De tactieken van onze vijand herkennen
De auteur woont in Arizona (VS).
Wanneer discipelen van Jezus Christus zich bewust zijn van de tactieken van de vijand, kunnen ze zijn macht en kracht gebruiken om Satan en zijn volgelingen in toekomstige veldslagen te verslaan.
Foto’s, Getty Images
Toen ik in militaire dienst was, was een van de eerste dingen die ik leerde hoe belangrijk het is om de vijand te kennen, zodat we die effectief kunnen bestrijden. Ik heb veel tijd besteed aan het bestuderen van de tactieken en strategieën van vijanden, zodat ik plannen kon bedenken om hen te slim af te zijn en ze te verslaan als we elkaar op het slagveld zouden tegenkomen.
Omdat onze geestelijke vijanden, Satan en zijn volgelingen, onzichtbaar voor ons zijn, zijn wij geneigd te vergeten dat zij ons in de gaten houden en ons proberen te verleiden. President George Q. Cannon (1827–1901) van het Eerste Presidium heeft gezegd: ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat als onze ogen open waren zodat we de geestenwereld om ons heen konden zien, we minder onoplettend, onvoorzichtig en onverschillig zouden zijn, of we Gods geest en kracht nu bij ons hadden of niet; maar dan zouden we voortdurend waakzaam zijn en tot onze hemelse Vader bidden om zijn Heilige Geest en zijn heilige engelen om ons heen te hebben en ons te sterken zodat we elke kwade invloed konden overwinnen.’1
Met kennis van de macht en mogelijkheden van de duivel kunnen we de mogelijke schade en verwoesting inschatten die hij en zijn volgelingen ons willen toebrengen. Wij moeten voortdurend op onze hoede zijn en onze defensieve en offensieve tactieken voorbereiden om niet aan verleidingen en verlokkingen ten prooi te vallen.
Die strijd begon al in het voorsterfelijk leven.
Toen wij in de oorlog in de hemel streden, vochten wij niet met geweren en bommen, maar met getuigenis en overtuiging. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Deze strijd in de hemel ging niet met bloedvergieten gepaard. Het was een strijd van meningsverschillen – het begin van twist.’2
De volgelingen van onze hemelse Vader en Jezus Christus kwamen met een sterfelijk lichaam op aarde. Satan en zijn volgelingen zijn ook op aarde, maar als geesten.3 De oorlog die in de hemel is begonnen, is nog niet voorbij. Sinds de tijd van Adam strijden Satan en zijn grote leger voortdurend tegen hen die de Vader en zijn heilsplan hebben aanvaard. Ouderling Ulisses Soares van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De oorlog tussen goed en kwaad zal ons hele leven blijven woeden aangezien de tegenstander iedereen even ongelukkig wil maken als hij zelf is. Satan en zijn engelen proberen onze gedachten te verduisteren en ons te overmeesteren door ons tot zonde te verleiden. Als dat hun lukt, bezoedelen ze al het goede. Niettemin is het essentieel om te begrijpen dat ze alleen macht over ons hebben als wij dat toestaan.’4
De strijdkrachten van het kwaad zijn niet klein in aantal. Omdat ‘een derde deel van de heerscharen van de hemel’ (Leer en Verbonden 29:36) met Satan uit de hemel zijn geworpen, heeft hij talrijke geesten in zijn leger. ‘Wij zijn door demonen omgeven, ja, wij zijn omringd door de engelen van hem die heeft getracht onze ziel te vernietigen’ (Helaman 13:37).
Net als bij oorlog op aarde kunnen wij ons op een effectieve strijd tegen geestelijke machten voorbereiden door zoveel mogelijk te weten te komen over hun mogelijkheden, sterke en zwakke punten en beweegredenen. Als we de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten bestuderen, kunnen we enkele belangrijke tactieken van Satan ontdekken.
1. De vijand legt nadruk op het aanvallen van de sterkste tegenstanders.
President George A. Smith (1817–1875) van het Eerste Presidium heeft dat verduidelijkt toen hij deze Chinese fabel vertelde:
‘Een man die door het land trok, kwam bij een grote stad, prachtig en rijk. Hij keek ernaar en zei tegen zijn gids: “Dit moet wel een rechtschapen volk zijn, want ik zie maar één duiveltje in deze prachtige stad.”
‘De gids antwoordde: “U begrijpt het niet, meneer. Deze stad is zo volmaakt overgeleverd aan goddeloosheid […] dat er maar één duivel nodig is om iedereen onderworpen te houden.”
‘Toen hij wat verder reisde, zag hij op een rotsachtig pad een oude man de heuvel opklimmen, omringd door zeven grote, slechte duivels.
‘“Allemachtig,” zei de reiziger, “dat moet wel een goddeloze oude man zijn als je ziet hoeveel duivels er om hem heen zijn.”
‘De gids antwoordde: “Dat is de enige rechtschapen man in het land, en zeven van de grootste duivels proberen hem van het goede pad af te leiden, en dat lukt ze geen van allen.”’5
Als Satan een lid van de kerk kan wegleiden, behaalt hij een grotere overwinning dan als hij iemand wegleidt die nooit verbonden met God heeft gesloten. Ouderling Larry R. Lawrence, emeritus lid van de Zeventig, heeft gezegd: ‘De duivel heeft het op iedereen gemunt, maar vooral op hen met het meeste potentieel voor eeuwig geluk. Hij is overduidelijk jaloers op iedereen die op het pad naar de verhoging is.’6
Er wordt door de vijand een nog beslissender overwinning behaald als een leider van de kerk door de tegenstander wordt weggeleid. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft geschreven: ‘Satan wil alle mensen, maar hij is vooral op zoek naar invloedrijke mensen die leiding geven. Misschien doet hij veel meer zijn best om mensen te verleiden die de meeste weerstand bieden, mensen met hoge posities die vele anderen kunnen overtuigen om geen dienaar van Satan te worden.’7
Als we beseffen dat Satan zijn krachten inzet tegen zijn sterkste tegenstanders, kunnen we ons voorbereiden op de strijd die wij in ons leven moeten voeren. Dan raken we gemotiveerd om ons voortdurend tegen onze geestelijke vijand te verdedigen.
Die kennis kan ons ook helpen wanneer wij vrienden en familieleden over het evangelie vertellen. Ouderling Ronald A. Rasband van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Wij voeren strijd met Satan om mensenzielen. De gevechtslinies zijn al in ons vooraardse bestaan bepaald. Satan en een derde van de kinderen van onze hemelse Vader keerden zich af van zijn beloften van verhoging. Sindsdien voeren de volgelingen van de tegenstander strijd tegen de getrouwen die het plan van de Vader gekozen hebben.’8
Als wij het evangelie verkondigen met de kennis dat iedereen waarschijnlijk ook zijn eigen strijd tegen Satan moet voeren, kunnen wij beter voorbereid zijn om die strijd te herkennen en hem samen met anderen, ongeacht hun geloof, te bestrijden.
2. Satan en zijn boze strijdkrachten proberen gebeurtenissen van geestelijke betekenis tegen te houden.
Denk maar aan deze voorbeelden uit de Schriften:
-
Satan oefende veel druk uit op Adam en Eva om in de hof van Eden van de verboden vrucht te eten. Hij dacht dat hij daardoor het heilsplan kon torpederen voordat het verder kon worden uitgevoerd (zie Mozes 4:6–12).
-
Vlak nadat Mozes God van aangezicht tot aangezicht had gezien, ‘riep Satan met luide stem en tierde op de aarde en beval’ Mozes om hem te aanbidden (Mozes 1:19).
-
Nadat Christus 40 dagen had gevast en met onze hemelse Vader had gesproken, probeerde Satan Christus te verleiden om zijn macht te misbruiken (zie Mattheüs 4:2–11; Lukas 4:1–13).
-
Joseph Smith werd door duisternis overmand voordat onze hemelse Vader en Jezus Christus aan hem verschenen om de herstelling van het evangelie op aarde in te luiden (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17).
Op veel andere mensen in de Schriften is in de loop der tijd dwingende, kwade druk uitgeoefend om met hun bijdrage aan het plan van onze hemelse Vader te stoppen.
Wij moeten ons ervan bewust zijn dat Satan of zijn volgelingen druk zullen uitoefenen om controle te verkrijgen zodat ze een heilige gebeurtenis of de resultaten daarvan kunnen stoppen. Hoevelen van ons zijn niet voor die verleidingen gevallen, hebben persoonlijke beproevingen meegemaakt, of zijn vlak voor een geestelijke gebeurtenis op een wegversperring gestuit? Een nieuwe roeping aanvaarden, ons voorbereiden om naar de tempel te gaan, of deelname aan een andere geestelijke gebeurtenis verloopt zelden soepel.
President Brigham Young (1801–1877) heeft ooit gezegd: ‘Wanneer mensen worden gezegend met visioenen, openbaringen en grote manifestaties, pas dan op, dan is de duivel nabij en zult u verzocht worden in verhouding tot het visioen, de openbaring of de manifestatie die u hebt ontvangen.’9
3. De motivatie van de duivel is hoogmoed.
In het voorsterfelijke leven zei Satan tegen onze hemelse Vader: ‘Ik zal het gehele mensdom verlossen […]; daarom, geef mij uw eer’ (Mozes 4:1). Die hoogmoed leidde tot zijn ondergang en zorgde ervoor dat hij werd uitgeworpen. Jesaja schreef:
‘Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! […]
‘U zei in uw hart: ik zal opstijgen naar de hemel, tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, […]
‘Ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste’ (Jesaja 14:12–14).
Wij moeten waken voor onze eigen trots, en voorkomen dat Satan die gebruikt om ons te verleiden. Satan kan ons bijvoorbeeld door onze trots verleiden om zo verontwaardigd te zijn door iets wat iemand zegt, dat we niet meer naar de kerk gaan. Of hij kan ons door onze trots verleiden om gelijk te willen hebben in plaats van te luisteren en lief te hebben.
Als we de strategieën van Satan kennen, kunnen we hem verslaan.
Satan en zijn volgelingen proberen ons te verslaan. We worden door deze vijanden omringd en zijn dagelijks vatbaar voor hun pogingen. We mogen hun macht niet onderschatten of te licht over hun doel nadenken.
Toch zijn we al vóór onze geboorte op deze strijd voorbereid. President Joseph F. Smith (1838–1918) heeft ooit een visioen gehad waarin hij vernam dat vele uitverkoren geesten ‘hun eerste lessen in de geestenwereld [ontvingen] en erop [werden] voorbereid om in de bestemde tijd van de Heer op aarde te komen, om in zijn wijngaard te werken voor het heil van de zielen van de mensen’ (Leer en Verbonden 138:56). Iedereen op aarde heeft in het voorsterfelijke leven voor het plan van onze hemelse Vader gekozen, en kan dat opnieuw doen.
Onze hemelse Vader wist dat deze laatste dagen vol gevaar, corruptie en verraad zouden zijn. Om Satan en zijn ervaren, machtige legers in de laatste veldslagen vóór de wederkomst van de Heiland te verslaan, moeten wij ernaar streven tot Gods sterkste en meest getrouwe dochters en zonen te behoren.