Jezus Christus weet dat vooroordelen kunnen kwetsen
De auteur woont in de provincie Gauteng (Zuid-Afrika).
Mijn doel is mensen te zien zoals de Heiland ze ziet.
Ik heb al bijna twintig jaar te maken met vooroordelen of discriminatie.
Nadat ik in Mozambique lid van de kerk was geworden, verhuisde ik naar Zuid-Afrika. Het is een prachtig land, een van de welvarendste in Afrika. Het natuurschoon accentueert de diversiteit van de bevolking en de culturele rijkdom.
Zuid-Afrika herstelt langzaam van een door rassenscheiding beheerst verleden. Hoewel apartheid in 1994 formeel is afgeschaft, zijn er nog steeds littekens van dat racistische regeringsbeleid.
Als zwarte Mozambikaanse heilige der laatste dagen die al 18 jaar in Zuid-Afrika woont, krijg ik te maken met discriminatie en uitsluiting, wat zich vaak in microaggressie uit. Racisme, klassendiscriminatie, stamtradities, seksisme en vreemdelingenhaat zijn voorbeelden van de kwaden van rassenscheiding waar de samenleving nog steeds mee worstelt. Er is iets in de natuurlijke mens dat de samenleving lijkt te willen verdelen, en ons wil laten geloven dat anders zijn verkeerd is.
Wat we proberen te doen
Zijn kerkleden vatbaar voor deze manier van denken? Absoluut. We moeten allemaal de natuurlijke mens afleggen om heiligen te worden door de verzoening van Christus (zie Mosiah 3:19).
Telkens als mijn kinderen en ik ons geïsoleerd, vergeten, gestereotypeerd voelen, of als curiositeit worden gezien, praten we er thuis over. We zeggen: ‘Wat is er gebeurd? Laten we dit eens nader bekijken. Laten we bespreken waarom mensen zich zo gedragen.’ Als we erover praten, gaan onze gevoelens niet zo aan ons knagen.
Ik probeer mijn kinderen te leren dat onze grootheid wordt bepaald door de manier waarop we de mensen behandelen die in de samenleving worden gemarginaliseerd of verstoten (zie Mattheüs 25:40). Dat kan betekenen dat we anderen de hand reiken zodat we ze niet uitsluiten.
Ik wil graag als Jezus worden
Hoe pijnlijk sommige confrontaties ook zijn, de lessen die we eruit leren, maken van mijn kinderen betere mensen. En van mij ook. Onze teleurstellingen hebben ertoe geleid dat we mededogen en empathie voor anderen ontwikkelen.
Aanvaringen met bevooroordeelde mensen bieden mij de kans om keuzes te maken. Laat ik mij erdoor verbitteren en sla ik terug, of geef ik die persoon niet alleen nog een kans, maar een tweede, een derde en een vierde kans? Zie ik de samenleving als een afschuwelijke plek of zie ik mezelf als iemand die een positieve verandering teweegbrengt?
De Heiland kreeg ook met vooroordelen te maken door wie Hij was, wat Hij geloofde en waar Hij vandaan kwam (zie Johannes 1:46). Toch reageerde Hij niet met geweld, boosheid, bitterheid of haat. Hij sprak Zich uit tegen al deze dingen en handelde in liefde en waarheid. Hij onderwees dat macht en invloed voortvloeien uit overreding, lankmoedigheid, mildheid, zachtmoedigheid en liefde (zie Leer en Verbonden 121:41). En ook als iemand ons kwetst, moeten we naar die medemens toegaan en het uitpraten (zie Mattheüs 18:15). Hij heeft ons geleerd te bidden voor hen die ons vervolgen (zie Mattheüs 5:38–48). En toen Hij onrechtvaardig werd berecht en aan een kruis werd genageld tot de dood erop volgde, leerde Hij ons te vergeven (zie Lukas 23:34).
Uiteindelijk zal zijn liefde ons en de wereld veranderen (zie 2 Nephi 26:24).
Ik blijf het proberen
Ik ben niet volmaakt. Als iemand mij beledigt, ben ik niet altijd bereid die persoon meteen te vergeven. Het vergt tijd, het vergt genezing, en het vergt de Heilige Geest die op mij inwerkt. Soms kies ik ervoor om mij beledigd te voelen, en geef ik niet onmiddellijk gehoor aan zijn ingevingen. Maar als ik mij voor Hem openstel, werkt de Geest geduldig met mij totdat ik begrijp wat mijn hemelse Vader wil dat ik in zo’n situatie doe.
Mijn doel is mensen werkelijk te zien zoals de Heiland ze ziet. Daarvoor moeten we bereid zijn te erkennen dat we niet alle antwoorden hebben. Als we bereid zijn te zeggen: ‘Ik ben niet volmaakt, ik heb veel te leren. Wat kan ik leren van de zienswijze van de ander?’ – dan kunnen we pas echt horen wat de ander zegt. Dan kunnen we pas echt zien.
Wat mij helpt, is mijzelf eraan te herinneren dat deze levensreis een doel heeft, dat beproevingen tijdelijk zijn – een noodzakelijk onderdeel van het sterfelijk leven – en dat ik niet alleen ben. Wat overeind blijft, is dat ik zoals Jezus probeer te worden! Proberen is een actieve handeling, en als het een keer misgaat, proberen we het gewoon opnieuw.