2021
Mijn getrouwe raadgever
September 2021


Getrouw ouder worden

Mijn getrouwe raadgever

Als het op dienstbetoon aankwam, zag Larry leeftijd nooit als een belemmering.

couple visiting an elderly woman

Illustraties, Carolyn Vibbert; foto geplaatst met toestemming van de familie Morgan

Toen mijn familie terug naar de stad verhuisde waar ik was opgegroeid, merkten we dat de gemeenschap in een overgangsfase verkeerde. Ooit bekend als een plek voor jonge gezinnen, woonden er in de buurt nu veel weduwen en weduwnaars, ouders van wie de kinderen waren opgegroeid en verhuisd, en een klein maar groeiend aantal jonge gezinnen dat er kwam wonen als er huizen beschikbaar kwamen.

Vanwege de verschuiving in de bevolkingsstructuur werden de wijkgrenzen gewijzigd. Gedeelten van drie wijken werden tot één wijk samengevoegd, en ik werd als bisschop geroepen. Ik had een paar dagen de tijd om over raadgevers na te denken. De eerste naam kwam vrij snel en de Geest bevestigde die. Maar ik wist niet meteen wie de andere raadgever moest worden.

Ik overwoog enkele jonge broeders in de nieuwe wijk, maar ik kende ze niet goed. Ik dacht dat we ze beter in de jongemannen konden gebruiken.

Ik kende een oudere broeder, Larry Morgan, die al heel lang in de omgeving woonde. In mijn tienerjaren was hij een van mijn jeugdleiders. Hij was nu 76 jaar oud. Ik voelde me geïnspireerd om met hem te praten. Misschien wist hij meer over sommige mensen die ik niet kende, dacht ik.

Hij stond op de oprit toen ik bij zijn huis aankwam, en zonder dat hij een woord gezegd had, wist ik dat Larry de andere raadgever moest worden. Ik sprak enkele minuten met hem, en ging toen naar huis en belde de ringpresident op. Die zondag werd de bisschap ter steunverlening voorgesteld, met Larry als tweede raadgever.

Larry was zachtmoedig en bedachtzaam in zijn manier van doen, maar als hij sprak, luisterden de mensen. Hij had ook een onwankelbaar geloof in de Heer. Ik leerde al snel dat ik op zijn raad kon vertrouwen.

‘We zullen ze bezoeken’

Huisonderwijzers (tegenwoordig dienende broeders genoemd) deden hun uiterste best om de weduwen en weduwnaars te bezoeken, en ze lieten de bisschap weten hoe het met ze ging. Tegenwoordig zou een groot deel van de verantwoordelijkheid voor hun welzijn bij het ouderlingenquorum en de ZHV berusten. Maar op dat moment voelde ik me verplicht om hen ook te bezoeken. Dus deed ik mijn best om er één of twee per week te bezoeken. In dat tempo zou het bijna een jaar duren om ze allemaal te bezoeken. Met een jong gezin dat ook mijn tijd nodig had, voelde ik me overbelast.

Ik besprak dat in de bisschapsvergadering, en Larry had een idee.

Larry and Elizabeth Morgan

Larry en Elizabeth Morgan

Illustraties, Carolyn Vibbert; foto geplaatst met toestemming van de familie Morgan

‘Waarom helpen mijn vrouw en ik niet mee?’ zei hij. ‘Wij hebben de hele dag de tijd. Vertrouw op de huisonderwijzers, maar laat Elizabeth en mij degenen bezoeken die wat extra aandacht nodig hebben. Wij zullen ze laten weten dat u aan ze denkt.’

Vervolgens legden mijn trouwe raadgever en zijn vrouw veel bezoeken af en beurden ze veel mensen op. Ze verlichtten mijn last aanzienlijk.

‘Hoe oud is de profeet?’

Onze wijk had een keer een leerkracht voor de zondagsschoolklas Evangelieleer nodig. Als bisschap baden we en bespraken we verschillende namen met de president van de zondagsschool. Maar er werd ons geen naam ingegeven. Opnieuw had Larry een goed idee. ‘En Ila Gibb?’ Ila was al in de zeventig, maar we kregen allemaal het gevoel dat ze een goede leerkracht zou zijn. De zondagsschoolpresident was het met ons eens.

Zuster Gibb moest lachen toen Larry en ik haar riepen. ‘Ik ben oud’, zei ze. ‘Laat mij maar met rust.’

Toen Larry vroeg: ‘Zuster Gibb, hoe oud …’, dacht ik dat hij zichzelf als voorbeeld zou gebruiken. Maar dat deed hij niet. Hij zei heel vriendelijk: ‘Hoe oud is de profeet?’ Toen was president Gordon B. Hinckley (1910–2008) net op 84-jarige leeftijd president van de kerk geworden.

‘Ik zie wat u bedoelt’, antwoordde Ila. ‘We zijn natuurlijk nooit te oud om te dienen.’ En de daaropvolgende drie jaar was ze een geweldige leerkracht Evangelieleer.

Ik ben nu 69, en ik denk nog vaak aan Larry en aan het geloof dat hij toonde toen hij op 76-jarige leeftijd een roeping als raadgever in de bisschap aanvaardde. Als ik aan zijn dienstbetoon denk, voel ik me geïnspireerd om te denken dat ik nog veel kan doen – en dat velen van ons in de 60, 70 en 80 nog veel kunnen doen – om het koninkrijk van God verder op te bouwen.