Onder heiligen der laatste dagen
Mijn cliënt of mijn roeping?
Terwijl ik mijn best deed om mijn priesterschapstaak te vervullen, liet de Heer me weten dat Hij van mijn financiële situatie op de hoogte was.
Foto, Getty Images
Toen ik in 2000 als quorumpresident ouderlingen werd geroepen, woonden slechts zeven ouderlingen de priesterschapsvergadering bij. En we deden niet genoeg ons best om ons huisonderwijs – nu bediening – te doen.
Ik wist dat het erg moeilijk zou zijn om de ouderlingen te inspireren beter hun best te doen. Allereerst besloten we om het huisonderwijsschema te reorganiseren en meer toezicht te houden.
Als zelfstandig advocaat reis ik veel. Ik heb het erg druk, maar ik wilde mijn priesterschapstaken vervullen.
Op een dag moest ik met de bus naar een andere stad om een cliënt te bezoeken. Omdat ik krap bij kas was, hoopte ik dat mijn cliënt mij een voorschot wilde betalen.
Onderweg naar de bushalte besloot ik bij enkele quorumleden langs te gaan en ze aan te moedigen om hun gezinnen te bezoeken. Sommigen waren het vergeten, maar beloofden alsnog hun bezoeken af te leggen. Anderen beloofden om hun bezoeken nog die week af te leggen.
Ik was zo enthousiast door hun toezeggingen dat ik besloot om ook andere quorumleden te bezoeken en aan te moedigen. Voordat ik er erg in had, was de ochtend voorbij gevlogen. Dus in plaats van op de bus te stappen, besloot ik om naar kantoor te gaan en het dossier van de cliënt door te nemen.
Toen ik op kantoor kwam, stond daar tot mijn verbazing die cliënt met iemand anders te praten. Ik legde aan hem uit dat ik met zijn dossier bezig was en dat ik de volgende dag contact met hem zou opnemen. Hij zei dat hij was langsgekomen om me aan een nieuwe cliënt voor te stellen. Toen ik zijn vriend had gesproken, kwamen we een vergoeding overeen om hem te helpen zijn juridische kwestie op te lossen. Toen bood mijn cliënt me ineens aan om mij een voorschot te betalen.
Dat was voor mij een wonder. Onze hemelse Vader wist dat ik getrouw wilde zijn. En Hij was op de hoogte van mijn behoeften. Hij heeft me in de loop der jaren op verschillende manieren gezegend, maar deze keer was het een financiële zegening. Hij vervulde zijn belofte in de Schriften aan hen die Hem dienen: ‘Maar zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden’ (Mattheüs 6:33).
En ons ouderlingenquorum? De Heer zegende ons toen we eensgezind voorwaarts streefden. Ons huisonderwijs nam toe tot honderd procent, en de opkomst in de priesterschapsvergadering nam toe tot 35 getrouwe ouderlingen.
Ik getuig dat wij allemaal een werktuig in het werk van de Heer kunnen zijn, en dat wij vreugde en zegeningen zullen ontvangen als wij Hem dienen door anderen te helpen.