“Hoofdstuk 12: Samuël Smiths zending: juni 1830,” Verhalen uit de Leer en Verbonden (2002), 48–50 “Hoofdstuk 12,” Verhalen uit de Leer en Verbonden, 48–50 Hoofdstuk 12 Samuël Smiths zending (juni 1830) Samuël Smith was Joseph Smiths jongere broer. Joseph zei dat Jezus wilde dat Samuël op zending zou gaan. Samuël was de eerste zendeling van de kerk. Samuël ging de mensen het evangelie prediken. Hij wilde ze over het Boek van Mormon vertellen. Hij probeerde de mensen het boek te verkopen. Maar niemand wilde het lezen. Samuël werd er verdrietig van. Samuëls zending was moeilijk. Hij had vaak honger. Soms had hij geen plaats om te slapen. Sommige mensen waren onvriendelijk tegen hem. Maar Samuël verkocht toch een boek, aan een man die Phineas Young heette. Phineas las het boek. Hij gaf het Boek van Mormon aan zijn broer. De naam van zijn broer was Brigham Young. Brigham Young las het Boek van Mormon. Hij geloofde dat het waar was. Hij leerde het evangelie van Jezus Christus kennen. Phineas en Brigham Young vertelden enkele vrienden over het Boek van Mormon, Hun vrienden lazen het ook. Phineas, Brigham en hun vrienden werden lid van de kerk. Later werd Brigham Young een profeet van de kerk. Hij hielp de heiligen. Hij werd een groot leider. Samuël Smith ging naar huis. Hij dacht niet dat zijn zending de kerk veel goed had gedaan. Hij wist niet dat Brigham Young eenmaal een profeet zou worden. Op een avond stopte Samuël bij een herberg. Hij vroeg de eigenaar of hij een Boek van Mormon wilde kopen. De eigenaar vroeg waar Samuël het boek vandaan haalde. Samuël zei dat zijn broer het vertaald had van gouden platen. De eigenaar werd kwaad. Hij zei dat Samuël loog. Hij joeg Samuël weg uit de herberg. Die nacht sliep Samuël onder een appelboom. Tenslotte gaf Samuël een Boek van Mormon aan de leider van een andere kerk. De leider en zijn vrouw lazen het boek. Zij begrepen dat het belangrijk was.