Vrouwen aan de wieg van de herstelling
Caroline was bereid om te delen
Hoeveel geld wilde Caroline Tippets schenken om grond in Zion te kopen?
Illustratie, Toni Oka
Caroline Tippets en haar gezinsleden werkten hard, zowel lichamelijk als geestelijk. Haar broers werkten in houtzagerijen. Zij verzaagden het hout dat overvloedig aanwezig was in de staat New York (VS), waar zij woonden. Het gezin was in 1832 lid van de kerk geworden. Een van haar broers, Alvah, gaf leiding aan de gemeente in hun gebied.
In 1834 vertelde Alvah over een openbaring die de profeet Joseph Smith van de Heer had ontvangen. De kerkleden werd verzocht om geld aan de kerk te schenken of te lenen om ‘Zion [te] vestigen’ (Leer en Verbonden 101:74). Omdat ze wist dat de kerk grond moest aankopen waar de heiligen konden vergaderen, stemde Caroline, die 21 jaar was, ermee in om $150 in contanten en $107 in onroerend goed te schenken, meer dan alle anderen in de gemeente.1
Caroline, haar jongere broer Joseph en een van haar nichten, onderbraken hun reis naar Missouri in Kirtland (Ohio). Daar spraken ze met Joseph Smith en de hoge raad van Kirtland. In die tijd ging de kerk gebukt onder een schuldenlast, en de hoge raad vroeg of Caroline bereid was de kerk wat geld te lenen. In de notulen van de vergadering staat: ‘De raad stelde vast dat zuster Caroline Tippets $149,75 van het geld in bezit had. […] Zij werd aldus in de raad geroepen en verklaarde dat zij bereid was dat bedrag uit te lenen.’2
Caroline zag dat de kredietovereenkomst ondertekend was door Joseph Smith, Oliver Cowdery en Frederick Williams. Maar zij heeft waarschijnlijk niet gezien dat Joseph en Oliver de volgende dag in gebed neerknielden, ‘en de Heer bedankten voor de verlichting die Hij onlangs had gezonden’.3 Dankzij Carolines bereidheid om haar middelen af te staan, was de kerk in staat een deel van haar schuld af te lossen en met de bouw van de Kirtlandtempel door te gaan.