“Hoofdstuk 15: Op zending onder de Lamanieten: september 1830,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 58–60 “Hoofdstuk 15,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 58–60 Hoofdstuk 15 Op zending onder de Lamanieten (september 1830) Jezus wilde dat meer mensen over het evangelie zouden horen. Hij wilde dat enkele heiligen op zending zouden gaan. Hij vertelde Oliver Cowdery op zending te gaan onder de Indianen. De Indianen worden in het Boek van Mormon Lamanieten genoemd. Jezus wilde dat de Lamanieten het Boek van Mormon zouden lezen. Hij had vele vroegere profeten beloofd dat de Lamanieten het Boek van Mormon zouden krijgen. Nu was de tijd gekomen om die belofte na te komen. LV 3:19–20 Het Boek van Mormon zou de Lamanieten over hun voorouders vertellen die 2.000 jaar geleden leefden. Het zou de Lamanieten vertellen over de beloften die Jezus ze gedaan had. Het zou ze helpen in Jezus en in het evangelie te geloven. Het zou ze leren zich te bekeren en te worden gedoopt. LV 3:19–20 Er waren nog andere mannen die met Oliver Cowdery mee wilden gaan. Ook zij wilden het evangelie aan de Lamanieten brengen. Zij wilden de Lamanieten het Boek van Mormon geven. De Heer zei dat drie van hen mee mochten gaan. Eerst gingen de zendelingen naar een groep Indianen die in New York woonden. Zij vonden maar een paar Indianen die konden lezen. De zendelingen gaven hun het Boek van Mormon. Toen gingen de zendelingen naar de Indianen die in Ohio woonden. De Indianen waren blij over het Boek van Mormon te horen. Zij waren blij iets over hun voorouders te horen. De zendelingen verlieten Ohio. Zij gingen naar een stad genaamd Independence in de provincie Jackson County in Missouri. Er waren veel Indianen in Missouri. De zendelingen predikten het evangelie aan hen. Zij gaven de Indianen het Boek van Mormon. De Indianen waren er heel blij mee. Zij bedankten de zendelingen voor het Boek van Mormon. Andere mensen in Missouri geloofden niet in het evangelie. Zij geloofden niet in het Boek van Mormon. Zij vertelden de zendelingen dat zij uit de buurt van de Indianen moesten blijven. Die mensen zeiden dat soldaten de zendelingen weg zouden jagen als zij niet weggingen. De zendelingen waren erg verdrietig toen zij dit hoorden. Zij gingen het evangelie aan andere mensen in Missouri prediken. Eén van de zendelingen, Parley P. Pratt, ging terug naar Kirtland om Joseph te vertellen wat zij gedaan hadden. Parley zei dat zij een goede zending hadden gehad. Zij hadden veel mensen het evangelie onderwezen.