“Hoofdstuk 49: De heiligen in Nauvoo: januari–juli 1841,” Verhalen uit de Leer en Verbonden Stories (2002), 183–84 “Hoofdstuk 49,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 183–84 Hoofdstuk 49 De heiligen in Nauvoo (januari–juli 1841) Joseph Smith en vele heiligen woonden in Nauvoo. Jezus gaf Joseph enkele belangrijke openbaringen. Jezus zei dat Hij tevreden was met het werk dat Joseph had gedaan. Jezus zei dat aan alle koningen en leiders in de wereld het evangelie moest worden verteld. LV 124:1–8 Jezus zei dat de heiligen in Nauvoo een tempel moesten bouwen. Hij wilde dat de heiligen goud en zilver gaven voor de tempel. Zij moesten vele soorten prachtig hout verzamelen voor de tempel. LV 124:26–27 Jezus zei dat Hij naar de tempel zou komen. Hij zou openbaringen over zijn kerk en het priesterschap geven. LV 124:27, 40 Jezus zei dat de heiligen zich moesten laten dopen voor mensen die reeds gestorven waren. Hij zei dat zij in de tempel een doopvont moesten bouwen. Daar konden zij zich dan voor de doden laten dopen. LV 124:29–37 Jezus zei dat hij Josephs broer, Hyrum, liefhad. Hyrum Smith moest de patriarch van de kerk worden. Hij zou de heiligen bijzondere zegens kunnen geven. LV 124:91–92 Op een dag gaf de Heer Joseph een openbaring over Brigham Young. Jezus zei dat hij Brigham Young liefhad. Hij wist dat Brigham hard voor de kerk had gewerkt. Hij was veel van huis weggeweest om op zending te gaan. Hij had zijn gezin vele malen moeten achterlaten. LV 126:1–2 De Heer zei dat Brigham Young voortaan bij zijn gezin moest blijven. Hij moest heel goed voor hen zorgen. LV 126:3