“Hoofdstuk 38: De Parel van grote waarde,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 145–50
“Hoofdstuk 38,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 145–50
Hoofdstuk 38
De Parel van grote waarde
Het Boek van Mozes
Het Boek van Abraham
De geschriften van Joseph Smith
De Artikelen des geloofs
Joseph Smith.
Wij geloven in God, de Eeuwige Vader, en in Zijn Zoon Jezus Christus, en in de Heilige Geest.
Wij geloven dat de mens zal worden bestraft voor zijn eigen zonden en niet wegens Adams overtreding.
Wij geloven dat dank zij de verzoening van Christus alle mensen door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het Evangelie zalig kunnen worden.
Wij geloven dat de fundamentele beginselen en verordeningen van het Evangelie zijn: ten eerste, geloof in de Here Jezus Christus; ten tweede, bekering; ten derde, doop door onderdompeling tot vergeving der zonden; ten vierde, oplegging der handen voor de gave des Heiligen Geestes.
Wij geloven dat men om het Evangelie te prediken en de verordeningen ervan te bedienen, van Godswege moet worden geroepen, door profetie en door oplegging der handen van hen die daartoe het gezag bezitten.
Wij geloven in dezelfde organisatie die in de vroegchristelijke Kerk voorkwam, namelijk: apostelen, profeten, herders, leraars, evangelisten enz.
Wij geloven in de gave van talen, in profetie, openbaring, visioenen, gezondmaking, uitlegging van talen enz.
Wij geloven dat de Bijbel het woord van God is, voorzover de vertaling juist is; wij geloven ook dat het Boek van Mormon het woord van God is.
Wij geloven alles wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij in onze tijd openbaart, en wij geloven dat Hij nog vele heerlijke en belangrijke dingen van het Koninkrijk Gods zal openbaren.
Wij geloven in de letterlijke vergadering van Israël en in de herstelling van de tien stammen; dat Zion (het nieuwe Jeruzalem) zal worden gebouwd op het Amerikaanse vasteland; dat Christus in eigen persoon op aarde zal regeren; en dat de aarde zal worden vernieuwd en haar paradijs heerlijkheid zal ontvangen.
Wij eisen het goed recht de almachtige God te vereren volgens de stem van ons eigen geweten, en kennen alle mensen hetzelfde goed recht toe, hoe, waar of wat zij ook mogen vereren.
Wij geloven onderworpen te zijn aan koningen, presidenten, heersers en overheidsdienaren, en de wet te moeten gehoorzamen, eerbiedigen en hooghouden.
Wij geloven eerlijk te moeten zijn, trouw, kuis, welwillend, deugdzaam, en goed te moeten doen aan alle mensen; met recht mogen we zeggen dat we de aansporing van Paulus volgen: wij geloven alle dingen, wij hopen alle dingen, wij hebben veel dingen verdragen en hopen alle dingen te kunnen verdragen. Als er iets deugdelijk, liefelijk, eervol of prijzenswaardig is, dan streven wij dat na.