“Hoofdstuk 9: De ware kerk van Jezus Christus: 6 april 1830,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 40–42 “Hoofdstuk 9,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 40–42 Hoofdstuk 9 De ware kerk van Jezus Christus (6 april 1830) Joseph Smith woonde in een stad die Fayette heette. Fayette lag in de staat New York. Jezus Christus vertelde Joseph dat het tijd werd om de ware kerk op aarde op te richten. Jezus gaf Joseph de opdracht met de kerk te beginnen. LV 20:1–2; 21:3 Joseph Smith gehoorzaamde. Op 6 april 1830 had hij een vergadering. Vijf mannen kwamen naar die vergadering om Joseph te helpen met de kerk. Die mannen waren Oliver Cowdery, Hyrum Smith, Samuel Smith, David Whitmer en Peter Whitmer. Zij waren allemaal gedoopt. Er waren ook andere mensen bij. De mannen baden tot onze Hemelse Vader. Joseph ordende Oliver tot ouderling in de kerk. Toen ordende Oliver Joseph. Joseph en Oliver zegenden het avondmaal. Zij deelden het rond aan de mannen. Joseph en Oliver legden hun handen op het hoofd van elke man. Zij bevestigden ze tot leden van de kerk van Jezus Christus. Zij gaven hun de gave van de Heilige Geest. Zij dankten God. Er waren ook andere mensen bij de vergadering. Joseph en Oliver ordenden enkele van deze mannen. Zij verleenden hun het priesterschap. De mannen die geordend waren, waren erg gelukkig. Zij zeiden dat zij God liefhadden. Zij vertelden hoe God hen had gezegend. Jezus gaf Joseph Smith tijdens de vergadering een openbaring. Jezus zei dat Joseph een profeet was. Wanneer een profeet spreekt, spreekt hij voor Jezus. De kerkleden behoren naar de profeet te luisteren. Zij behoren hem te gehoorzamen. LV 21:1, 4–5 Na de vergadering werden vele mensen gedoopt. Ook Joseph Smiths moeder en vader werden gedoopt. 6 april 1830 was een geweldige dag. De ware kerk van Jezus Christus was weer op aarde.