Aangestipt
Was het niet raar dat de broer van Jared de Heer vroeg om stenen licht te laten geven?
Ten eerste bad de broer van Jared met het geloof dat hij ‘volgens [zijn] verlangens’ zou ontvangen (Ether 3:2). Hij vertrouwde er dus op dat ‘geen ding bij God onmogelijk [was]’ (Lukas 1:37). En de Heer willigde zijn gelovige verzoek in.
Ten tweede volgde de broer van Jared wellicht een eerder voorbeeld: de ark van Noach. De Heer zei tegen de broer van Jared dat hij in zijn vaartuigen geen vuur of vensters mocht hebben (zie Ether 2:23–24), maar in de Bijbel staat dat Noachs ark een ‘lichtopening’ had (Genesis 6:16). Het woord dat daar als ‘lichtopening’ is vertaald, is mogelijk geen echt venster geweest. Sommige rabbijnen en andere geleerden hebben bij Genesis 6:16 opgemerkt dat de ‘lichtopening’ van de ark een kostbare steen was die in de ark licht gaf. De broer van Jared was vast met het verhaal van de ark van Noach bekend. (De Jareditische kroniek bevatte een verslag vanaf de schepping tot aan de toren van Babel [zie Ether 1:3–4].) Het verzoek van de broer van Jared was misschien dus toch niet zo ongebruikelijk.