De keuze om te geloven
Enkele weken geleden kreeg ik van David Geens een mail waarin hij schreef dat er op Amazon een boek verkrijgbaar was dat hij zelf had geschreven. Ik heb het met interesse en bewondering gelezen. Voor dit artikel had ik er met hem een gesprek over.
Je boek begint en eindigt met een heel persoonlijke ervaring. Over de ervaring aan het begin van het boek zeg je zelf dat je die niet kon negeren en het is ook het begin van een geestelijke zoektocht naar geloof. Kun je hier iets meer over vertellen?
‘Het boek begint inderdaad met een zeer persoonlijk getuigenis dat ik kreeg toen ik achttien was. Op onze middelbare school was het traditie om in het laatste jaar een vakantie door te brengen in Italië. Dat was voor mij heel interessant want ik had Latijn gestudeerd en ik wist veel van het Romeinse rijk. Een van de plaatsen die we aandeden was Assisi en daar heb ik een geestelijke ervaring gehad die ik, naarmate ik ouder werd, steeds meer op prijs stelde.
‘Beeld je in dat ik in Assisi bij een standbeeld stond van de heilige Franciscus, een bijzondere man die veel goeds heeft gedaan in zijn leven. In zijn vooruitgestoken handen zaten twee tortelduiven, voor mij nog steeds een raadsel hoe deze duiven daar bleven zitten. Toen ik daar stond en naar het beeld keek, kreeg ik heel sterk het gevoel dat iemand iets tegen mij zei. Ik voelde de stem meer dan dat ik hem hoorde. De stem vroeg mij meerdere malen wat ik met mijn leven wilde doen. Dit overrompelde mij want ik had daar tot dat moment niet veel aandacht aan gegeven. Wel aan mijn toekomstige studie en werk, maar niet aan geloof of iets geestelijks. Ik was echt perplex en die avond besefte ik dat ik een geestelijke ervaring had gehad die ik niet mocht negeren. Toen mij de vraag voor de derde keer werd gesteld, zei de stem, bij wijze van opdracht, dat hij mij nodig had. Dat was het begin van een zoektocht naar dat wat wij niet alleen met onze zintuigen kunnen ervaren, maar vooral naar het waarom van ons leven. En na deze ervaring ben ik hiernaar op zoek gegaan.’
Wij kennen elkaar al heel wat jaren, maar deze ervaring had ik nooit eerder van je gehoord. Ik weet dat je altijd zocht naar de wetenschappelijke kant van dingen maar ik begrijp dat dit de aanleiding is geweest om het geestelijke in je leven te ontwikkelen.
‘Ik heb van huis uit meegekregen om dingen uit te zoeken en te blijven studeren. De wetenschap geeft antwoord op de ‘hoe’-vragen, maar voor antwoorden op de ‘waarom’-vragen kan ik mij veel beter richten tot de geestelijke middelen die ik in de kerk vind. Dat zijn de Schriften, gebed en luisteren naar de Heilige Geest. Mijn zoektocht was om een antwoord te vinden op diepgaande, geestelijke vragen en ik wilde niet rusten totdat ik die antwoorden had gevonden.’
Je gaat in je boek diep in op keuzevrijheid. Kun je toelichten waarom je dit zo belangrijk vindt?
‘Samenvattend heeft dit alles te maken met de weg die ik zelf heb afgelegd en zo ben ik uiteindelijk geleid tot De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Toen begon ik antwoorden te vinden waarvan ik voelde dat ik dat altijd al had geweten. Een van die antwoorden was dat ik beter de verhouding tussen wetenschap en religie begon te begrijpen. Wetenschap draait om bewijzen van veronderstellingen die je maakt, maar bij geloof ligt dit anders. Hierbij is keuzevrijheid essentieel om zelf te beslissen wat je gaat geloven of niet. Keuzevrijheid stelt ons in staat om onszelf te ontdekken en de kans te geven om te zijn wie we willen zijn. In dit leven, dat wij als leden van de kerk zien als onze proeftijd, moeten we in volledige keuzevrijheid beslissingen kunnen nemen. In mijn boek geef ik het voorbeeld van een waarschuwingsbord dat aan de rand van een klif staat. We kunnen kiezen om het te negeren en mogelijk om te komen, of het niet te negeren en verder in keuzevrijheid te leven. Wat een beperking lijkt, is eigenlijk een bevrijding. Iemand moet dat beseffen voordat de keuze kan worden gemaakt: wil ik geloven of wil ik niet geloven? God zal nooit aan ons verschijnen om te bewijzen dat Hij bestaat, want daarmee vernietigt Hij onze keuzevrijheid.’
Ik weet dat het zo is maar je verwoordt het in je boek op een speciale manier, wat een prachtige weergave is van wat je in je zoektocht hebt meegemaakt. Je licht het ook verder toe met de keuze om te geloven, om te groeien en met de keuze tussen het goede en kwade.
‘Ik ben ervan overtuigd dat we veel zullen bereiken als we keuzevrijheid gaan omarmen. Het maakt ons sterker als we weten dat we niet gebonden zijn door veel zaken. Mensen beweren tegenwoordig dat er geen keuze meer is om te geloven, want de wetenschap heeft zoveel bewezen waardoor uitleg van een God niet meer nodig is. Maar als zij bereid zijn om de beperkingen van hun vorming en opvoeding op te geven en zichzelf de vrijheid geven om te kiezen voor geloof, dan vind ik dat een hele grote vooruitgang. Ik ben al gelukkig als iemand door het lezen van mijn boek zich wil bevrijden van dogma’s en kiest voor de vrijheid om te geloven.’
Kun je de keuze om te groeien wat meer toelichten?
‘Ik vind het heel fijn om ongeveer 6 keer per jaar jongeren van 17–18 jaar toe te spreken. Ik doe dit in opdracht van de Vlaamse overheid, die het zelfstandig ondernemerschap bij jongeren wil stimuleren. Deze jongeren staan op het punt om te kiezen wat zij verder in hun leven gaan doen. Als zij mij tien jaar later zouden tegenkomen en onze ontmoeting kunnen herinneren, dan zou ik ze vragen wat ze van mijn presentatie hebben onthouden. Dan hoop ik dat het antwoord is: tegenslag is pas een mislukking als je er niets uit leert. Want iedere ervaring die we hebben, hoe moeilijk ook, is een kans om te groeien. Maar het is wel onze keuze om dit te doen. We kiezen natuurlijk niet voor tegenslag zoals ziekte en verlies van dierbaren, maar we kiezen wel hoe wij hiermee omgaan en hoe de rest van ons leven er uit zal zien. Krijgt tegenslag ons klein of is het een voedingsbodem voor toekomstige groei.’
Je ziet dit in talloze situaties terug in de Schriften. Neem Nephi of Joseph Smith, die beiden veel tegenslag in hun leven hebben gehad. Ze hebben daar veel van geleerd en ze zijn verder gegaan in de ontwikkling van hun leven. Dit sluit helemaal aan bij wat je schrijft over de keuze tussen goed en kwaad.
‘Alhoewel dit voor mij inmiddels duidelijk is, vond ik dit het moeilijkste hoofdstuk om te schrijven, omdat ik bang was dat de lezer mijn uitleg te gemakkelijk zou vinden. Het antwoord is eigenlijk niet moeilijk want de keuze tussen goed en kwaad is het meest essentiële doel van onze testperiode op aarde. Noch het goede, noch het kwade mag overheersen in ons leven. Er moet een evenwicht zijn, anders is er geen echte keuzevrijheid. Wat wij kiezen tussen goed en kwaad is een zuivere reflectie van wie wij zelf zijn. Niet alleen de grote keuzen maar ook de kleine zijn als het ware de legoblokjes waarmee je jezelf opbouwt. Het goede en kwade zit beide in ons, maar pas door een actieve vrije keuze kunnen we kiezen voor het goede.’
Zou je nog iets willen zeggen over de epiloog van je boek?
‘Ik ben het boek begonnen met een zeer persoonlijk verhaal en zo wilde ik het ook eindigen. Het boek is in mijn zomervakanties van 2018 en 2020 geschreven. De lezer kan dit zien omdat er in het laatste deel aanzienlijk meer tikfouten zitten, want kort na de zomer van 2018 heb ik een ernstige hersenbloeding gehad. Dit heeft mij op een moeilijk pad gezet, waar ik keuzen heb moeten maken hoe ik met deze niet zelfgekozen tegenslag omging. Het boek eindigt daarom met wat ik zelf heb geleerd van het maken van keuzen. Het heeft mij de kracht gegeven om door deze periode heen te komen, hoe moeilijk de vervolgstappen ook zijn geweest. Het is een oprecht verhaal om te laten zien dat ik niet alleen over theorie heb geschreven, maar ook over eigen ervaring.’