“Hoofdstuk 27: Het werk van de profeet Joseph Smith: maart 1832,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 104–7 “Hoofdstuk 27,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 104–7 Hoofdstuk 27 Het werk van de profeet Joseph Smith (maart 1832) Joseph Smith en Emma kregen een tweeling. De baby‘s werden ziek en stierven. Vrienden van Joseph hadden ook een tweeling. Maar de moeder van deze tweeling stierf. Toen adopteerden Joseph en Emma de baby‘s en zorgden voor ze. Jezus vertelde Joseph dat hij de Bijbel moest lezen. De mensen hadden vele woorden in de Bijbel veranderd. Jezus vertelde Joseph wat de juiste woorden waren die in de Bijbel hadden moeten staan. Sidney Rigdon hielp Joseph met het opschrijven van de woorden die Jezus in de Bijbel wilde hebben. Joseph Smith begreep sommige delen van de Bijbel niet. Hij stelde God vragen. De Here Jezus Christus beantwoordde deze vragen. Joseph schreef de antwoorden op zodat de heiligen ze konden lezen. LV 77,113 Jezus was tevreden met Josephs werk. Joseph was een groot profeet. Maar satan was niet zo gelukkig. Satan wilde een eind maken aan Josephs werk. Hij wilde dat de mensen kwaad op Joseph werden. Op een avond kwam er een bende woedende mensen naar Josephs huis. Zij trapten de deur in. Zij gingen naar binnen. Joseph had een van de baby‘s in zijn armen. De baby was erg ziek. Het gepeupel greep Joseph. De baby bleef alleen achter. Later stierf de baby. De mannen sleepten Joseph naar buiten in de koude winternacht. Zij probeerden hem te wurgen. Sommige mannen wilden Joseph een goede afranseling geven. Anderen wilden hem doden. Zij probeerden gif in zijn keel te gieten. Zij braken een van zijn tanden. Het vergif verbrandde hem. Het gepeupel trok hem de kleren van het lijf en besmeerde hem met teer. Zij bedekten hem met veren. De veren bleven aan het teer hangen. Toen verdween het gepeupel. De mannen dachten dat Joseph wel dood zou gaan. Joseph probeerde op te staan maar hij kon niet. Hij rustte een ogenblik. En kroop terug naar het huis. Josephs vrienden schrapten de teer van zijn lichaam. Dat ging erg moeilijk. Zijn huid was verbrand en deed zeer. Hij had veel pijn. Joseph liet het gepeupel zijn werk niet tegenhouden. De volgende dag was zondag. Joseph ging naar de kerk. Enkele mannen die de vorige avond bij de bende waren geweest, woonden de vergadering bij. Zij waren verbaasd Joseph te zien. Joseph gaf die morgen een toespraak in de kerk. Satan had het werk van de profeet niet kunnen stoppen.