampagne voor president Reagan en vicepresident Bush en deelde hij een kantoor met Mike Leavitt, die later gouverneur van Utah werd. ‘Gerrit was opmerkzaam en attent’, zegt broeder Leavitt, ‘maar het meest opvallend was wel zijn onuitputtelijke vriendelijkheid.’

In 1985 werd Gerrit assistent van de Amerikaanse staatssecretaris van binnenlandse zaken. In 1987 werd hij assistent van de Amerikaanse ambassadeur in Beijing (China). En van 1989 tot 2001 vervulde hij verschillende posities aan het Centrum voor Strategische en Internationale Studies in Washington D.C. Toen keerde hij naar de universitaire wereld terug en aanvaardde een positie als assistent van het hoofd strategische planning bij BYU. Die rol vervulde hij negen jaar.

Carri Jenkins, assistent van het hoofd universiteitcommunicatie aan BYU, zat in het kantoor ernaast. Ze weet nog hoe Gerrit Gong de mensen om hem heen altijd een hart onder de riem kon steken. ‘Als je er zelf geen vertrouwen in had dat je een moeilijke opdracht aankon, had hij dat vertrouwen voor jou’, zegt ze. ‘Hij deed wat hij kon om je te adviseren en hoop te geven, en hij stimuleerde je om de volgende stap te nemen en jezelf te bewijzen.’

Federaal rechter Thomas B. Griffith, die ouderling Gong zowel in Washington als aan de BYU kende, beschrijft de omgang met hem zo: ‘Aan het eind van een gesprek besef je dat het allemaal over jou is gegaan. Hij kan geweldig goed luisteren. En hij stelt vragen die je aan het denken zetten.’

Cecil O. Samuelson, emeritus algemeen zeventiger en voormalig president van BYU, zegt dat ouderling Gong ‘zich vaak op de achtergrond houdt, maar de radertjes draaien altijd’.

Gong family in Vietnam

Gezinsleven

Gerrit en Susan Gong kregen vier zoons: Abraham, Samuel, Christopher en Matthew. Ze zijn in sterk wisselende omstandigheden opgegroeid.

‘Toen we in Beijing woonden, ondervonden onze kinderen wat een zegen het is om elkaars beste vriend te zijn’, zegt ouderling Gong.

‘Aan de ene kant kregen ze een heel breed venster op de wereld’, voegt zuster Gong toe. ‘Aan de andere kant werden we daardoor als gezin juist hechter. Onze jongens zeggen nog steeds dat het beste dat wij als ouders hebben gedaan, was ze broers geven.’

‘Op een keer hebben we onze airmiles ingewisseld’, vertelt ouderling Gong. ‘Iedereen mocht een bestemming kiezen. We begonnen in Washington D.C., waar we woonden, en gingen vandaar naar Engeland, Tsjechië, Griekenland, Turkije, India, China en Japan.

‘Op die reis hadden we één strenge regel’, zegt Susan. ‘Waar we ook waren, we aten wat de lokale bevolking at.’ Aan het einde van de reis, in Japan, zei ouderling Gong tegen zijn zoons dat ze naar een restaurant zouden gaan dat wereldberoemd was om zijn rundvlees. Bij McDonalds aten vier uitgehongerde zoons en twee ouders 17 hamburgers!

‘Papa en mama vonden het erg belangrijk dat we door eigen ervaring leerden’, vertelt Abraham. ‘Papa is er diep van doordrongen hoe ervaringen mensen en hele culturen vormen.’ Abraham merkt ook op dat zijn vader ‘altijd heel weloverwogen spreekt omdat hij zijn eigen woorden echt wil menen en geloven.’

Sam weet nog dat ‘papa, hoe druk hij het bij Binnenlandse Zaken ook had, me elke avond hielp en trainde voor een rekenwedstrijd, de Challenge 24, waar ik in de derde klas aan mee wilde doen.’ Hij zei dat als ik won, we een feestje zouden hebben met roomijs en 24 toppings. Sam bereikte de nationale finale maar won niet. Maar het roomijs kwam er toch. Het was alleen lastig om 24 toppings bij elkaar te krijgen. Een ervan was gedroogd vlees.

Christopher en Matthew vertellen hoe fijn ze het vinden ‘dat onze vader en moeder elkaar zo vertrouwen, liefhebben en toegewijd zijn’. Die liefde delen ouderling en zuster Gong met elkaar en met elke zoon en hun verdere familie.

‘Gerrit is niet alleen een toegewijde vader, maar ook een toegewijde zoon en broer’, zegt Susan. ‘Die rollen vindt hij belangrijk. Hij laat ons inzien dat familiebanden het allerbelangrijkst zijn.’

Kerkervaring

Hoewel ouderling Gong het druk had met zijn werk en gezin, wilde hij ook graag in de kerk dienen. Hij vervulde daarbij functies als hogeraadslid, groepsleider hogepriesters, zondagsschoolpresident van de ring, seminarieleerkracht, bisschop, president van de ringzending, ringpresident en gebiedszeventiger.

Waar hij ook wordt geroepen, en ook in zijn gezinsleven, laat hij zonder uitzondering bepaalde karaktereigenschappen zien. ‘Hij beschouwt iedereen als zoon of dochter van onze hemelse Vader’, zegt zuster Gong. ‘Maar bovenal houdt hij van de Heer. Hij wil echt, met zijn hele hart, het koninkrijk opbouwen en iets voor de kinderen van onze hemelse Vader betekenen.’

En hij bewondert zijn vrouw. ‘Wat me ook wordt gevraagd,’ zegt hij, ‘Susan staat altijd aan mijn zijde. Ze voelt zich met iedereen op haar gemak en is mensgericht. Ze is altijd bereid om naar nieuwe plaatsen te gaan en nieuwe dingen te proberen. Daar ben ik dankbaar voor.’

Dienen met de Zeventig

Op 3 april 2010 werd ouderling Gerrit W. Gong als algemeen zeventiger gesteund. Hij werd toegewezen aan het presidium van het gebied Azië met het hoofdkantoor in Hongkong. Later werd hij president van dat gebied. Op 6 oktober 2015 werd ouderling Gong gesteund als lid van het Presidium der Zeventig. In die hoedanigheid bleef hij internationale ervaring opdoen, zoals gebiedsbeoordelingen in Afrika en Midden-Amerika leiden.

‘In al die gebieden ontmoet je de heiligen en ga je van ze houden’, zegt hij. ‘Je voelt je gezegend als mensen je over hun geloof vertellen. Als je ziet hoe God in hun leven werkt, ga je beter begrijpen wie God is en hoeveel Hij van ieder van ons houdt.’

‘Welke situatie we ouderling Gong ook vragen op te lossen, de betrokkenen hebben altijd het gevoel dat ze een nieuwe vriend hebben gevonden’, zegt President Russell M. Nelson. ‘Hij weet heel veel, maar is nederig. Hij maakt op alle niveaus contact met mensen en is altijd goed voorbereid en overtuigend.’

Gongs in Thailand

Van links naar rechts: In Thailand had ouderling Gong een ontmoeting met zijne Eminentie Francis Xavier Kardinaal Kriengsak Kovithavanij, de katholieke aartsbisschop van Bangkok. Ouderling Gong trekt er graag één-op-één met zijn zoons op uit, zoals hier in Canada met zijn zoon Sam. Ouderling Gong spreekt over het Levensbrood met leerkrachten van seminarie en instituut in 2017. Zuster Gong in gesprek bij een Cambodjaans lid thuis.

Geroepen als apostel

Toen president Nelson ouderling Gong als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen riep, pakte de profeet, ‘in het bijzijn van mijn lieve vrouw, Susan, liefdevol mijn handen [en riep mij] tot deze gewijde roeping van de Heer […]. Het deed me naar adem happen’ (‘Christus is verrezen nu’, Liahona, mei 2018, 97). Nederig, maar zeker van zijn liefde voor en vertrouwen in de Heer, aanvaardde ouderling Gong de roeping. Hij werd op 31 maart 2018 de gesteund. Zorgvuldig door de Heer voorbereid, begint hij nu aan zijn bediening als ‘bijzondere getuige van de naam van Christus in de hele wereld’ (LV 107:23).