Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 62: De pioniers gaan naar de vallei van het Zoutmeer: juni 1846–juli 1847


“Hoofdstuk 62: De pioniers gaan naar de vallei van het Zoutmeer: juni 1846–juli 1847,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 222–24

“Hoofdstuk 62,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 222–24

Hoofdstuk 62

De pioniers gaan naar de vallei van het Zoutmeer

(juni 1846–juli 1847)

Afbeelding
Brigham Young speaking with man

De pioniers bevonden zich nog steeds te Council Bluffs. Zij hadden veel sterke mannen nodig om verder te reizen. De meeste jongemannen waren bij het mormoons bataljon. Daarom besloten de pioniers pas in de lente naar het Rotsgebergte te gaan.

Afbeelding
man and woman building and planting

De Indianen lieten de heiligen wat land aan de andere kant van de rivier in bezit nemen. Daar bouwden de heiligen een stad die zij Winter Quarters noemden. Zij maakten straten en bouwden huizen. Sommige huizen waren van hout. Andere huizen werden uitgegraven in de hellingen van de heuvels. De pioniers bezaaiden het land.

Afbeelding
Saints building fence

Brigham Young verdeelde de stad in wijken. Hij koos mannen als bisschop. Sommige Indianen vielen de pioniers lastig. De pioniers bouwden een muur om de stad om de lastige Indianen buiten te houden.

Afbeelding
Brigham Young speaking with the Lord

Terwijl de pioniers in Winter Quarters verbleven ontving Brigham Young een openbaring. De Heer vertelde hem hoe de mensen zich moesten voorbereiden om verder te reizen. Hij vertelde Brigham Young wat de mensen moesten doen terwijl zij verder trokken.

Afbeelding
Saints speaking with one another

De Heer zei dat de heiligen in kleine groepen verdeeld moesten worden. Elke groep moest een leider hebben. De mensen moesten die leiders gehoorzamen. Zij moesten elkaar helpen. Zij moesten voor de gezinnen zorgen die geen vader of moeder hadden.

Afbeelding
men separating food and building wagons

Elke groep moest zijn eigen wagens en voedsel hebben. Elke groep moest mensen hebben die wisten hoe een wagen te repareren, huizen te bouwen, gewassen te zaaien en bruggen te bouwen.

Afbeelding
one Saint returning hammer to another

De Heer vertelde de heiligen wat zij nog meer moesten doen. Zij moesten de geboden onderhouden. Zij moesten de beloften die zij elkaar deden nakomen. Zij moesten geen slechte dingen over elkaar vertellen. Zij moesten eerlijk zijn. Zij moesten dingen die zij geleend of gevonden hadden teruggeven.

Afbeelding
Saints singing and dancing

De Heer wilde dat de pioniers gelukkig zouden zijn. Hij vertelde dat zij samen moesten zingen en dansen. Zij hoefden niet bang te zijn. Hij zou hen helpen. Hij vertelde ze dat zij moeilijkheden zouden krijgen. Maar die moeilijkheden zouden betere mensen van hen maken. Zij zouden gezegend worden.

Afbeelding
Brigham Young speaking to two men

Brigham Young deed wat de Heer hem geboden had. Hij verdeelde de heiligen in groepen. Elke groep had alles wat nodig was om in de bergen een stad te bouwen.

Afbeelding
Brigham Young leading an ox cart

De heiligen hielden een conferentie. Toen koos Brigham Young een groep die het eerst zou vertrekken. Het waren 143 mannen, drie vrouwen en twee kinderen. De volgende dag verliet de eerste groep Winter Quarters.

Afbeelding
Saints performing various duties

Iedereen had zijn eigen werk onderweg. De vrouwen zorgden voor de kinderen. Zij kookten het eten. Alle mannen hadden geweren om de mensen en de dieren te beschermen.

Afbeelding
woman preparing food

De pioniers reisden de hele dag. ’s Nachts kampeerden zij. Zij zetten hun wagens in een kring. De mensen en dieren bleven binnen de kring. Zij maakten kampvuren en kookten hun eten.

Afbeelding
Saints singing

Zij dansten en zongen. Een van de liederen was „Komt, heil’gen, komt”. Zij voelden zich er beter door.

Afbeelding
Saint blowing bugle

Een man blies op een hoorn als het tijd was om naar bed te gaan. De pioniers deden hun gebed en gingen slapen.

Afbeelding
Brigham Young speaking to trapper

De pioniers reisden heel ver over de vlakten. Zij reden vier maanden lang. Onderweg ontmoetten zij andere mensen. Sommige van die mensen waren pelsjagers. Zij vertelden Brigham Young dat hij niet naar het Rotsgebergte moest gaan. Zij zeiden dat daar niets wilde groeien.

Afbeelding
Saints speaking

Andere mensen vertelde Brigham Young de heiligen naar Californië te brengen. Maar Brigham Young antwoordde dat de Heer hem had laten zien waar de heiligen heen moesten gaan. Hij wilde de Heer gehoorzamen.

Afbeelding
man and wife at camp

Eindelijk kwamen de pioniers bij de bergen. De reis werd daar veel moeilijker.

Afbeelding
Brigham Young lying down sick

Brigham Young werd ziek. Hij kon niet meer zo lang achter elkaar reizen. Hij koos enkele mannen die vooruit moesten gaan. Hij vertelde hen dat zij naar de vallei van het Grote Zoutmeer moesten gaan. Zij moesten beginnen land te bezaaien.

Afbeelding
men looking down into Salt Lake Valley

De mannen gingen met hun wagens over de bergen. Zij daalden af in de vallei. Zij kampeerden bij een rivier.

Afbeelding
man plowing with horses

Zij gingen in gebed tot de Heer. Zij vroegen Hem het zaad dat zij gingen zaaien te zegenen. De mannen zaaiden het zaad.

Afbeelding
Brigham Young arriving in valley

De volgende dag kwamen Brigham Young en de mannen die bij hem gebleven waren in de vallei aan. Brigham Young keek vanuit zijn wagen naar de vallei. Hij wist dat dit de plaats was waar de Heer wilde dat de heiligen gingen wonen. Brigham Young zei: „Dit is de juiste plaats. Laten wij verder rijden.” De heiligen reden met hun wagens de vallei binnen. Het was 24 juli 1847.

Afdrukken