Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 6: Joseph en Oliver krijgen het priesterschap: mei 1829


“Hoofdstuk 6: Joseph en Oliver krijgen het priesterschap: mei 1829,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 26–30

“Hoofdstuk 6,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 26–30

Hoofdstuk 6

Joseph en Oliver krijgen het priesterschap

(mei 1829)

Afbeelding
Joseph instructing Oliver

Joseph Smith en Oliver Cowdery lazen bij het vertalen van het Boek van Mormon over de doop. Zij wilden meer over de doop te weten komen.

Afbeelding
Joseph and Oliver praying

Joseph en Oliver besloten God erover te vragen. Zij geloofden dat God hen zou helpen de waarheid te vinden. Op 15 mei gingen zij naar het bos om te bidden.

Afbeelding
John the Baptist appearing to Joseph and Oliver

Een engel verscheen aan Joseph en Oliver. Er was een helder licht rondom de engel. De engel was Johannes de Doper. Heel lang geleden had hij Jezus gedoopt.

Afbeelding
John the Baptist conferring the Aaronic Priesthood

Johannes de Doper was gekomen om Joseph en Oliver het priesterschap te verlenen. Het priesterschap is het gezag van God. Hij gaf Joseph en Oliver het Aäronische priesterschap. Priesters in het Aäronische priesterschap hebben het gezag om mensen te dopen.

Afbeelding
Joseph baptizing Oliver

Johannes de Doper vertelde Joseph en Oliver dat zij elkaar moesten dopen. Joseph doopte Oliver. Toen doopte Oliver Joseph. Zij gingen helemaal onder het water toen zij werden gedoopt.

Afbeelding
John the Baptist baptizing Jesus

Lang geleden had Johannes de Doper op dezelfde manier Jezus gedoopt. Jezus werd, toen Hij werd gedoopt, ook in het water ondergedompeld.

Afbeelding
Joseph and Oliver

Joseph en Oliver werden na hun doop vervuld van de Heilige Geest. De Heilige Geest vertelde ze dat de ware kerk van Jezus Christus spoedig weer op aarde zou komen.

Afbeelding
Joseph and Oliver with others

Joseph en Oliver vertelden aan hun goede vrienden dat zij gedoopt waren. Zij vertelden hun over het priesterschap. Maar Joseph en Oliver vertelden het niet aan andere mensen. Zij wisten dat slechte mensen hen niet zouden geloven. Slechte mensen zouden het hun maar moeilijk maken.

Afbeelding
Peter, James, and John conferring Melchizedek Priesthood

Enkele dagen later kwamen er drie andere engelen. Het waren Petrus, Jakobus en Johannes. Lang geleden waren zij apostelen van Jezus geweest. Petrus, Jakobus en Johannes gaven Joseph Smith en Oliver Cowdery het Melchizedekse priesterschap.

Afbeelding
priesthood blessings

Het priesterschap van God was weer op aarde. Nu konden rechtvaardige mannen het gezag van het priesterschap ontvangen. De mannen die het Melchizedekse priesterschap hebben, kunnen de leiders van de kerk worden. Zij kunnen de mensen een zegen geven. Zij kunnen de mensen de gave van de Heilige Geest geven.

LV 20:41–44

Afdrukken