Leer en Verbonden 2021
12–18 juli. Leer en Verbonden 77–80: ‘Ik zal u voortleiden’


‘12–18 juli. Leer en Verbonden 77–80: “Ik zal u voortleiden”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Leer en Verbonden 2021 (2020)

‘12–18 juli. Leer en Verbonden 77–80’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2021

Schapen volgen Jezus

Huiswaarts, Yongsung Kim

12–18 juli

Leer en Verbonden 77–80

‘Ik zal u voortleiden’

Let bij uw studie van Leer en Verbonden 77–80 op zinsneden en verzen die evangeliebeginselen duidelijker maken voor de kinderen. U mag die verzen altijd in de klas behandelen, ook al staan ze niet in dit schema.

Schrijf uw ingevingen op

meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat de kinderen dingen noemen waar ze dankbaar voor zijn. Hoe laten zij en hun gezin aan hun hemelse Vader zien dat ze dankbaar zijn voor zijn zegeningen?

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Leer en Verbonden 77:2

God heeft elk schepsel op aarde geschapen.

Door meer te weten te komen over de dingen die God heeft geschapen, kunnen de kinderen zijn liefde voor hen beter voelen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat afbeeldingen van dieren zien, waaronder insecten en vogels. Laat de kinderen naar de juiste afbeelding wijzen als u de woorden ‘dieren’, ‘kruipend gedierte’ en ‘vogels van de lucht’ in Leer en Verbonden 77:2 leest. Getuig dat God al die dingen heeft geschapen omdat Hij van ons houdt en wil dat wij gelukkig zijn (zie ook Leer en Verbonden 59:16–20).

  • Zing met de klas een liedje over Gods scheppingen, zoals ‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, pp. 16–17). Vraag de kinderen hoe de dingen in het liedje ertoe bijdragen dat ze Gods liefde voelen.

    Vlinder op een bloem

    God heeft de aarde geschapen en alles wat erop leeft.

Leer en Verbonden 78:6

Ik kan wat ik heb met anderen delen.

Onze hemelse Vader wil dat we onze zegeningen gul met elkaar delen zodat we ‘gelijk [zijn] in aardse dingen’ en in ‘hemelse dingen’ (vers 6).

Mogelijke activiteiten

  • Om de kinderen duidelijk te maken wat het inhoudt om ‘gelijk [te zijn] in aardse dingen’ (vers 6), geeft u sommige kinderen afbeeldingen van mensen in nood (bijvoorbeeld mensen die honger hebben, gewond zijn of het koud hebben). Geef de anderen kinderen voorwerpen die in die behoeften voorzien (zoals voedsel, een pleister of een deken). Laat de kinderen delen wat ze hebben om de mensen in de afbeeldingen te helpen. Keer daarna de rollen om. Maak de kinderen duidelijk dat onze hemelse Vader wil dat al zijn kinderen hebben wat ze nodig hebben, en dat Hij ons daarom vaak vraagt om met anderen te delen.

  • Lees de tekst bij de eerste twee plaatjes van ‘Hoofdstuk 28: De profeet Joseph gaat weer naar Missouri’ (Verhalen uit de Leer en Verbonden, 108). Laat de kinderen doen alsof ze iemand helpen om een huis te bouwen, hun eten met iemand delen, of op een andere manier dienstbaar zijn. Hoe voelen we ons als we anderen helpen en delen wat we hebben? Bedenk samen welke dingen Jezus Christus met ons deelt.

Leer en Verbonden 78:18

Jezus Christus zal mij voortleiden.

Als we gewillig zijn om de Heer ons te laten ‘voortleiden’, kunnen we ‘welgemoed’ zijn, ook al kunnen we ‘nu niet alle dingen verdragen’ (vers 18).

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen vertellen over situaties waarin ze de leiding hadden, bijvoorbeeld als eerste in een rij of bij het dirigeren. Wat doet een leider? Laat een afbeelding van de Heiland zien terwijl u de volgende zinsnede uit Leer en Verbonden 78:18 voorleest: ‘Wees welgemoed, want Ik zal u voortleiden’. Bedenk samen aan de hand van de doe-pagina van deze week manieren waarop we de Heiland kunnen volgen.

  • Moedig de kinderen aan om Jezus te volgen, en leid ze door het lokaal terwijl u een plaat van Hem omhoog houdt. Zing daarbij een liedje over Jezus Christus volgen, zoals ‘Ik wil graag als Jezus worden’, of ‘Kies het goede’ (Kinderliedjes, pp. 40–41, 82). Laat de kinderen om de beurt de plaat omhoog houden en de andere kinderen leiden.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Leer en Verbonden 77

Ik kan antwoord op mijn vragen over de Schriften krijgen.

Als de kinderen te weten komen hoe Joseph Smith antwoord op zijn vragen zocht, leren ze dat onze hemelse Vader hun antwoord zal geven als ze naar zijn leiding streven. U kunt eventueel vertellen welke antwoorden Hij u heeft gegeven.

Mogelijke activiteiten

  • Lees de tekst bij de eerste drie plaatjes van ‘Hoofdstuk 27: De profeet gaat door met zijn werk ondanks vervolging’ (Verhalen uit de Leer en Verbonden, 104). Vraag de kinderen of ze net als Joseph weleens het gevoel hadden dat ze iets in de Schriften niet begrepen. Laat ze vertellen wat ze hebben meegemaakt. Wat deed Joseph om antwoorden te vinden? Vertel de kinderen over een situatie waarin onze hemelse Vader u de betekenis van iets in de Schriften duidelijk heeft gemaakt.

  • Misschien willen de kinderen in uw klas wel enkele van de verzen in Openbaring lezen waar Joseph Smith vragen bij had. Daarna kunnen ze in Leer en Verbonden 77 opzoeken wat de Heer hem duidelijk wilde maken. Kies een paar verzen uit waar ze volgens u het meest aan hebben.

Leer en Verbonden 78:3–7

Ik kan de zaak van Jezus Christus bevorderen.

In afdeling 78 gaf de Heer concrete opdrachten aan enkele kerkleiders ‘ter bevordering van de zaak’ van de Heer (vers 4). Bedenk samen hoe de kinderen aan de bevordering van de zaak van de Heer kunnen bijdragen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen Leer en Verbonden 78:4 lezen. Wat is de ‘zaak’ waarvoor wij ons bij onze doop hebben ‘ingezet’ (die we hebben aanvaard of gesteund)? Laat de kinderen naar antwoorden zoeken in Schriftteksten zoals de volgende: Mosiah 18:8–10; Leer en Verbonden 20:37; Mozes 1:39.

  • Leg uit dat Newel K. Whitney een winkel had en dat de Heer hem en andere mannen vroeg om het werk van de Heer te betalen (zie Leer en Verbonden 63:42–43). Laat de kinderen in Leer en Verbonden 78:3–7 opzoeken waarom de Heer dat van die mannen vroeg. Hoe zouden we ons hebben gevoeld als we net als Newel de opdracht kregen om te delen? Bedenk samen manieren waarop de kinderen nu aan het werk van de Heer kunnen bijdragen, zoals tiende en vastengaven betalen, een roeping grootmaken enzovoort.

Leer en Verbonden 78:19

Ik moet ‘alle dingen met dankbaarheid’ ontvangen.

Vaak zegent de Heer ons meer als we dankbaar zijn voor wat Hij ons al heeft gegeven. Hoe kunt u ervoor zorgen dat de kinderen in uw klas dankbaar zijn voor hun zegeningen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen Leer en Verbonden 78:19 lezen en opzoeken wat de Heer belooft aan mensen die dankbaar zijn. Zorg dat de kinderen weten wat ‘honderdvoudig’ betekent, bijvoorbeeld door iets kleins te tonen en dan honderd stuks daarvan te tonen.

  • Zing een liedje over dankbaarheid, zoals ‘Blij met elke zegening’ (Kinderliedjes, p. 143), of bekijk het filmpje ‘Think to Thank’ (ChurchofJesusChrist.org). Geef de kinderen even de tijd om een lijstje te maken van dingen waar ze dankbaar voor zijn. Moedig ze aan om binnen die tijd zoveel mogelijk dingen op te schrijven.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Overweeg om contact op te nemen met de ouders van de kinderen in uw klas, en ze ideeën te geven over vragen die ze hun kinderen kunnen stellen over wat ze in de klas hebben geleerd.

Ons onderwijs verbeteren

Getuig van beloofde zegeningen. Als u de kinderen vraagt om een bepaald beginsel na te leven, vertel ze dan ook welke beloften God daar door middel van profeten aan heeft verbonden. In Leer en Verbonden 78:19 staat zo’n belofte. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 35.)