Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 56: De profeet wordt vermoord: juni 1844


“Hoofdstuk 56: De profeet wordt vermoord: juni 1844,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 201–5

“Hoofdstuk 56,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 201–5

Hoofdstuk 56

De profeet wordt vermoord

(juni 1844)

Afbeelding
judge speaking with Joseph

Enkele mensen gaven Joseph Smith de schuld van de moeilijkheden in Nauvoo. Joseph werd in de gevangenis geworpen. De rechter zei dat Joseph Smith niets verkeerds had gedaan. Hij liet Joseph weer gaan.

Afbeelding
Governor of Illinois speaking to soldiers

De benden waren erg boos op de rechter. Zij zeiden dat zij de rechter zouden doden. De heiligen in Nauvoo waren bang. Zij vroegen de gouverneur van de staat hen te helpen. Maar hij wilde niet. Hij zond soldaten om Joseph Smith te vinden.

Afbeelding
Hyrum and Joseph

Joseph Smith wist dat hij misschien weer gevangen genomen zou worden. Joseph was bang dat zijn broer Hyrum ook gepakt zou worden. Joseph wilde dat Hyrum met zijn gezin naar een andere stad ging. Maar Hyrum wilde Joseph niet in de steek laten.

Afbeelding
Joseph and Hyrum

Joseph Smith zei dat hij en Hyrum Nauvoo moesten verlaten. Als zij weggingen zouden de benden de heiligen verder geen kwaad doen. Daarom staken Joseph en Hyrum de rivier over.

Afbeelding
Joseph reading letter

Enkele mensen zeiden dat Joseph Smith wegging omdat hij bang was. Josephs vrouw, Emma, zond een paar vrienden naar hem toe om hem te vragen terug te komen. Joseph Smith dacht dat hij vermoord zou worden als hij terugging naar Nauvoo. Maar hij deed wat zijn vrienden wilden.

Afbeelding
Joseph being taken by soldiers

Joseph en Hyrum gingen terug naar Nauvoo. Zij werden gearresteerd. De soldaten brachten hen, Willard Richards en John Taylor naar een stad genaamd Carthage. Daar stopten zij hen in de gevangenis.

Afbeelding
Joseph and friends in Carthage Jail

De volgende dag was het 27 juni 1844. Enkele vrienden van Joseph bezochten hem in de gevangenis. Zij lazen in de Schriften. John Taylor zong een van Josephs lievelingslofzangen over Jezus.

Afbeelding
mob attacking jail

Plotseling hoorden zij lawaai buiten. Een bende was op de gevangenis aan het schieten. Er waren meer dan honderd mannen in de bende. Zij hadden hun gezichten zwart geverfd zodat niemand zou weten wie ze waren.

Afbeelding
Hyrum lying dead on floor

Enkele mannen renden de bewakers voorbij en openden de deur van de gevangenis. Zij renden naar boven. Zij schoten in de kamer. Zij troffen John Taylor maar doodden hem niet. Zij doodden Hyrum. Joseph zag dat Hyrum dood was. Hij zei: „O Hyrum, mijn lieve broer!”

Afbeelding
Joseph falling out window

Joseph Smith rende naar het raam. De bende schoot hem neer. Hij riep: „O Heer, mijn God.” Hij viel uit het raam. De profeet van God was dood.

Afbeelding
Saints retrieving body of Joseph

De lichamen van Joseph Smith en zijn broer Hyrum werden naar Nauvoo gebracht. De heiligen waren erg bedroefd. Hun leider en profeet was dood. Hij had zijn leven gegeven voor het evangelie van Jezus Christus.

LV 135

Afbeelding
work of Joseph Smith

De profeet Joseph Smith had veel belangrijk werk gedaan. Hij had het Boek van Mormon vertaald. Hij had de ware kerk van Jezus Christus hersteld. Hij had zendelingen uitgezonden om het evangelie in andere landen te prediken. Hij had een stad gebouwd waar de heiligen konden leven. God had Joseph Smith lief. De heiligen hielden van Joseph Smith. Joseph Smith heeft, op Jezus Christus na, meer gedaan om ons te helpen dan welke andere man ook.

Afdrukken