Oude Testament 2022
12–18 september. Jesaja 13–14; 24–30; 35: ‘Wonderlijk en wonderbaar’


‘12–18 september. Jesaja 13–14; 24–30; 35: “Wonderlijk en wonderbaar”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘12–18 september. Jesaja 13–14; 24–30; 35’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

Joseph Smith ziet onze hemelse Vader en Jezus Christus in het heilige bos

Het heilige bos, Brent Borup

12–18 september

Jesaja 13–14; 24–30; 35

‘Wonderlijk en wonderbaar’

Bestudeer Jesaja 13–14; 24–30; 35 onder gebed voordat u lesactiviteiten plant. De onderstaande ideeën voor activiteiten kunt u voor elke leeftijdsgroep aanpassen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag kinderen die willen vertellen wat ze onlangs thuis of in de kerk over het evangelie hebben geleerd te gaan staan. Geef elk kind de gelegenheid om iets te vertellen.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Jesaja 14:12–14

Er was oorlog in de hemel.

Voordat de wereld werd geschapen, koos onze hemelse Vader Jezus Christus uit om onze Heiland te worden. Jesaja 14:12–14 beschrijft de hoogmoed die Satan in de voorsterfelijke raadsvergadering in de hemel aan de dag legde.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen aan de hand van ‘Inleiding: het plan van onze hemelse Vader’ (in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 1–3) of het liedje ‘Lang geleden in de hemel’ (Kinderliedjes, p. 144) over de oorlog in de hemel vóór onze geboorte. (Gebruik daarbij ook zinsneden uit Jesaja 14:12–14 die Satan beschrijven.) Laat de kinderen het verhaal daarna om de beurt navertellen. Beklemtoon dat Jezus Christus het plan van onze hemelse Vader volgde en onze Heiland werd.

  • Teken een hart op het bord met het woord Satan en een droevig gezichtje erin. Leg uit dat Satan in zijn hart zei: ‘Tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen’ (Jesaja 14:13). Hij wilde dus beter zijn dan onze hemelse Vader. Laat een kind nog een hart tekenen, nu met het woord Jezus en een blij gezichtje erin. Leg uit dat Jezus wilde doen wat onze hemelse Vader van Hem vroeg (zie Mozes 4:1–2). Hoe kunnen wij Jezus’ voorbeeld volgen?

herrezen Jezus verschijnt aan vrouw bij graf

‘Hij zal de dood voor altijd verslinden’ (Jesaja 25:8).

Jesaja 25:8

Jezus Christus is opgestaan.

Jezus Christus kan ons troosten in onze rouw om de dood. Omdat Hij de dood heeft overwonnen, zullen wij ook allemaal opstaan.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een afbeelding van de opstanding van Jezus Christus zien en vraag de kinderen wat ze erover weten. Vertel indien nodig het verhaal van Jezus’ opstanding (zie ‘De opstanding van Jezus’, in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 139–144). Zing of beluister samen een liedje over de opstanding, zoals ‘Hij is verrezen’ (Kinderliedjes, p. 44). Vraag wat de kinderen van de opstanding van Jezus uit de dood vinden.

  • Vertel de kinderen over het overlijden van iemand die u kende. Hoe voelen we ons als een dierbare sterft? Laat de kinderen een huilend gezicht tekenen. Lees vervolgens Jesaja 25:8 voor. Wat zal Jezus doen met onze tranen wanneer we iemand missen die gestorven is? Laat de kinderen een blij gezicht tekenen. Getuig dat we ons dankzij de opstanding van Jezus Christus getroost kunnen voelen wanneer iemand overlijdt. We mogen ook weten dat we allemaal eens zullen opstaan.

Jesaja 29:12, 14

De Heer heeft zijn kerk door toedoen van Joseph Smith hersteld.

De herstelling van het evangelie is ‘wonderlijk en wonderbaar’ (Jesaja 29:14). Vertel welke wonderlijke en wonderbare dingen de Heer heeft gedaan – en nog doet – om zijn evangelie in onze tijd te herstellen.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag wat de kinderen over Joseph Smith weten. Vertel ze indien nodig over ‘Joseph Smiths eerste visioen’ (in Verhalen uit de Leer en Verbonden, 9–12). Lees Jesaja 29:12 voor en leg uit dat Joseph Smith door veel mensen niet als geleerd werd beschouwd, maar dat Jezus Christus het evangelie toch door zijn toedoen heeft hersteld.

  • Lees Jesaja 29:14 aan de kinderen voor en noem andere woorden die hetzelfde als ‘wonderlijk’ en ‘wonderbaar’ betekenen. Laat voorwerpen zien die iets van de wonderlijke en wonderbare werken in de laatste dagen voorstellen. Denk aan een plaat van het eerste visioen of van Joseph Smiths ordening tot het priesterschap (zie Evangelieplatenboek, nr. 90, 93, 94), of aan een exemplaar van het Boek van Mormon. Laat de kinderen een voorwerp kiezen en vertellen waarom het wonderlijk en wonderbaar voor ze is.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Jesaja 24:3–5; 29:7–10; 30:8–14

Afvalligheid betekent afkering van de Heer en zijn profeten.

Jesaja’s waarschuwingen over de gevaren van afvalligheid kunnen de kinderen helpen besluiten om de Heer trouw te blijven en zijn profeten te volgen.

Mogelijke activiteiten

  • Zet het woord afval op het bord. Laat de kinderen in ‘Afval’ in de Gids bij de Schriften een definitie opzoeken (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Laat ze Jesaja 24:5; 30:9–11 lezen en noteren wat mensen in Jesaja’s tijd deden waardoor ze afvallig werden. Laat ze hun bevindingen vervolgens veranderen in dingen die we kunnen doen om de Heer trouw te blijven.

  • Deel de klas op in koppels en geef elk koppel een van de volgende passages te lezen: Jesaja 24:3–5; Jesaja 29:7–10; of Jesaja 30:8–14. Laat ze tekeningen maken van wat ze lezen. Bespreek samen waarom we volgens Jesaja’s woorden de Heer trouw moeten blijven.

Jesaja 29:13–15, 18, 24

De herstelling van het evangelie is ‘wonderlijk en wonderbaar’.

Hoe kunt u de kinderen uitleggen dat zij deel uitmaken van het wonderlijke en wonderbare werk van de Heer in de laatste dagen (zie Jesaja 29:14)?

Mogelijke activiteiten

  • Laat afbeeldingen zien van enkele wonderlijke en wonderbare gebeurtenissen rondom de herstelling van het evangelie (zie Evangelieplatenboek, nr. 90–95, of de doe-pagina van deze week). Lees met de klas Jesaja 29:14, 18, 24 en laat de kinderen letten op woorden en zinsneden die verband houden met de gebeurtenissen in de afbeeldingen. Vraag hoe ze aan het wonderlijke en wonderbare werk van de Heer kunnen meehelpen (zie vers 14).

  • Vertel in het kort over een voorval dat de betekenis van herstelling duidelijk maakt. Haal bijvoorbeeld aan dat er iets kwijt was en hoe u het weer vond. Laat de kinderen dit vergelijken met de herstelling van het evangelie. Waarom hebben we de herstelling volgens Jesaja 29:13–15 nodig? Met welke wonderlijke en wonderbare werken herstelde de Heer zijn evangelie?

Jesaja 14:3; 25:8; 28:16

Jesaja’s leringen wijzen me op Jezus Christus.

Jesaja’s leringen wijzen de kinderen in uw klas op de Heiland en wat Hij voor ze heeft gedaan.

Mogelijke activiteiten

  • Schrijf de volgende tekstverwijzingen op aparte blaadjes papier: Jesaja 14:3; Jesaja 25:8; Jesaja 28:16; Mattheüs 11:28–30; 1 Korinthe 15:53–57; Helaman 5:12. Deel de blaadjes uit en laat de kinderen opschrijven wat ze uit de verzen leren. Laat ze vervolgens samenwerken om verzen met leringen van dezelfde strekking bij elkaar te zoeken. Welke grote dingen heeft de Heer volgens deze verzen voor ons gedaan?

  • Laat de kinderen een zinsnede kiezen uit Jesaja 14:3; 25:8 of 28:16 die ze aan Jezus Christus doet denken. Laat ze de zinsnede op een vel papier schrijven en de Heiland erbij tekenen. Thuis kunnen ze dat dan ophangen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen iets schrijven of tekenen over wat ze vandaag in de les hebben geleerd. Moedig ze aan het er thuis of met iemand uit de klas die vandaag niet in het jeugdwerk was over te hebben.

Ons onderwijs verbeteren

Pas de activiteiten aan kinderen met een handicap aan. U kunt activiteiten enigszins aanpassen zodat alle kinderen iets kunnen leren. Als u een afbeelding moet tonen, kunt u in plaats daarvan bijvoorbeeld een liedje zingen om kinderen met een visuele beperking bij de activiteit te betrekken.