“Hoofdstuk 1: Joseph Smith en zijn familie: 1805–1820,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 6–8 “Hoofdstuk 1,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 6–8 Hoofdstuk 1 Joseph Smith en zijn familie (1805–1820) Joseph Smith werd op 23 december 1805 geboren. Zijn familie woonde in de staat Vermont. Vermont ligt in de Verenigde Staten van Amerika. Joseph Smiths vader heette ook Joseph. Zijn moeder heette Lucy. JS-G 3–4 Joseph had vijf broers en drie zusjes. JS-G 4 Josephs vader en moeder waren goede mensen. Zij hielden van hun kinderen. Zij werkten hard om voor hun kinderen te zorgen. Toen Joseph een kleine jongen was, had hij een ernstige open wond aan zijn been. De dokters probeerden zijn been te genezen, maar het lukte ze niet. Hyrum Smith was Josephs oudere broer. Hij hield veel van Joseph. Hyrum had medelijden met Joseph omdat zijn been hem zo‘n pijn deed. Hij zat aan Josephs bed en probeerde hem zijn pijn een beetje te doen vergeten. De dokters wilden zijn been afzetten, maar zijn moeder vond dat niet goed. Daarom besloten ze een deel van het bot weg te nemen. Joseph wist dat de dokters hem pijn zouden doen als zij in zijn been gingen snijden. Maar hij had geloof. Hij vertrouwde erop dat zijn Hemelse Vader hem zou helpen. De dokters vroegen Joseph wat wijn te drinken, dan zou hij de pijn niet zo erg voelen, maar Joseph wilde dat niet. Joseph vroeg zijn moeder naar buiten te gaan. Hij wilde niet dat zij zou zien hoe de dokters in zijn been sneden. Joseph vroeg zijn vader hem vast te houden. De dokters sneden in Josephs been. Zij sneden de ontstoken gedeelten van het bot weg. Dit deed Joseph veel pijn. Maar hij was dapper. Na lange tijd genas zijn been. Toen Joseph iets ouder was, verhuisde zijn familie naar de staat New York. Zij woonden in een blokhut op een boerderij bij Palmyra. JS-G 3 Josephs familie was erg arm. Zij moesten hard werken om de boerderij te kunnen betalen. De jongens hielpen hun vader op de boerderij. Zij zorgden voor de dieren. De meisjes hielpen hun moeder. JS-G 46 Joseph was een fijne jongen. Hij was opgewekt. Hij lachte en speelde graag. JS-G 28