2019
Een roeping voor John
Augustus 2019


Een roeping voor John

Afbeelding
older man in workshop

Illustratie John Kachik

Toen ik jaren geleden pas bisschop was geworden, werd mijn aandacht getrokken naar een trouwe zuster die altijd zonder haar man, John, naar de kerk ging. Ik kwam erachter dat hij tijdens de bouw van ons kerkgebouw gemeentepresident was geweest. Hij kreeg zo weinig hulp van de gemeenteleden dat hij het meeste werk deed en een burn-out kreeg, waarna hij minderactief werd.

Als er wijkleden bij hem thuis kwamen, stak hij een sigaret aan en zette een bierblikje neer, alsof hij wilde zeggen: ‘Je kunt me niet overhalen om terug te komen.’

Uiteindelijk kwam ik erachter dat John witgoedmonteur was. Oudere leden van de wijk belden mij vaak als er een apparaat gerepareerd moest worden. Toen ik eenmaal wist waar John goed in was, belde ik hem als ik advies nodig had bij het uitvoeren van reparaties.

Dat deed ik ongeveer een jaar lang. En toen hadden we een wijkadministrateur nodig. Na gebed en overpeinzing, had ik het gevoel dat ik John moest roepen.

Ik zei dat tegen de ringpresident, en die zei: ‘We kunnen hem nu niet roepen! Hij rookt en drinkt bier.’ Ik vroeg de ringpresident om hem toch voor een gesprek te vragen. John kwam opdagen voor het gesprek, maar antwoordde nadrukkelijk: ‘Nee, ik ben niet waardig.’

De situatie bleef zoals hij was – John bleef minderactief, en ik vroeg hem om advies. Ik vroeg hem in die periode niet om weer naar de kerk te komen. In plaats daarvan vroeg ik de ringpresident om hem nog eens te spreken. John zei weer nee, maar voegde daar dit keer aan toe: ‘Ik zal het u laten weten als ik er klaar voor ben.’

Ik bleef John om advies vragen, en probeerde wat kameraadschap op te bouwen.

Op een dag nam ik de telefoon aan en hoorde: ‘Is dit d’ouwe bisschop?’ Zo was hij me gaan noemen. ‘U spreekt met John. Ik ben zover.’ Hij werd vervolgens als onze wijkadministrateur geroepen.

In de loop der jaren was John werkzaam in verschillende roepingen. Zijn vrouw en hij hebben een zending vervuld, en nu dienen ze samen in de tempel. John schreef me voor het feest van ons vijftigjarig huwelijk een briefje, en daar stond in: ‘Bisschop, bedankt dat u mijn leven hebt gered.’

Ik kan niet onder woorden brengen hoeveel vreugde het me geeft dat John deels weer in de kerk is teruggekomen omdat ik hem om hulp vroeg.

Afdrukken